Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907
(1907)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |||||||||||||
Maatschappelijke kroniek't Jaar 1907, even aangebroken, heeft nog zijne geschiedenis niet: wel keerde nogmaals, op het grootboek van den tijd, een blad om in 't verleden: maar op de blankheid der keerzijde zijn de strevingen van 't verloopen jaar nog niet omgezet tot gebeurde feiten en tot daden verwezenlijkt. Het werk van gisteren moet nochtans worden voortgezet, meer nog op sociaal gebied dan om 't even waar, omdat de maatschappelijke arbeid, door de jaren heen, eene gemeenschapsplicht is, zoodat op ieder mensch de verantwoordelijkheid rust van diens vooruitgang. Eene maatschappelijke kroniek, vandaag, zou goed werk verrichten, zoo ze de belangrijkste gebeurtenissen van 1906 tot een vaste groepeering bracht: laat het ons bekennen, bewondering over het reeds gedane zou hier naieve goedzakkigheid wezen: zie, het wentelen en woelen der menschen roept ons tot werkdadigheid, tot voortplanting van de begonnen volksveredeling zetten ons haar leiders aan, zoo niet de geestdrift zelve van ons eigen-innerlijk gevoel, borg stond voor ons toewijdingsverlangen aan den voorspoed van 't volk. Dit ‘te wapen’, dreunt overal, door alle partijen heen, en dezen zomer nog klonk het geweldig, op de Sociale Week te Utrecht. Raak werd daar door Mr Aalberse gezeid: ‘En men klaagt, klaagt, klaagt... en men doet niets of weinig. 't Is of er geen fut bij de lui inzit. Wij moeten hen leeren de handen uit de mouwen te steken, de zaken flink aan te pakken, en met vasten stap te treden naar 't juist geweten doel.’Ga naar voetnoot(1) Dat is de moeilijkheid: het doel van den socialen arbeid ligt soms aan eenen benevelden gezichteinder, de weg die er toe leidt loopt in de donkerte, buiten het licht der opgedane kundigheden, en men aarzelt nog enkele stappen te wagen, waar men zou moeten loopen ter verovering. Sociale actie zonder methode, instinctmatige en te persoonlijke, beantwoordt zoo goed niet meer aan de hedendaagsche behoeften. Zie de groot-nijverheid zich ontwikkelen: wij zien haar reuzen-arbeid inspannen tot eene massa-voortbrengst. Op sociaal | |||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||
gebied treedt men insgelijks tot steviger organisatie in meer gezamenlijken arbeid, tot meer eenheid in de richtingen. Graag zou ik deze concentratie willen toonen in een harer belangrijkste uitingen, namelijk in het werk der sociale congressen. Het congresseeren is misschien wel eene plaag geworden, maar toch is 't een noodzakelijkheid. Wie van sociale congressen hoort spreken, denkt onwillekeurig aan de beroemde Duitsche Katholikentage, zooals die ons soms in dit tijdschrift werden geschetst. Over de 53e Generalversammlung (September 1906) bracht ons de heer Vliebergh reeds een breedvoerig verslag. Deze groote manoeuvers der Duitsche katholieken terzijde gelaten, bracht ons het zomerseizoen en het najaar nog weidsche vergaderingen genoeg, en hierover komt eene beschrijving, met kenschetsing van doel en uitslagen, goed te pas, al was het maar om met de openbare meening in aanraking te blijven.
