Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907
(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
OntgoochelingIk zag, als kind, hoe dat de vreugde lachte
Van uit de verte, en met haar vinger deed
Dat 'k vluchten moest uit 't land van kinderleed.
En 'k snelde toe in hoopverblijd betrachten,
En hield een kus voor haren lach gereed.
Maar ach, nu dat 'k met volgedragen krachten
En schoon doorvoed van leven al mijn smachten
In een omhelzing eindigen dacht, nu gleed
Dat mooie wezen met zijn blij gelaat
Als eene luchtgestalte weg in 't vage...
En 'k wrijf een lach van mijnen mond en laat
Den zwijgerstoet voorbij van doodsche dagen
Die, sjouwers, passieloos, in grijs gewaad,
Hun last met looden stap ten stapel dragenGa naar voetnoot(1).
F. van Calloo.
|
|