| |
| |
| |
| |
Overzicht der tijdschriften
De Belgische School. Opvoedkundig maandschr., Brugge, drukker Van de Vyvere, prijs 3 fr. September 1905.
Een belangrijk nummer. Aangeteekend o.a. Belgiës's 75 jaren. Hierbij is eene leerrijke tafel gevoegd. aanwijzend hoe de grondwettelijke vrijheden in verschillende landen gewaarborgd zijn. Nergens bestaat de vrijheid gelijk in België. - Het 4e vervolg en slot over de samenvatting in het onderwijs. - De Aanschouwing in het middelbaar onderwijs. Een spoorslag voor onze lagere scholen. Het is eene reeks artikels van het Bruss. dagbl. Le XXe Siėcle, over het pedagogisch Congres van Bonne-Espérance. - Concentrische verhandeling in de drie graden van het onderwerp: Onze nationale feesten. - Voorts nog art. over practisch rekenen, over de tentoonstelling van Luik, enz. Officiëele stukken.
- October 1905.
Beknopt verslag van schoolinspectie. - Het internationaal Congres der Opvoeding te Luik. - De School-matigheidsge-nootschappen uit opvoedkundig oogpunt. Voordracht van den Hr. Sengers. - Lessen voor adultenscholen. - Taalkunde. Eigenaardigheden der Belgische Schrijftaal, door C. Claerbout. - Programme du Cours de flamand à Liége. Officiëele stukken.
| |
St-Cassianusblad. Maandschr. voor Opvoeding en Onderwijs, Mechelen. November 1905.
Het maandschrift drukt den zoo schoonen omzendbrief van HH. Hoogw. de Bisschoppen van België ter gelegenheid van ons vaderlandsch jubelfeest. Verder opgeteekend: het verslag van 't congres van Bergen nopens het lager onderwijs; - het lager onderwijs op de tentoonstelling te Luik; - eene aanspraak van Kan. Muyldermans op de vergadering der christene onderwijzers te Turnhout, den 26 Sept. l.l.,; - een art. van Mr Roevens over het Ghristen-onderwijzersverbond; - officiëele stukken; - boekennieuws, enz.
| |
De Groene Linde. November 1905.
Omer K. De Laey schetst in zijn IJzerwegreizigers kort en geestig, de reizende Engelschen, Duitschers en Franschen. - E.H. De Cock in zijn Uitkijk schrijft zijne indrukken neer over het Congres van het Davidsfonds te Lier ‘tot zijn eigen geluk en voorspoed zal de warmte van het jonge broed zijn eigen vleesch en merg doorgloeien en een nieuw beloftenrijk leven wekken in zijn oude, stramme lijf.’ Dan gaat het over de jongere Vlaamsche letteren ‘er is te veel navolging, bewuste of onbewuste, bij ons schrijversvolk... Het is klaar dat de meeste proza
| |
| |
“gestreuvel” is, en dat de de verzen door den band onder een invloed staan, ofwel van Gezelle ofwel van Kloos en Cie.’ Ten slotte nog eene opwekking tot het vieren van Ledegancks eeuwfeest, Zielelente, 'n Bohemiaantje en 'n Ongelukkige Dag drie aardige schetjes door Rud. Fryters, K.E. en Ern. Claes - Verzen door Felix Rutten, Aran Burfs, J. Hammenecker, J. Eeckhout. A. Van Cauwelaert, J. Geyens, Reim. Kimpe en Ern. Windels.
| |
De Vlaamsche Kunstbode, October 1905.