* * *
De vierde Algemeene Vergadering der Internationale Vereeniging voor Wettelijke Arbeidersbescherming (26-29 September 1906). Deze vrije vereeniging heeft voor doel, met behulp van deskundigen den noodigen voorarbeid te verrichten, die het aan de regeeringen mogelijk zou maken arbeidsovereenkomsten te sluiten, met het oog op de trapsgewijze verbetering der arbeidersbescherming, en op het evenwicht der wederlandsche concurrentie. Reeds lang zocht men op officieelen weg de Europeesche landen in die richting te bewegen, doch te vergeefs. Eindelijk kwam men onrechtstreeks, langs privaten weg, tot het doel; en in 1900 werd te Parijs eene vrije internationale vereeniging gesticht van wederlandsche arbeidersbescherming Een bestendig inlichtingsbureel is er bijgevoegd met zetel te Basel. De algemeene vereeniging bestaat uit nationale vertakkingen in Duitschland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Engeland, Hongarië, Italië, Nederland, Zweden, Zwitserland en de Vereenigde Staten. Zij roept, om de twee jaar, de nationale afgevaardigden bijeen - iets minder dan 70 man -, verslagen der landelijke afdeelingen worden ingediend en besproken, volgens gestelde vragenlijsten; het congres formuleert zijne practisch-uitvoerbare wenschen aan alle regeeringen, en vraagt op de uitgewerkte gegevens eene wederlandsche arbeidsovereenkomst te sluitenGa naar voetnoot(1). Zulk een ver- | |||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||
zoek kreeg juist den 26n September zijn eerste toepassing: te Bern waren de gezanten van Europa bijeen en onderteekenden een arbeidsverdrag, hetwelk den nachtarbeid verbiedt aan de vrouwen, arbeidsters der groot-nijverheid. - Het was toen juist 25 jaren geleden dat in Zwitserland zelve, de eerste gedachte van wederlandsche arbeidersbescherming was opgerezen. Van nu af krijgt die vereeniging eene ernstige belangrijkheid. Haar voorzitter, dit jaar Dr Scherver, Zwitserland, bewees het in zijne openings-rede: ‘De jonge internationale vereeniging, zei hij, is wel van groote beteekenis geworden: bewijs daarvan het te Bern gebeurde, waaraan onze vereeniging een zeer werkzaam aandeel heeft genomen. Die bijval legt ons nieuwe plichten op. Behalve de bevordering van den neutralen, zuiver wetenschappelijken arbeid van het internationaal bureau te Basel, moest de vereeniging haar arbeidsveld uitstrekken. Zonder twijfel moeten wij hier 't spreekwoord indachtig zijn: Qui trop embrasse, mal étreint. Internationale verdragen tot arbeiders-bescherming sluit men niet alle dagen. Intusschen is de grondslag gelegd voor internationale bescherming; thans is het de taak voort te bouwen en tot heil der menschheid te voleinden.’Ga naar voetnoot(1) Het congres bouwde feitelijk zeer ernstig voort in de secties. De tweede afdeeling onderzocht reeds voor de derde maal het mogelijke afschaffen van zekere giftige stoffen in de nijverheid, zooals het moordend loodwit. Europa zou wel een algemeen verbod hebben onderschreven, maar... Japan zou zich ook moeten verbinden, en Japan wil niet meedoen: dan weigert Europa ook. De derde afdeeling. Over 't nachtwerk der jeugdige arbeiders. - Hier ook klagen de verslagen der nationale afdeelingen. De nijverheid is eene stiefmoeder geweest voor het kind van den werkman. Nochtans bestaan overal wettelijke beperkingen van den kinderarbeid, en 's nachts mag een kind maar bij uitzondering werken. In Duitschland verlangt men allen nachtarbeid te verbieden aan werkers onder de 18 jaar; uit Oostenrijk komt de klacht dat de toepassing der bestaande wetten reeds een merkelijke vooruitgang zou zijn. In België en Frankrijk vreest men door verdere wetsbepalingen Madame Industrie te kwetsen: een wettelijk verbod van den nachtarbeid, die de kinderen alleen zou treffen, roeit de leerlingschap weg, en doet de kleinere landen onder eene onhebbelijke concurrentie lijden. Nochtans stelde de sectie voor, stelselmatig allen nachtarbeid (10-5) onder de 18 jaar te verbieden. Maar daar zijn de meeste | |||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||
