Omroeper
WIJ LEZEN in Van Onsen Tijd het volgende In Memoriam door Jan Kalff aan Pastoor Kaag gewijd, die stierf verleden maand:
Ietwat luidruchtige persoonlijkheid; graag geestig, en ter wille van een goeden zet anderer gevoeligheid niet steeds ontziende; wel eens loslippiger, naarmate hij zijn toevallige omgeving van zulke vrijmoedigheid minder gediend wist, scheen Pastoor Kaag, in de alledaagschheid van groote gezelschappen of volle spoorwegcoupés, een meer singuliere dan aantrekkelijke pastoorsfiguur.
Maar in de intimiteit van een kleinen kring, waar hij zich wellevend luisteraar toonde, scherpzinnig opmerker daardoor en fijn prater, als hij het woord nam - bleek hij veeleer een binnenstbeste, en vrijer van zelfoverschatting en geestelijken hoogmoed, dan tal van ‘bescheidenen’, bij wie zekere stille nederigheid van gedraging allerminst de veruiterlijking beteekent van eenig besef hunner geringe waarde.
Door rijke begaafdheid aangelegd op het verkeer met menschen-van-beteekenis en toch zelf geen voorman geworden, was hij liever bescheiden onder zijn meerderen dan de held in een kring van lagerstaanden. Uit een groote oprechtheid sterk in het vermogen der bewondering, kon hij van zijne persoonlijke herinneringen aan velen onzer groote mannen in vertrouwelijke oogenblikken verhalen met een mooi accent van innige genegenheid. En als hij het over zijn meest-bewonderde figuren had - over Dr. Schaepman b.v., over rector Van Cooth, of Mgr. Van Heukelum - dan moest ge al van hem houden om dien warmen toon.
Wel lijdend het leed van velerlei miskenning, die hem ook den drukken werkkring onthield, waarvoor hij gemaakt scheen, vond hij in een aangeboren, doch ook gekweekte, blijmoedigheid de kracht haar gelaten te dragen, en als het hem tóch te zwaar dreigde te worden, wanneer hij zich ál te na voelde benauwd binnen de waarlijk voor hem te enge sfeer, dan trok hij op reis en haalde, priester, nieuwen moed uit de aanschouwing der gloriën van het grootsch katholicisme, de hedensche in Rome en de verledene in de schoone monumenten en venerabele herinneringen van alle landen met eene oude beschaving.
Zoo was hij, buitensch pastoor, door zijn omgang en zijn reizen, een breede en openstaande geest geworden.