Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 393] [p. 393] Allerzielendag De lucht hangt laag, zoo laag op 't doodsche landschap; de mist vaagt d'huizen weg, en 'k zie den schacht der boomen, nog amper, rijzen als een reke reuzenzuilen die somber op een eindeloos kerkhof droomen. Mistwolkjes drijven toe, fantastisch, gazen weefsels; doorheen de boomen huilen aaklig-bange stemmen een rouwzang; zielen zijn 't die om erbarmen biddend bij vroegen avond treurig requiemmen. Zijpzapplend valt uit dikke nevels kille natheid als bloedige tranen, die uit bange boezems breken in stille snikken; huivrend voel ik langzaam, langzaam het wee der zielen in mijn ziele leken. 'k Hoor in de verte 't bronzen weenen van de klokken die zuchtend zwaar den nood der arme zielen klagen; traag wandlend over 't barre land, als bedelbroeders, van wie nog bidden kan een bed vragen. F. Dewitte. Vorige Volgende