| |
| |
| |
Letterkundige kroniek
De literaire klokken zijn aan 't luien - en weten van geen uitscheiden - over drie nieuwgeboren boeken: Il Santo, van Fogazzaro, Hilligenlei, van Frenssen, en Nero, van Stephen Phillips.
Eer 't een jaar verder is zal de pasuitgekomen Heilige in alle Europeesche talen vertaald zijn: nu reeds is hij aan 't verschijnen in de Revue des deux Mondes, in Hochland en in 't Russische tijdschrift Westnik Jenropi.
Hochland geeft daarbij een breedvoerige studie over Der Dichter des christlichen Ideals.
Ook de Stimmen aus Maria-Laach zwijgen nog niet over den Italiaanschen romanschrijver: na een schets over hem in 't Januari-nummer is er nu in de Februari-aflevering een speciaal artikel over zijn jongste boek.
Il Santo is 't derde deel van een trilogie; 't is 't vervolg van 't verhaal, in Il piccolo mondo antico begonnen en in Il piccolo mondo moderno voortgezet.
Piero Maironi, na den dood van zijn vrouw, is de liefde van Jeanne Dessalle ontvlucht, wij weten niet waarheen. 't Is nu drie jaar geleden. Jeanne denkt gedurig op hem. Thans is ze op reis, ze verblijft te Brugge; en daar verneemt ze uit Italië van haar vriendin dat Piero wellicht gevonden is. Ze keert in allerijl naar heur land terug. 't Is Piero inderdaad: Hij is tuinier in 't klooster van Santa Scolastica en hij schuilt weg voor de wereld onder den naam van Benedetto. Hij komt aan huis bij Giovanni Selva, een schrijver die in zijn boeken strijdt tegen 't verouderde en 't bekrompene in de Kerk, en die, te zamen met Don Clemente, Piero ideeën inboezemt over de loutering van 't Katholicisme, en hem overtuigt dat hij, Piero, de man is voor die zending.
Jeanne wil Piero spreken, ze wil weten, nu zijn vrouw dood is, of ze mag hopen op hem. En ze ijlt naar 't klooster van Santa Scolastica, en verder de hoogten op naar Yenne, waar Benedetto den nacht in gebeden heeft doorgebracht. Daar zien ze malkander
| |
| |
weer: zij de vrouw van reinen, maar onstuimigen hartstocht en hij die zich wil versterven van alle menschelijke drift. Hij stelt haar enkel deze vraag: Gelooft gij? - Neen. - Welnu, ga heen: maar deze belofte geef ik u: Op mijn sterfbed zal ik u ontbieden. Uw naastenliefde, die gij zoo mild oefent, zal u intusschen voorbereiden tot het geloof. Gebroken keert Jeanne weer naar Selva's huis...
Benedetto predikt, hij geneest de zielen en soms, o wonder! de lichamen ook. Hij bewerkt genezingen door die kracht van gelooven die bergen verzet. Overal dringt zijn faam door en 't vereerende volk dat naar Yenne komt gestroomd noemt hem den Heilige.
Maar zijn prediking is zoo vrij, zijn dogma-inzicht zoo breed, zijn leer zoo stout-betrouwend op God, dat hij door de geheime werking van eenige priesters weg moet uit de streek. Hij gaat naar Rome bij den Paus, en heeft daar met dezen een diep-ingrijpende samenspraak. De schitterend-christelijke volmaaktheid van Benedetto oefent grooten indruk op den Paus. Hij is 't eens met II Santo dat de Kerk zou moeten gezuiverd worden van slenter en heerschzucht en geldbejag. Toch kan de Paus Benedetto's gedachten niet doorzetten, want hij is oud en voelt zijn wilskracht niet bestand tegen den onwil en de gemakzucht van zijn omgeving.
De kuiperijen doen ten slotte Benedetto Rome verlaten. De Heilige is uitgeput en gaat nu langzaam den dood te gemoet. Jeanne Dessalle staat gereed, want de liefdevolle vrouw ziet het naderend einde.
Benedetto stuurt zijn getrouwen een laatste vaarwel toe, en hij legt hun de zending op altijd te werken tot loutering van de Kerk.