Nelle van den Boschkant, schets door Okt. Steghers. Steghers is een jongen waar talent in steekt; maar hij schrijft te veel, zou meer moeten zijn onderwerpen doorpeinzen, ze ‘zien’ en zijn stijl beter verzorgen. - Herdruk van F J. Van den Branden's opstel over Eug. Zetternam. - Medard Verkest in Een ‘vrouwelijke’ Archivaris uit de XVIe eeuw vat de bijdrage samen van Dr Jef Cuvelier over zuster Elisabeth van Elderen in de Melanges aangeboden aan Paul Fredericq - Verzen door Jac. Stinissen, Leon Buyst, M. Van Winckel en Fr. Van Mechelen. - Vlaamsch leven en kroniek.
| |
De Banier, deelen 6-8
Van L. Lambrechts een gedicht Rond de Waschkuip en een Limburgsch Halewijnlied opgeschreven te Martenslinde. Het zal met melodie en begeleiding opgenomen worden in eene verzameling van oude Limburgsche liederen die schrijver toekomend jaar zal uitgeven. - Slot van Alf. Jeurissens Maerlandsche doodenvertelling: De Witte Vrouw en van J, Lenaerts gedicht De Val der Engelen. - Verslag over den Vlaamschen gouwdag te Reckhem ingericht door den Oud-Hoogstudentenbond dèn 24n September l.l. - Vervolg van Dr Gesslers Taalkundige Studiën, Hier gaat het over de Indo-Europeesche Taalfamilie - Eene toespraak over 't Vlaamsch in 't onderwijs - Letterkundige ontleding van Winkler Prins' Maaiers door J. G(eurts). Voorts verzen door L. Nelissen en Cl, Van der Straelen.
| |
Verslagen en mededeelingen der Kon. Vlaamsche Academie. September 1905.
Edw. Gaillard deelt een nieuw fragment mee van Maerlant's Wapene Martijn. Voorts verslag der zitting van 27n September.
| |
Biekorf. tken 20-22
Dr E. Lauwers vertaalt het 4e en 5e tooneel uit Koning Lear - Dr A Depla schrijft Over Pokken-zetten. - E.H A. Mervillie schrijft ‘e reeksen antwoorde aan Eerw. Dumez.’ en verdedigd het bestaan der borstelbie. - Manuël Matte vertaalt uit de deensche Zee- en Strandgeschiedenissen van Holger Herolt Drachmann een eigenaardige schets De Strandwasscher. Voorts Mengelmaren, en verzen door F. De Jonghe, D. Van Haute, Om. K. De Laey. Ook twee onuitgegeven gedichten van Guido Gezelle.
| |
Het Katholiek Onderwijs. November 1905.
Z.E.H. Kan. Am. Joos schrijft Over het aanleeren van nieuwe woorden aan kinderen en beroept zich, ter staving, op Mgr Merciers Psychologie. - P. Morre geeft het vervolg van zijn opstel Over de Vespers. V.D.L. schrijft geestdriftig over de scheiding
| |
| |
van België met Holland in 1830. - Staatsprogramma van het lageronderwijs en schoolnieuws.
| |
't Park's Maandschrift.
J.L. J(ansen) geeft eenige geschiedkundige aanteekeningen over De Abdij van Averbode. - Belgische zendelingen der orde van Premonstreit uit de abdij van Grimbergen in Zuid-Afrika en Canada, - Brief van E.H.B. Maussen uit Montes Claros met bijzonderheden over het volksleven in Brazilië.
| |
Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant October 1905.
E.H. Goetschalckx deelt geschiedkundige bijzonderheden mee over Het Hof ‘Ten Wijngaard’ onder Schooten, een der schoonste buitenverblijven uit den omtrek van Antwerpen. - Vervolg van E.H. De Ridders aanteekeningen over het kapittel van St Germanuskerk te Thienen. - XVe vervolg van Edm. Geudens Plaatsbeschrijving der straten van Antwerpen en omtrek. Max De Troostembergh schrijft over het huis ‘Op de Biest’ op St Jacobsplaats, vroeger het Biestplein, te Leuven.
| |
Germania. November 1905.