kinderen niet werkzaam: juist de wetten op de groot-nijverheid hebben de jeugdige werkers in de kleinnijverheid verdrongen, in de winkels, koffiehuizen en in den huisarbeidGa naar voetnoot(1). Wie zal ze tot daar gaan beschermen tegen hunne eigene ouders? De Duitschers, ja; en wie nog? Weet men dat in de speelgoednijverheid vijfjarige kindertjes 12 of 13 uren in den dag aan het speelgoed werken, dat de rijke kinderen, na een uurtje spel, van breekzucht en verveling in stukken slaan? Waarom leert men hun niet in hun popje het slavenwerk eerbiedigen van hunne arme broertjes? In Amerika heeft in de laatste maanden een herhaald onderzoek den treurigen toestand blootgelegd van den kinderarbeid, in 't Zuiden der Vereenigde Staten. - Child Labor, a menace to industry, education and good citizenshipGa naar voetnoot(2), onderzoekt die aangelegenheden: een nationaal gevaar en eene onrechtvaardigheid heet het daar. De schuld dragen de bestaande wetten niet, maar de menschen zelf, die ze zouden moeten eerbiedigen: de arbeidsopzieners, de rechters, de fabriekbazen en de ouders spannen samen om de wetten te verdraaien: zij wijzen op de zeldzaamheid der arbeidskracht, om de kinderenslavernij te rechtvaardigen Op zijn Amerikaansch komt de openbare meening tegen die euveldaden op; 't zijn de vrouwen die de beweging leiden: dames maken de meerderheid uit der National Commission of Child Labor; en hartstochtelijk werkt in denzelfden zin de algemeene Bond der Amerikaansche vrouwen, met hare 700.000 ledenGa naar voetnoot(3). Of zij op dien weg van zedelijke verbetering meer zullen bekomen dan wetten kunnen geven, lijdt geen den minsten twijfel. De vierde afdeeling besprak den toestand der huisnijverheid. De huisarbeid voerde het congres tot een lang debat: scherp teekenden zich de beide gezichtspunten af - staatstusschenkomst of vrije regeling Het Belgisch verslag vindt dat aan onze arbeiders geen toezicht kan worden opgelegd en dat deze, te meer, overbodig is(!). Laat het ons hopen: een antwoord zal gegeven worden door de tentoonstellingen van huisarbeid, die in ons land ook, schijnt het, gaan ingericht worden. Om het ergste verwijt der uitbuiting van krachten te voorkomen. stelde het congres voor de nationale afdeelingen te verzoeken:
| |||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||
* * *
De socialistische congressen hebben dit jaar veel gerucht gemaakt. Aan de dagorde stond het brandend vraagstuk: moeten de socialistische syndicaten, die rijk zijn aan spaargelden en leden, zich onder de hooge leiding der politieke partij voegen.Ga naar voetnoot(1) Te Amiens (7 Oct. 1906) in Frankrijk, weigerde de Confédération générale du travail (syndicaten) blindelings de tactiek te onderschrijven der partij; zij verklaarde dat haar doel was: de rechtstreeksche tegenstand tegen de patroons, dus klassenstrijd; maar in den grond bekommerde zij zich bitter weinig om de politieke partijen, zelfs om de socialistische, en om de sekten, welke vrij nevens haar den omkeer der kapitalistische maatschappij mochten