Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 378] [p. 378] Het schoone hoofd Mijn droomen ijlen schoonheidsdronken rond, Aldoor, alom, genietend, nooit voldaan. Zij slaan van vrouwenbeeld naar bloemenmond, Van zilverwolk naar gouden zomergraan. Och, de eenig schoone schoonheid die ik vond, Loeg me, uit het hoofd des Zaligmakers aan, Visioen dat blondde aan elken horizont, Dat wenkend rees op elk gekruiste baan. En uit dat bloednat, dat de slaap ontron, En uit die oogen, met hun zoeten straal, En uit die lippen, - groeide een ideaal, Een rijke, wondermilde schoonheidszon, Waarin ik staarde en immer staren zal, - Geen ander schoon verlangend in 't heelal. Vorige Volgende