De Heilige rust op zijn sterfbed. Jeanne komt bij: Hij kan niet meer spreken, maar met zijn brekende oogen vraagt hij haar iets. Jeanne begrijpt en geeft hem het kruisbeeld. Hij tracht zich op te richten om haar het kruis toe te reiken. En de ongeloovige Jeanne van weleer drukt op den Christus een vurigen kus van liefde en van geloof... De laatste bekeering is bewerkt, en met een dankenden blik ten hemel gaat de Heilige uit dit leven zachtjes weg.
Daar zijn in dit meesterlijk geschreven boek onvergetelijke bladzijden: Selva en zijn vrouw, don Clemente, de bijeenkomst van Il Santo met Jeanne, zijn heengaan uit Yenne, zijn samenspraak met den Paus, zijn sterfbed.
Maar de altijd heropgedeunde tendenz bederft het kunstgenot zeer. Pater Baumgartner is, meenen we, niet te streng in zijn
| |
| |
oordeel, als hij besluit in de Stimmen aus Maria-Laach, Feb. 1906: Jeanne's liefde en Piero's mystieke ontwikkeling zijn de twee drijfveeren in dezen roman, dien men even goed ‘Een hedendaagsche Hervormer’ zou betitelen. ‘Auf der langsam sich fortschleppenden Handlung lasten die endlosen Reformdebatten, Reformbriefe, Reformreden, Reformdialoge und endlich noch das Reformtestament Benedettos.’ Wie geen godgeleerdheid bestudeerd heeft loopt gevaar het valsche van 't ware niet af te scheiden.
* * *
Alle tijdschriften schijnen zich over Hilligenlei het ordewoord te hebben gegeven. 't Is nagenoeg overal: ‘haro sur le baudet!’ Kunstwart brengt Bartels' oordeel: een vonnis. Frenssen's nieuw boek is een prul als roman, en als sociale, ethische en godsdienstige arbeid is 't ook niemendal waard. Korn, in Die neue Zeit, vindt Frenssen's menschen ‘wortkunsthomunkeln’ wier leven enkel is papier en inkt. Der Türmer is iets minder boos: Höffner ziet in den Meldorfer dichter ‘die starke Wildheit eines ursprünglichen Talentes’ maar een talent gezwollen tot berstens door wolkenbreuken van kritieklooze bewondering. Zola noemt hij kuisch en Maupassant rein, bij de ongezond-erotische zinnelijkheid van Frenssen's roman. - Ongenadig afmakend is Popp in Die Warte: ‘Wir könnten im einzelnen noch viel über Hilligenlei sagen, da wir es aber vollständig ablehnen, hat dies weiter keinen Zweck.’ En das Literarische Echo heeft er pret in den dichter en denker van Hilligenlei in 't ootje te nemen dat het een aard heeft.
Beter gezind is de Konservative Monatschrift: Daar zijn in dit boek dichterlijke voortreffelijkheden; maar de zinnelijke schilderingen maken het voor een deel ongenietbaar.
Enkel uit de Deutsche Monatschrift schettert de loftrompet: ‘Vor dem Buch sollten wir mit dem offenen Auge des Kindes stehen, durch das die Seele staunend in ein fremdes, schönes Land schaue.... Hilligenlei ist heiliges Land - wer's betreten will, der ziehe seine Schuhe aus, die vom Wandern im Menschenland bestaubt sind, der lasse weit dahinter der Menschen Gewirr, um in segnender Stille in die Tiefen einer suchenden aber echten und reinen Menschenseele hinabzulauschen.’
Zonder ons neer te leggen bij dit bombastisch geprijs mogen we gerust a priori zeggen dat een boek 't welk zóoveel recensenten heeft kwaad en razend gemaakt, zijn verdiensten moet hebben.
Zeker is het ons lang niet meegevallen als Jörn Uhl.
| |
| |
Frenssen's eerste roman heeft veel gebreken van samenstelling: maar 't blijft toch een boeiend, een geestig, een gezond, een flink verzonnen, een kranig geschreven, een zeer eigenaardig, een onvergetelijk boek. Niet zoo Hilligenlei; daar is niet enkel geen eenheid, daar is geen duidelijkheid in dezen roman. 't Is een rommelzoo van gebeurtenissen en karakters, waar niemendal van terecht komt. Toch zijn vele van die vertellinkjes op zichzelf juweeltjes van lieve naiefheid en van schalkschen geest. Tante Malchen heeft oogenblikken dat ze u tranen van aandoening in de oogen brengt, en Anna Boje is heel niet kwalijk. Maar die lieflafferij met Pe Ontjes Lau: 'k zal nooit verstaan hoe de reine dichter van Jörn Uhl zoo iets in zijn hoofd en uit zijn pen heeft gekregen.