Nationale Bildung een aanspraak van Rich. Lieske. - Samengevat een opstel van Sidney Low uit de Standard over de Duitsche fabrieken en het leven der Duitsche en Engelsche fabriekwerkers. Hij gelooft dat de Duitsche arbeider beter gevoed is, en schrijft dat toe aan de Duitsche huisvrouw. - Eene uitvoerige bespreking van prof. Samasse's werk Das neue Südafrika, geknipt uit een of ander blad want ze begint ‘Unter dieser Ueberschrift ist bei C.A. Schwetske & Sohn Berlin, ein Buch aus der Feder des Südafrikanischen Mitarbeiters Genannter Zeitung erschienen...’ Uit In Germaansche Landen van Omer Wattez. Bij Beethovens Graf te Weenen. - Die Eiszeit in den Reinlanden, volgens Dr Pohlig. - S.B.v. Maassen bespreekt in zijne Duitsche Kroniek eenige jongst verschenen Duitsche boeken.
| |
Ontwaking. November 1905.
Dr von Römer, schrijft over Vincent van Gogh, hij ‘wil als psychist het goed recht dier pathologisch groote geesten verdedigen’ en wil ‘toonen in de werken van v. Gogh den subliemen goddelijken waanzin: ja het sublieme, het sereene en 'tgoddelijke, maar ook den waanzin van den Meester’. Uit eene nota onder aan de bladzijde 400 blijkt dat de schrijver binnen kort de vertaling zal uitgeven van Nietzsche's Also sprach Zarathustra. Daarmee verstaat men den stijl en ook ten deele den inhoud van dit artikel. Fijne Fragmenten door Jacob de Haen. Vervolg van Oscar Six' novelle In den avond. Verzen van Siska Van Daelen en Neel Hiddar.
| |
Durendal, October 1905.
Frans Ansel wijdt geestdriftige bladzijden aan den jongst overleden franschen dichter José Maria de Heredia wiens ‘Trophées résisteront aux outrages du temps, avec plus de bonheur qu'aucune autre oeuvre de ses frères d'armes’. - E H. Verhelst is niet goed te spreken over Jordaens ‘à ceux qui ne
| |
| |
le soupçonnaient pas, cette exposition fait découvrir un Jordaens peu soucieux de la dignité de son art, bâclant à la hàte des sujets auxquels il ne croyait pas, sans même dissimuler son dédain ou son scepticisme gouailleur, signant des machines entreprises par amour du lucre, et dont il abandonnait l'exécution aux manoeuvres de son atelier, donnant la pleine mesure de son mauvais goût et ses préférences pour le détail matériel, scurrile ou obscène, gâchant de plus en plus son talent en des recherches de colorations invraisemblables et déplaisantes, jusqu'à renier ce qui avait fait le grand charme de ses bonnes compositions: l'éclat et la vigueur du coloris. Nous avons donc appris à reconnaître en Jordaens le plus inégal des peintres, qui eut le malheur de survivre longtemps à l'apogée de son talent, et dont l'oeuvre méritoire se borne à une douzaine de belles toiles’. - Vervolg van H. d'Hennezels' roman Le Transfuge en van Joz. Janssens' Fra Angelico. Voorts verzen en kronieken-
| |
La Quinzaine. 1er Juillet 1905
- Louis Arnould. De la patience féminine dans l'éducation. - Lucien Donel Aux ckamps des Mardelles. - Emma Angot. Le Conservatoire des Mimi-Pinson. - Joseph Wilbois. L'utilisation du positisme, à propos d'un livre récent. Schrijver ontleedt het boek van Brunetière en beoordeelt eenige gedachten. Brunetière wil het positivisme van Aug. Comte gebruiken tot het verdedigen van den kristen godsdienst. De kristen apologist kan drij zakeu uit het positivisme overnemen De strijd tegen de hoofddwaling der xviiie eeuw. 2. De Metaphysiek van Comte. 3. De studie der maatschappijleer die tot den godsdienst leidt. Ziedaar het boek van Brunetiêre. Wilbois tracht te toonen hoe Brunetière de gedachten van Comte, dien hij niet begreep, heeft willen gebruiken en hoe hij met de beste hedendaagsche positivisten overeenstemt. Brunetière aanziet Comte ten onrechte als een metaphysicien. De subjectivisten en de phenomenisten verwerpen de metaphysiek. Valt een schrijver het subjectivisme aan dan wordt hij dikwijls als een metaphysicien aanzien, al is hij phenomenist. Dit is hier het geval met Comte. - Comte was ook niet godsdienstig. Metaphysiek en godsdienst moet men bij de volgelingen van Comte zoeken. - J. Segond. Le Crépuscule des idèes. - G. Le Roy Liberg. Au Tonkin. III. - J.P. Armand Hahn. Leçon de choses. Enquête de la Quinzaine. Qu'est-ce qu'un dogme? VII.-VIII. Un théologien traditionnel, antwoordt op de artikels van Leroy dat er redens tot geloof zijn. 2. Dat het dogma niet alleen een ontkennenden zin heeft.
