Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1906(1906)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 489] [p. 489] Kloostercel Mijn celletje, vol vreugdegeuren fijn, hoe kreeg ik lief uw witgekalkte wanden, waar bleeke Kruis-god, met bebloede handen omgloried hangt van rosen ochtendschijn! Daarbuiten, achter 't kanten raamgordijn, lokt, lente-gul, eene groene lustwarande met vijverpracht en bloesems allerhande, onder een koepel als van blauw satijn; toch houd ik meer - vergeef me, God, die weelde! - van 't hoekje, waar een liefdedroom omspeelde mijn priesterlijke jeugd, zoo goud-geverfd... Hier leerde ik onbeklaagd mijn wee-vracht dragen; hier zing ik soms van lang voorbije dagen en luister hoe met 't liedje ook de echo sterft.... Averbode. Fr. Ludovicus Blomme, O.S.N. Vorige Volgende