En dan die lange dwaasheid van 't 26e kapitel; dat domme hoofdstuk: Die Handschrift. Frenssen apostel en profeet van zijn eigen Christendom, het nieuwe evangelie, het leven van Jezus, den grooten, den goeden, den heiligen mensch: de mensch, die men God meende, omdat hij door suggestieve heilkracht zijn medemenschen genas. En Frenssen heet zijn capitulatie voor de zoogezegde wetenschap dan nog een geloof!
En dat boek, meer speciaal om dat Handschrift-hoofdstuk. beleeft op zeven weken zijn honderdste duizendtal. En honderden brieven komen den profeet van Mehldorf bedanken om 't verkondigen van 't echt-christelijke woord en om 't licht waarmee hij de twijfel-nevels uit de modern-denkende-hoofden van die lezers heeft weggejaagd.... De Dalaï-Lama in 't heilige Lhassa van Thibeth krijgt, bij mijn ziel, geen komischer hulde!
* * *
Nero, het nieuwe drama van Stephen Phillips, werd in His Majesty's Theatre opgevoerd met weergalooze pracht van voorstelling. Het werk van den jongen Phillips laat als drama te wenschen over: 't is niet zoozeer een organisch geheel, als een aaneenrijzing van dramatische tooneelen, dan eigenlijk nog te persoonlijk lyrisch. Maar betooverend schoon zijn Phillips' verzen.
Zijn Nero heeft de geschiedkundige personage zoo getrouw mogelijk weergegeven. Heel gewetensvol heeft Phillips, naar eigen getuigenis, het boek van B.W. Hendersohn gevolgd: The Life and Principate of the Emperor Nero.
Nero is dus ook hier de bloedhond-artist, die den moord op zijn broeder en zijn moeder smaakt als 't meest verfijnde kunstgenot. Zijn broeder Britannicus laat hij aan tafel met rozen bestrooien; de jongen moet dan met zijn schoone stem een liedje
| |
| |
zingen, en daarna wordt hem de giftbeker ter lafenis gereikt...
Voor zijn moeder Agrippina heeft hij 't nog heerlijker gevonden. Die wordt op een bloemenschip de zee ingestuurd. Nero kust en koost zijn moeder ten afscheid. Als ze ver genoeg is gevaren, valt als bij tooverslag het schip uiteen en Agrippina zinkt de zee in. Nero jammerklaagt en huilt zijn rythmischschoonste weekreten uit. ‘Wat een stof voor een ode!’ besluit hij.
Agrippina's geest blijft hem vervolgen. Het leven wordt hem eindelijk een last. Hij wil een reuzenvertooning bij zijn dood. En als hij 't genot heeft gesmaakt de gansche stad Rome te zien schitteren in vlammen, dan krijgt hij ten slotte zijn bekomst van de artisten-zaligheid.
O goden, welk een kunstnaar sterft in mij! is zijn laatste vers.
* * *
Bij 't enkel doorbladeren van Faguet's laatste boek: L' Anticléricalisme wordt men algauw gewaar dat deze bundel actueele politiek zeer wezenlijk tot de letterkunde behoort.
Overbodig te zeggen dat Faguet zelf lang geen klerikaal is, maar de geestige Academieker staat hoog genoeg boven den politieken konkelfoes om klaar te kijken en vrij te spreken. Met een logika die nooit aarzelt of mist, komt hij tot het besluit dat een antiklerikaal in Frankrijk noodzakelijk een despoot moet wezen.
