| |
| |
| |
Inhoud van tijdschriften
Biekorf,
Grasmaand 1906. David en Goliath op zee: over groote en kleine oorlogschepen (H. Callewaert). - Eerste voorjaarsdag, Beuken, De Lente komt, Zilveren golfjes, verzen (Neeltje Jaarsma, ‘jeugdig frisch dichteresje, dat G. Gezelle en Vlaanderen geern ziet en hoort’). - Een ‘cluseneghe’ (kluis) te Nieupoort (R.D.P.) - Aan de belasterde Geloofsboden, verzen (A. Mervillie). - St-Hieronymus (Horand).
| |
Vlaanderen,
April 1906. Grijze dagen, door F. Verschoren, werkelijk grijs en vaal. - Manevijver, vers door Hermina Schuyters. - Blauwbaard of het zuivere Inzicht, door Karel Van de Woestijne: Mijn hoofd, mijn arm hoofd! - K.v.d.W. toont zich zeer ingenomen met Felix Rutten's Eerste Verzen. - Een zaakrijke kroniek over volkskunde, door A. De Cock, en een ernstig woord over ‘De Democratie in de nijverheid’ door L. De Raet.
| |
Studiën,
1 April 1906. De photographie der hemellichten (F. de Brmyn). - De dramatiek van Corneille (R. de Grave). - De Simplontunel (C.W.). - Wat is zekerheid? (Th. Ermers).
| |
De XXe eeuw,
April 1906. Rembrandt, weer van Van Deyssel's beste, de ziels-ontleding van den grooten kleurpoëet. - Is ‘celstraf’ nog langer geoorloofd en gewenscht? (Dr. A. Aletrino): hoofdzakelijk een lijst ongunstige adviezen over de celstraf. - Het gedicht, drie sonnetten (K. Van de Woestijne). - Aanteekeningen over Tooneel (Herm. Heijermans): De Regisseur. - Vervolg van Warhold, verhaal door Adriaan van Oordt.
| |
Groot Nederland,
April 1906. Cyriel Buysse vervolgt zijn Bolleken, nogal zeurig. - Fragmentarische Kritiek, over Händel, Bach, en hoofdzakelijk over Chopin; weer een dier storm-fantasiën van Quérido. - Vlaamsche Kroniek (Prosper Van Hove), over Wintertijd van Van Overloop, Openlucht en Stille Avonden van Streuvels, Marcus en Theus van Piet van Assche, Uitstap in de Warande, De Doolaards in Egypten en Van den Kleenen Hertog van G. Gezelle. - Literatuur: Van Nouhuys bespreekt Herman Robbers' Van Stilte en Stemming, Ina Boudier Bakker's Kinderen en Marie Metz-Koning's Verzen.
| |
De gids,
April 1906. Zomeravondwandeling, schrale schets van Samuel Goudsmid. - Vervolg van Middenstandskernen, door T. Nolthenius: ditmaal over de organiseering der Nederlandsche Ambachts-nijverheid. Er blijft nog veel te doen; Duitschland, Oostenrijk en België zijn Holland vooruit. - Prof. te Winkel's Inleiding tot de geschiedenis der Nederlandsche Taal, veel goeds daarover door A. Kluyver: ‘Te Winkel heeft beproefd een encyclopoedisch overzicht van de heden- | |
| |
daagsche taalwetenschap te geven. Beginnende met de meest algemeene komt hij tot mededeeling over bepaalde groepen van talen, ook over Indogermaansch en zijn onderdeelen, ten slotte over het Westgermaansch waartoe het Nederlandsch onmiddellijk behoort. Daarmee is het boek ten einde, de geschiedenis van het eigenlijke Nederlandsch heeft hij in een ander werk behandeld.’ - Ondoelmatigheid in de levende natuur, door F. Went, gaat in tegen de heerschende begrippen dat elk orgaan van dier of plant het best geschikte middel zou zijn tot uitvoering der bepaalde werkingen. - Romaansche Taalgeschiedenis: Waardeerende bespreking door Van Hamel van Brunot's werk: Histoire de la langue française, des origines â 1900. Tome I. De l'époque latine â la Renaissance. - Overzicht der Nederlandsche Letteren: naar aanleiding van Van Deyssel's 7e en 8e bundel Verzamelde Opstellen veel lof over den kritieker en den schepper, door C. en M. Scharten-Antink.