- 16 Juillet 1905.
- Latreille. Les derniers jours de Joseph de Maistre, racontés par sa fille Constance de Maistre. - Marc Hélys. Femmes de lettres suédoises contemporaines. Selma Lagerhof. - Lucien Donel. Aux champs des Mardelles. II. - Louis Le Barbier. En Mauritanie. - Joseph Wilbois L'utilisation du positivisme, à propos d'un livre récent. II Comte was geen metaphysicien. Door de studie der wetenschappen zijn de volgelingen van Comte stil aan een weinig tot de metaphysiek weergekeerd. In het hedendaagsche positivisme vindt men ook eene meer godsdienstige strekking. - Vte Jean de Montlaur. Récits en chéchia. Une Judith inédite. - André
| |
| |
Baudrillart. Vinisius à Nigra. L'origine d'une lettre de direction écrite il y a 1600 ans. - Enquete de la Quinzaine. Qu'est-ce qu'un dogme? IX, X, XI. XI Un professeur de petit séminaire, antwoordt ook aan M. Le Roy dat het dogma niet alleen eenen ontkennenden zin heeft. X ‘Un professeur de Lycée’, antwoordt dat hij de ‘intellectualiste’ beteekenis van het dogma, welke het immer gehad heeft wil behouden. In plaats van te vragea ‘Qu'est-ce qu'un dogme?’, zou Mr Le Roy beter doen te vragen: Comment concilier nos dogmes éternels avec la philosophie transitoire de 1905’. X.J. Fontaine antwoordt dat er met Mr Le Roy niet te redetwisten is, vermits deze, ‘volontariste’ tot in 't merg der beenderen, van een gansch verschillend standpunt vertrekt. - Paul Narsy. Art et Littérature. - Jean Lionnet. Chronique littéraire. Deux livres sur l'Alsace.
| |
Bulletino critico di cose franciscane, April-Juni 1905.
Eindelijk de tweede langgewenschte aflevering van het belangwekkend tijdschrift.
Het eerste artikel - eene bijdrage aan de Italiaansche gewijde dichtkunde, uit den codex: ‘dell' Archivio capitolari di Pisa’ getrokken, levert 5 puikdichtjes van onbekende schrijvers - tintelend van zuiver, zoet, zielsverheffend en gloedvol middeleeuwsch godsdienstgevoel, op wiens liefdevleugelen. na Franciscus' komst, de samenleving zich zoo dikwijls tot het bovennatuurlijke verhief. Verscheidene dichtjes waar de diepvoelende ziel van Giacopone di Todi, zoo bewonderenswaardig om de weemoed-sidderende klanken van het ‘Stabat Mater dolorosa’ als om het vreugdetrippelend ‘Stabat Mater gaudiosa’ kristal helder in weerkaatst. - Dan beschrijvlng van een handschrift der 15de eeuw (1476) berustend in de bibliotheek van Padua, over de twaalf gezellen van S. Franciscus. Het 1e deel beantwoordt grootendeels aan de ‘Actus S. Francisci et sociorum ejus’ uitgegeven door P. Sabatier. Eene vergelijking met het handschrift van ‘Antwerpen’ in het licht gegeven door den verdienstvollen P. Stephanus Schoutens zou wellicht niet zonder belang zijn. Het tweede deel een handschrift der frissche balsemgeurige ‘Feoretti di S. Francesco’ gevolgd van betrachtingen over de wondteekenen van S. Franciscus. Het derde behelst verscheidene litturgische officien.
