Hij onderwijst overigens orgel aan het Conservatorium te Antwerpen en bestuurt sedert jaren de muziekschool van Lokeren. In de techniek schijnen weinige zijner landgenooten hem baas! En dat is al een verheugend teeken op onzen dag, waar tal van piepjonge kunstenaars, die nauwelijks de eerste beginselen van hun vak machtig zijn, al dadelijk hun voortbrengselen willen gedrukt zien! De begeleidingen van Arthur De Hovre, - die de neef is van den naïef-populairen Octaaf De Hovre, den schrijver van het veelgezongen Sarlotteken, - zijn altijd sierlijk en rijk, afwisselend schoon en vlot voortbewegend, zonder daarom te veel van den begeleider te eischen. Ofschoon streng en verheven, toch is zijn kunst niet ingewikkeld. Verre van daar. Zij lijkt kristalhelder! Wat, vooral, naast zijn begeleidingen te prijzen valt, is de heerlijke eenheid van zijn muzikale scheppingen. Ziehier dus een kunstenaar die een gedachte kan ontwikkelen, die een motief kan verwerken, herkneden, in andere vormen laat terugkeeren, die er kan uithalen wat er in zit, die het kan doen zwellen en krimpen, groeien en bloeien, bidden en huiveren, leven en sterven. Voor die reden is het ook waarschijnlijk, dat hij Guido Gezelle tot zijn medewerker kiest. Al kunnen de verzen van den grooten Westvlaming doorgaans alle andere muziek dan de zijne missen; al blijken de meeste zijner gedichten te diepzinnig en te fijnbewerkt om anders dan bij het lezen volledig genoten te kunnen worden; toch vindt de toondichter, indien hij kiezen kan, een bron van vrome en teermuzikale aandoeningen in zijn werk; toch komen veel gedichten hem verlokkend voor, dank vooral aan de eenheid van gevoel, die zijn muziek noodig heeft. Die verzen vloeien; zij zijn doorwasemd van stemming; de beelden verspringen niet gelijk in een kinematograaf. Vandaar de bekoring, die Gezelle's verzen op zooveel toondichters hebben uitgeoefend: Reylandt, Mortelmans, Van Rennes, Wiertz en nu, De Hovre.
Ik misse U! uit de Vier Liederen van De Hovre, kan moeilijk anders dan een meesterstukje genoemd worden. Zelden deed een componist overigens een beter keuze: die tekst moet waarlijk als de synthesis van Gezelle's werk beschouwd worden. Overal en altijd, dag en avond, miste hij immers - zijn Schepper! Hier heeft de toondichter, in een meesterlijke klimming van gevoelens, hartroerende tonen gevonden. Iets bovennatuurlijks hangt in de begeleiding te zweven: het mysterie, de lichtglans van de Godheid. Het menschelijk hart schijnt er naar te smachten, doch het niet te kunnen bereiken. De dichter weent en het lied krijgt een andere kleur: het wordt meer wereldsch, ietwat gejaagd. En eindelijk breekt het los in een lange, bange drama-