| |
Revue des deux mondes,
1er avril 1906. Les Désenchantées, vervolg van Pierre Loti's roman. - La méthode législative: Benoit klaagt over de wanorde in de Fransche kamer: het reglement moet volstrekt hervormd worden. - Les Journées et les nuits japonaises; l'île de Satsuma; la ville des Tombeaux; le Temple des Lépreux; la prison d'Omuta. (A. Bellessort); Electricité et transports urbains: Londres, Paris, Berlin. (Gast. Cadoux) - Le frère de Voltaire (A. Gazier): wat hij in zijn brieven zegt over zijn beroemden broer getuigt al niet veel voor dezen; hij was een hondsch egoïst. Voor geldzaken kwamen beide broeders in onmin. Voltaire, bij den dood van vader, was niet tevreden met zijn deel en betrok zijn broer. L'art français de la fin du M.A. - L'Idée de la mort et la Danse macabre (E. Mâle). - Le Roman historique aux Etats-Unis (Th. Beutzon).
| |
Deutsche Rundschau
April 1906 Onkel Julians Vermächtnis: novelle van Margarete Siebert. - Die wahren Ursachen der Katastrophe von 1806 (C. von der Goltz): het Pruisische leger werd overwonnen door den honger veeleer dan door den vijand. - Warschau und Moskau, indrukken door Sidney Whitman. - Athanasius Grün u. Nicolaus Lenau: herinneringen aan de twee bevriende dichters, door J. Proelz. - Ein Jahrhundert deutscher Malerei (Walther Gensel): Over gansch Europa is de geschiedenis der 19de eeuwsche kunst een doorloopende strijd van individualiteiten tegen de massa, van onafhankelijken tegenover de scholen: David bekampte de school van Boucher en van Loo; Delacroix, de Barbizon-mannen, de Engelsche Preraphaelieten, Courbet, Manet, Feuerbach, Böcklin, Watts, Millet, allemaal scheurmakers. Overwegend was de invloed der Fransche schilderkunst op de Duitsche. - Die politische Parteigruppirung in England (Th. Lorenz).
| |
Contemporary Review,
April 1906. The new government and its problems: Spender toont zich de vriend van 't kabinet Campbell-Bannerman. Dat is nu eindelijk een echt democratisch bestuur. 't Heeft onmiddellijk de vraagstukken aangedurfd die op alle geesten drukken: het leger en de vloot, de Chineezen-arbeid, Transvaal, de verbetering van 't lot der werklieden enz. - Religious Events in France: (Testis): pessimistisch voor de toekomst der katholieken. - Themarquis Saionji: een lofartikel van J. Takegoshi voor den nieuwen Raads-presi- | |
| |
dent van Japan, dien hij noemt den schrandersten staatsman van 't rijk en 't best op de hoogte der Europeesche toestanden. - The francogerman Frontier, uit krijgskundig oogpunt beschouwd door Dem. Boulger. - Nikolaï Andréyeivitch Rimski-Kòrssakov: Keeton bespreekt het werk van den Russischen musicus en vergelijkt hem met Richard Strauss. The Limitations of Napoleons Genius: J. Holland Rose beweert dat Napoleon een bekrompen geest was in zake godsdienst, kunst en letterkunde. In de staat- en krijgskunde was hij groot; toch blijft hij beneden Bismarck.
| |
Fortnightly Review,
April 1906 Morocco and Europe: Perseus wil eigenlijk wijzen op de noodzakelijkheid, ter fnuiking der Duitsche macht, van een weerverbond tusschen Engeland Frankrijk en Rusland. - Letters and the Ito: Het plan bestaat om in Australië, in Canada of in Rhodesië een onafhankelijken Joodschen staat te stichten. Zangwill deelt den uitslag mee van 't onderzoek daaromtrent, en de meeningen der meest bekende Engelsche letterkundigen. - Chinese Labour and the Government (Sax. Mills): A Saint in fiction (V. Crawford): over Fogazzaro's ‘Il Santo’ veel lof, maar toch meer waardeering voor zijn vroegere romans. - The survival-value of religion (Saleeby): zeer lezenswaard. Het leven is wel waard geleefd te worden als men het inricht op 't voorbeeld van Jezus.
| |
Varden,
Januari 1906. De vierde jaargang van het Deensche katholiek tijdschrift begint met een lezenswaardig stuk van Johannes Jörgensen, Indtryck fra Rom, dat vooral betrekking heeft op het godsdienstige leven in de eeuwige stad en meer in 't bijzonder op St-Pieterskerk en de Katakomben. - Paul Bourget, Opstandelse, vertaling uit het Fransch. - F. Esser. Relikviedirkelsen i den katholske Kirke, I, eene studie over de relikwievereering in de katholieke Kerk, geschreven naar aanleiding van een zoogezegd bevel des Pausen tot hernieuwing en strenge controol van de relikwieën ‘opdat vrome geloovigen niet langer vertrouwen zouden stellen in valsche voorwerpen, die ons gegeven worden voor echte heiligen-relikwieën’. - Oskar Andersen, Teatrene.
|
|