nastreven. Den 1n November vergaderde nu de politieke partij te Limoges, en haar leider, Jaurès, spaarde geen moeite om over zijne wederspannige onderdanen slechts eene schijnvictorie te halen. Daar de syndicaten geenen stap aanwenden om tot de partij te treden, trad deze tot hen toeGa naar voetnoot(2). Eene makke ordemotie te Limoges redde voorloopig de eenheid: ‘... en affirmant l'indépendance politique du syndicat, le congrès fédéral d'Amiens avait assigné au syndicat un but que le socialisme seul, comme parti politique, reconnaît et poursuit.’ Gelijksoortig luidde de bijval van Bebels verzoeningstactiek te Mannheim. Het jongst Duitsch-socialdemocratische congres besprak bijna uitsluitend de algemeene staking. Bebel had in 1905 te Jena op het vorig congres gezegd: Zoo wij een onzer grondrechten willen eischen, b.v. het algemeen stemrecht, dient als middel aangewend de algemeene staking. Maar het congres der Gewerkschaften (syndicaten) te Keulen in 1906 wilde daar niet van hooren: algemeene staking deugt niet, meende 't. - Nu te Mannheim moest men die tegenstrijdigheid uit den weg ruimen zonder de syndicalisten op hunnen teen te | |||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||
trappen, want ze zijn rijk en machtig, en zoo wat wrevelig gelijk menschen die in welvaart leven en niet graag hunne voorrechten laten varen. Wat gedaan? De syndicaten willen wel in de partij blijven, als deze ze niet tot hare inzichten misbruikt. - Oh! Als het dat maar is, zei Bebel; en hij stelde voor een besluit te stemmen als volgt: Wat de partij te Jena besloot, hernieuwen wij te Mannheim, het besluit der syndicaten te Keulen strijdt niet met dit besluit,... en de bespreking is gesloten. En 't besluit was besloten.... 't Is goed dat hij het zelf zegt. Op het Italiaansch congres te Rome, was Enrico Ferri de verzoener van syndicaten (revolutiemannen), reformisten en integralisten; de uiterlijke verzoening vond men daar gelijk elders, in het stemmen van onduidelijke besluitselenGa naar voetnoot(1). Eindelooze twisten hebben aan de socialisten veel tijd doen verliezen, en dan nog om tot een antimarxistische zegepraal te komen, die der verbetering van den arbeiderstoestand in de kapitalistische maatschappij.
* * *
De Sociale Week te Utrecht (2-9 September 1906). De Hollandsche sociale mannen hebben dat weer goed op touw gezet, op hun wijze. Men kon er aan twijfelen of belangrijke vergaderingen in den aard van den Sozialen Feriënkurs te M. Gladbach (28 Oogst-7 Sept. 1906) en de Semaine sociale van Dijon (30 Juli-5 Oogst 1906) wel bijval zouden vinden in Nederland. De Katholieke sociale actie meende van ja. En 't was dan ook ja, dank zij den onvermoeibaren ondernemingsgeest van haren algemeenen secretaris, Mr Aalberse Elke sociale beweging heeft haren verantwoordelijken leider; weet zij hem goed te kiezen en volgt ze hem getrouw, dan komt zij vooruit. Hier had nu de leider rechtuit zijne bevelen gegeven; het prospect zegde: Ieder die maar eenigszins kan, moet deze eerste sociale week bijwonen. - Er waren 300 inschrijvers en 700 kaarten werden uitgedeeld. Deze sociale week bedoelde te zijn eene school waar onderwijs wordt gegeven, en wel bijzonder dit: het duidelijk maken in een eersten leergang, van den samenhang tusschen de sociale vraagstukken. In Duitschland ontwikkelt men meer sociale strijdtactiek, in Frankrijk ontnevelt men meer sociale horizonten. Bij ons, in België..... doet men niets. Het reglement luidde, op zijn Pruisisch: mooie speechen, veel gedebatteer en applaus zijn streng verboden.
