Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1906
(1906)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 572]
| |
KunstprincipesDichter Novus - over wien ik
elders nog een woordje schreefGa naar voetnoot(1) -
kwam mij gister vragen, of ik
immer even koppig bleef.
Koppig wilde - trouwens alles
is, bij hem, onduidlijk diep -
koppig wilde zeggen: wars van
nieuwerwetsch sonnetgekriep.
Daar ik zweeg, ontvouwde hij 'n
stuk japansch papier en las
't klaatrend Credo, dat de expressie
zijner Kunstprincipes was.
Hij bekeek me intusschen, met extatische
oogen en ik sprak,
toen hij 't stuk japansch papier wegdompelde
in zijn binnenzak:
‘Hertlijk dank voor al hetgeen mij
kwistig daar geschonken wordt;
doch ik vind er, dunkt me, 'n schamel,
ja, 'n schamel ding te kort.’
‘Mag ik weten, vroeg hij schamper,
hoe het noemt, heer Predikant?’
‘Zeker! zei ik, ex abrupto,
zeker... 't heet: gezond verstand.’
En, met bibberlippen, zwaaide
Novus dan 't supreem verwijt:
‘Wat? gezond verstand!!! ik hoor wel
dat ge 'n oûwe pruike zijt!’
Om. K. De Laey.
|
|