Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 247] [p. 247] Bij het vertrek van een zendeling Eens klonk de stem van Jezus, mijn broeder, U in 't oor; ‘Ga, predik 't Evangelie, de gansche wereld door... We zullen zielen zoeken, maar moeten ver van huis; Zeg vaarwel aan de wereld, en volg mij met uw kruis. 'k Reik u mijn kroon van doornen, geen koningskroon van goud, maar wat ge mij zult geven, vergeld ik honderdvoud. Ik geef u geenen scepter, slechts eenen vredestaf, den staf dien mij mijn vader tot 's menschen redding gaf. Ge zult hem planten ginder dat gansch het land hem ziet, hem met uw zweet besproeien totdat hij vruchten biedt. Ik zend met u geen vrienden, geen aardsche legermacht, maar ik ook was verlaten in Gethsemani's nacht. Ik wil u overal volgen gelijk den Herder 't lam, 'k ben 't Lam dat alle zonden der wereld nemen kwam, 'k ben 't Lam van 't Sacrificie dat op het altaar bloedt als gij, mijn Herders-Priesters, de Consecratie doet. Verf met dit bloed uw vreêstaf, dan zijt ge een Michaël, en breekt gelijk een riethalm al het geweld der hel. [pagina 248] [p. 248] In plaats der aardsche liefde geef ik u gansch mijn hart, en gij zult vreugde voelen, de grootste, in uwe smart. Kom, kniel: ik zal u zalven en denk in de eeuwigheid dat gij mijn knaap, mijn leenheer, mijn hoogepriester zijt. Kom, kniel, ik wil u wijden tot eenen martelaar, maar nimmer moet ge vreezen: mijn juk weegt niet te zwaar. Uw ziel zal trillend voelen 't omhelzen van haar God en eeuwig zalig baden in 't hoogste heilgenot. Ons liefde kent geen palen, gaat over berg en dal, en moge 't alles vallen, zij blijft steeds even pal. Ons bindt het Sacrificie, 't is liefde nog in pijn, maar liefde in 't zegepralen zal 't ginder boven zijn.’ Dit was de stem van Jezus gij hebt haar aangehoord: ‘Ik wil, wat Gij wilt, Jezus!’ was 't krachtig wederwoord. Gij hebt den schijn mísprezen en koost de beste baan, aan 't einde ziet gij immers het kruis van Christus staan. Ge zaagt de menschen sterven en gij mispreest den tijd; slechts éene zaak is noodig: een zalige eeuwigheid. Gij hebt dit al begrepen, daarom is 't dat ge gaat, maar God zal u beloonen voor al wat gij verlaat.’ Vorige Volgende