Fijn-geestig zegt Faguet zijn zegje over 't karakter zijner landgenooten:
‘Adolescent, jeune homme, le Français très souvent est proprement insupportable. Il semble toujours avoir conquis le monde ou être sur le point de le conquérir pourvu qu'il le veuille et qu'il fasse un geste pour cela. Il est tranchant, décisif et décisionnaire. Son opinion est la seule opinion qu'il considère et qui soit digne de considération. Il s' étonne qu'il puisse y en avoir une autre et qu'on fasse quelque attention à celles qu'il n'a pas. Surtout il croit toujours avoir inventé les idées qu'il a ou qu'il pense avoir. Il expose des opinions très connues comme des découvertes qu'il vient de faire et qui attendaient sa venue au monde pour y paraître elles-mêmes. Tout au plus il associe un nom célèbre au sien, non pas comme le nom d'un maître à celui d'un disciple, mais comme celui d'un égal. Il dit “Comte et moi.” Il dit “Renan et moi.” Se mettre de pair avec un grand homme est jusqu'où sa modestie puisse atteindre.
| |
| |
Tout jeune Français a inventé une philosophie, créé un art nouveau et improvisé un genre littéraire qui était inconnu.’
.. Na die bittere pil, een zoeter, opgediend in het Berliner Tageblatt door den Franschen schrijver Theod. Wolff: Politik und Literatur:
‘Während die französischen Schriftsteller in ihren Romanen und Dramen dem Publikum zuliebe fast immer das gleiche Ehethema abwickeln, behandeln die Deutschen jetzt sehr verschiedenartige Fragen, aber während die Deutschen noch immer, wie in Heines Tagen, auf ihrem Dichterstühlchen hocken, nehmen die französischen, als alte Kulturmenschen, einen weit regeren Anteil am Leben Man braucht nicht an Victor Hugo, Lamartine, Renan, Sainte-Beuve und Zola zu erinnern, auch die Lebenden, Paul Bourget, Anatole France, Barrès, Prévost und Lemaître, haben von fast jedem Wissensgebiete gekostet. Viele von ihnen haben sich in irgend einer Weise politisch betätigt. Politiker, wie Clémenceau, stehen in engsten Beziehungen zur Literatur, und wenn diese Vermengung einigen, wie Lemaître, nicht allzu gut bekommen ist, so hat sie doch manchem andern den Gesichtskreis erweitert. Bei uns begnügt man sich gewöhnlich damit, seine dichterische Berufstätigkeit emsig und pünktlich zu verrichten, und man glaubt schon, die Welt zu umspannen, wenn man in mutigen Telegrammen die deutsch-englische Freundschaft herbeiwünscht oder bei den Soireen des Reichskanzlers den nationalen Sekt trinkt.’
* * *
- De Mercure de France geeft Documents sur Baudelaire, de briefwisseling tusschen hem en Barbey d'Aurevilly, een bruuske neven-mekaar-plaatsing van twee zoo kras-verschillende karakters: Baudelaire, de sombere ‘ivrogne d'ennui, d'opium et de blasphèmes’ en Barbey, een bijna satansche katholiek ‘à califourchon sur un éclair.’
- De Fransche Revue, 't Litterarische Echo, Westermann's Monatschrift en andere tijdschriften doen hun beste om een menschelijken uitleg te geven aan 't nieuw symbolistisch drama van Gerh. Hauptmann: Und Pippa tanzt. Gansch Berlijn gaapt op het stuk als de boer op zijn kalf met twee koppen. Hauptmann wordt ongetwijfeld langs om origineeler, maar even ongetwijfeld langs om minder verstaanbaar, langs om minder kunstenaar en tooneelschrijver.
| |
| |
- De Zweed Tor Hedbergs heeft zijn reeds eervollen naam met Ett hems drama (het huiselijk treurspel) weer nieuwe eer aangedaan. 't Werd onlangs in 't Svenska Teater opgevoerd. 't Is de verwoesting van een ideaal van huiselijk heil door de ontrouw van de vrouw.
- In den loop van Februari stierf W. Doorenbos, de vader der Hollandsche Modernen. Scheppend artist was hij niet, groot letterkundig criticus evenmin, maar toch had hij veel geestdrift voor de literatuur: warm en opwekkend was zijn woord en in de harten van zijn leerlingen Perk, Kloos, Alb. Verwey, van der Goes, enz. heeft 's professors vonk een laaiend vuur ontstoken.
J.P.
|
|