Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 249] [p. 249] In 't vallen van den avond De gansche stad verkwijnt in 't huivren van het duister, haar torens brokklen los in 't zwellen van den mist, het Belfort van haar trots en 't lijnspel harer daken zijn doodgedaan en vastgeduwd in de avondkist. Haar klankendeining valt tot ongerimpeld zwijgen en alles wordt als wiegelied en kinderklacht, alleen van verre ruischt en ronkt het als een zeerot dat zachtjes breken komt in 't fluistren van den nacht. Zoo voelt de ziel ook vaak het zinken van den avond, haar krachten brokklen weg in weeken droomenmist, het zwaard van hare kracht, de helm der idealen, zijn neergerinkeld staal op 't hout van hare kist. De zee van 't buldrend lied is uitgedund tot vijver, tot weegekreun verkroop het zwalpen harer klacht, alleen van verre ruischt een zee herinneringen, die zachtjes spoelen komt op 't fluistren van haar nacht. Vorige Volgende