Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Maannacht 't Is nacht... en heldre maneschijn alwaar mijn voeten treden, al glans dat op mijn aangezicht komt badend neergegleden; ik ben gemanteld in het licht, dat plooit rondom mijn lenden, en ga met stiller tred, bevreesd die broze pracht te schenden. 't Zijn breede stroomen lavend licht die al de breede toppen der blanke abeelen voor me in 't bosch in vloeiend zilver doppen, en heel de verre diepte van den wijd-omwelfden hemel en heel het hel geluchte lacht vol spelend lichtgewemel. Ik zie of 't volle middag waar' de witte wolkgewaden in eene zee van klarend licht hun teere blankheid baden; en midden straalt, als een vorstin, in Oosterlustwaranden, het maanbeeld uit een vonkelgrot van heldre wolkenwanden. 't Is al één licht, éen stralend licht dat in zijn weidsche vouwen breed uitplooit over 't verre veld, zoover mijne oogen schouwen; ik zie, of waar 't een droomvizioen, de wouden en de weiden de manelichte oneindigheid der heemlen openspreiden. Aug. Van Cauwelaert. Vorige Volgende