Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907

[p. 279]

In 't gareel

Op middaguur, door heide en zavellage
en langs den vaartdijk strekkend eeuwig uit,
vooroverhangend trekt een duts de trage,
de boordevol-geladen kolenschuit.

De zonne woedt. En heure vuurge zweerden
bestoken pulverend den zandweg, daar
zij, razend, met hun bliksemen niet deerden
het water dat werpt àf de vlammenschaar!

De bloote teenen van den trekker klauwen
in 't mulle. Zweet wascht zijnen slavenkop.
De riemslang snokt en wil zijn borst vernauwen.
Zijn schaduwnikker sarrend gaat voorop.

Maar fluitend schrijdt hij: Kermiswalzen wippen
uit zijnen mond het krekelsjirpen dood.
- Zoo in 't gareel, en om mijn fiere lippen
een spotlach, voer ik mijnen lijdensboot.

Lambert Jageneau.

Hoogstraten, 1 Juli 1907