Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909

[p. 137]

Ideaal

Ik zocht U lang, o godlijk schoone Wezen.
Zoo vaak hield ik mijn blik omhoog gericht:
Ik dacht alom, in pracht, in glans en licht,
De tijding van Uw heil'ge komst te lezen.

Gelijk een zon aan rooz ge kim verrezen,
Verwachtte ik U in 't wazig vergezicht.
Schoon wolken voorwaarts drongen zwart en dicht,
Kon ik geen schoonheiddoodend donker vreezen.

Ik riep U, in aanbidding neergezonken, -
Ik wilde U zien, U in mijn armen klemmen;
Mijn ziel wenschte in Uw glorieglans te zwemmen.

Ik had U gansch mijn jeugdig hart geschonken.
In angst'ge wanhoop blijf ik smeekend stenen...
Ge waart mijn hoop. - Ge zijt mij niet verschenen.

René Adriaensen.