Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1906(1906)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 334] [p. 334] Doolaars 's Morgens vroeg, door bittre koude, Rolde 'n karre, en in 't gespan Trapte een ezel trage; er nevens Droevig stapte een maag re man. Op de karre zat 'n vrouwe, Schier versteven... zuchtend diep, En 'n en traan zag ik, die, langs heur Wassen wangen, langzaam liep. Tegen heure borst, de sloore, Sloot ze een kind dat kriepend kloeg, Van de koude, die de snijwind Schuiflend bin' de wijte sloeg. Doolaars! zuchtte 'k, arme doolaars!... En ik dacht ineens op Hem, Die, met Jozef en zijn moeder, Vluchten ging van Bethleém. Fr. Bertrand, O.C. Vorige Volgende