Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1908(1908)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 242] [p. 242] Heimwee Hoe drukkend is de stilte rondom mij, Hoe somber zie ik 't duister zijgen Uit zwangre najaarslucht, Hoe wijkt nu elk gerucht En voel 'k mij zoo beducht, Zoo vreemd... zoo oud... in al dit zwijgen? Hoe wordt het rondom mij, zoo bang... zoo bang, Wat voel ik schrijnend op me wegen Dat 't rustloos hart verschrikt - wijl grauwer de avond dikt Om mij, die uitgesnikt Nog wachtend ben op hemelzegen... En afgemat, 'n weet ik, arme, niet Wáar richten weifelende schreden, Ach Jesu, zaligheid, Gij die de redding zijt, En 't droevig hart verblijdt; Mijn Jesu, mag ik nader treden? Gij Jesu, gij alleen mijn lijden kent, Zeg, mag ik richten moeë bede Tot U die 't lijden torst? - Zeg, mag 'k mijn liefdedorst Nu lesschen op uw borst, En smeeken U om zoete vrede?... Fr. D. Roeselare, September 1907. Vorige Volgende