Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 493] [p. 493] Gij zult mij nooit verlaten... Belofte van een zonn'ge dag, Hoe vaak hebt gij mijn hoop bedrogen, En keerde uw roos'ge morgendlach Ten noene reeds in zwarten logen! Belofte van mijn jonglingsdroom, Hoe vaak hebt gij mijn zij verlaten, Wanneer ik schreed en zonder schroom Uw zegen zocht op vree-gelaten. ... Tot glimmen gleed hun mondgeplooi, En 'k loech waar 'k eed'le weelde waande... Ras zeeg de sneeuw tot grauw gedooi, 't Was 't onheil dat me moe vermaande. Belofte van een nieuwen droom, - Want hoe ook d'andere bezweken En met herinneringen, vroom Nog tranen langs mijn wangen leken, Toch, voor de blijheid die hij bood, En wil mijn hart dat heil ontvlieten. Want droomen is het daaglijksch brood Voor wie het luide leven lieten, - Beloften van een nieuwen droom Zult gij tot blijde vruchten rijpen, En wegen in mijn handen, loom, Waar ik u zal begeerig grijpen? Zult gij?... 'k En weet niet, maar mijn hoop Is sterk gelijk een hooge muur, En zoo reeds menig sluw hem sloop, 't Is vrede waar ik oovral tuur... [pagina 494] [p. 494] En rustend in de blauwe schaûw Van mijne droomen-drachtge dagen, Wacht mij misschien een nieuwe rouw, En 't graven in versche aardelagen... Ik rust... want zoo mijn laatste droom Ook sterven moest en mij verlaten,... Gij, oudste en jongste mijner droomen, Gij zult mij nooit verlaten... Karel De Strever. 12-06. Vorige Volgende