* * * | |||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||
Den 23 en 24 September 1906 vergaderde te Mechelen de Belgische Volksbond Top in het land der Belgen: veel volk, wapperende vlaggen en jolige feestfanfaren, godsdienstige plechtigheden en burgerlijken eerewijn, en dan nog wat zondagwerk: jawel, de werkzaamheden werden ernstig waargenomen en men zal de waarde en beteekenis der bekomen uitslagen moeilijk ontkennen. Deze uitslag ligt altijd in den voorarbeid in de kringen: de voorarbeid alleen weerspiegelt de meeningen en niet de besluitselen van algemeene vergaderingen: eene algemeene vergadering staaft enkel wat reeds vroeger is besloten. Wie haar meer vraagt, vraagt het onmogelijke. Knap en raak is het omvangrijk verslag aan de vergadering voorgelegd door den algemeenen secretaris der christene beroepsvereenigingen, Pater Rutten.Ga naar voetnoot(1) Schrijver leidt er ons vooreerst langs het stil-heugelijk aanwassen van de christene vakvereenigingen. Ach! Hoe is het getal vereenigde werklieden nog gering in vergelijking met de onvereenigden. Dit bewijst dat aan den vereenigingsgeest nog iets hapert. Wat hoeft nog meer gedaan dan het voorspiegelen aan de werkersklas van haar voordeel, de noodzakelijkheid van het samenspannen harer krachten? Men heeft gemeend: het onderricht der beroepsmannen: daaraan wordt nu gewerkt. Dit eerste deel van het verslag heeft de moed, te zijn, eene immer weerkeerende, overtuigde herhaling van het reeds dikwijls gezegde. - Een tweede deel onderzoekt de onzijdigheid der vakvereeniging. Verslaggever bewijst, door aanhalingen, dat de onzijdige vakvereeniging een onmogelijk wezen is voor onze tegenwoordige landgenooten. En dat is wel zoo: als er eene onzijdige vakbeweging bestaat dan is het tegenwoordig, meen ik, nog liever de christelijke: zij is veel verdraagzamer dan de andere. Een derde deel is besteed aan het onderzoek van een juridisch vraagstuk: de beperking van den arbeidsduur voor volwassenen. In de bespreking geraakte verwarring tusschen de voorstaanders van het ideeël-wenschelijke, en van het praktisch-mogelijke. Als meer praktisch zijnde werd het wetsvoorstel Helleputte goedgekeurd. Maar wie betwist dat de 8-uren arbeid een ideaal kan zijnGa naar voetnoot(2) en een reeds bewezen goed?Ga naar voetnoot(3) Dit ideaal echter helpt ons niet vooruit, als de wetgeving nog voor den stelregel der arbeidsbeperking afschrikt. | |||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||
Ik zou ten slotte willen vragen, wie tevreden is geweest over de hooi-strooi-tweetaligheid van het congres?
* * *
Te Nurenberg vergaderde, in den zomer, de Internationale Middenstandsvereeniging: deze koos uit den schoot van de Belgische vertakking, haren ondervoorzitter, den heer Julien Koch. Te München vergaderde begin November de machtige Duitsche Katholische Frauenbund; na driejarig bestaan, telt hij reeds 30 vertakkingen, met 11.671 leden en 141 aangesloten vereenigingen.Ga naar voetnoot(1) Aan de dagorde stonden liefdadige en sociale vraagstukken: de ziekenverpleging, de huis-industrie, het dienstbodenvraagstuk, en het onderwijs voor vrouwen. Als wij eenen vrouwenbond zullen hebben moet hij ook zoo gedijen. Te Berlijn vergaderde den 3 en 4 December de Gesellschaft für Sozial-Reform: zij besprak een onderzoek dat zij in Engeland had gedaan: over de beste wijze van verzoenings- en scheidsraden te vormen voor arbeid en nijverheid: Het collectief arbeidscontract werd er opgehemeld als zijnde de kortste weg tot een duurzamen vrede van kapitaal en arbeid.Ga naar voetnoot(2) Men zal mij verwijten, misschien, te veel feiten hier te hebben aangehaald en te weinig boeken te hebben besproken Ik bedoelde echter maar eenige banen te toonen waarop de eigenlijke sociale actie zich heden beweegt. Bij deze talrijke teekens van intensief gemeenschappelijk streven, welt overal de poging op, aan de beweging een stootje te geven; men mag aan die verzoeking niet weerstaan; het ware doodelijk voor 't algemeen belang, want het breede leven van onze hedendaagsche maatschappijen vergt thans ietwat strijdlust. Terwijl zekere hervormingen noodlottige uitwerksels zullen hebben, omdat zij op dwalingen berusten, zullen de krachten der weldenkenden de grondvesten leggen eener betere en blijvende maatschappelijke inrichting.
Jan Belpaire. |
|