Vervolgens zaakrijk artikel van Leon de Kerval over de hronnen der oorspronkelijke Franciscaansche geschiedenis Vrij, rechtzinnig en onafhankelijk teekent de ‘Speculum perfectionis’ het ware beeld van den zoeten, ridderlijken Poverello, tot in de fijnste gevoelens zijner ziel, terwijl de officieele geschiedschrijver Thomas a Ceano, uit schrik van broeder Elias, er dikwijls de luisterrijkste kleuren van achterlaat in zijn vita ra (wat hij toch wel soms verbetert in zijn vita 2a,) en St Bonaventura de geschiedkundige waarheid soms opoffert aan zijn bevredigingsplan. Mijns inziens zal Dr Walter Goetz na de bewijsvoering van De Kerval het lastig hebben om zijne stelling te houden: ‘Thomas a Celano is het hoofdgezag in de Franciscaansche geschiedenis’ - Verder eene spitsvinnige kritiek van Felice Tocco over: ‘Examen de la vie de frère Elie du speculum vitoe, par Sabatier’ De Bulletino sluit met belangrijk boekennieuws, een verslag over de werking der ‘Société d'études franciscaices de la Grande
| |
| |
Bretagne’ en eenige belangrijke nieuwstijdingen die den welkomsgroet vooral der franciscanizanten verdienen.
| |
Lectuur, nr 6.
Dit nr 6 werd ons eerst in October toegestuurd... eindelijk. Wij treffen er in aan de bespreking van 17 fransche boeken, en van 7 Nederlandsche. waaronder Vermeylens ‘Eerste bundel verzamelde opstellen’ het eenige Belgisch werk is. De aflevering zet de opgave voort der verhalen in Engelsche taal die voor 'n biblioteek geschikt zijn; doch 't is al te dikwijls een half-volledige titel, zonder jaartal, zonder drukker, zonder iets bibliographische waarde, Zoo iets of niets is al 'tzelfde. Het overzicht der tijdschriften is gebrekkig. ‘Lectuur’ zegt gaarne de waarheid aan de ‘vrienden’; wie zegt eens aan haar dat, van een katholiek tijdschrift van haar slag, meer mag verwacht? Me dunkt mij, dat de klanten in protestantsche guldenwinkels gauwer en goedkooper zijn gediend.
J.M.
| |
De Katholiek, November 1905
F.J.P.G. van Etten schrijft over De Messiaansche Psalmeu, de zeven psalmen die den Messias en zijne kerk voorspellen. Vervolg van Dr A. Habets' studie over de regeering van den raad van state en van Don Juan van Oostenrijk 1576 en 1577, waarin de sluwheid van Willem van Oranje helder aan 't licht komt. - Het verband tusschen den gas- en den vloeistof-toestand door Dr W.H. Keesom. - Xenia een ongeteekende schets.
| |
Studiën. Dl. 65. - afl. 2.
Vooraan een In Memoriam van P. Paulus Bruin, den 25 Sept. in het college te Oudenbosch overleden, een trouwen meewerker van De Studiën, welbekend om zijne Sociologische beginselen. - De kenwaarde van het menschelijk verstand. - Een lezenswaardig artikel van W. Van Nieuwenhoff over Jacob Roelandsz, 1655-1683, hoe hij Jezuiet wordt, regelmatig schrijft aan zijne ouders die hem verstooten, hoe hij missionaris wordt in Brazilië waar hij sterft. - J. Van Kasteren bespreekt jongst verschenen werken over Schriftuur, en H.J. Allard het boek van pater Delehaye Les legendes hagiographiques.
| |
De Gids. November 1905.
Eerste hoofdstuk van een roman Kunstenaarsleven door Is. Querido. - Voor een Doode, verzen door Helène Lapidoth-Swarth. - H.L.F. Pisuisse bespreekt de verschillende beweringen aangaande Petrarca's liefdegeschiedenis. ‘De vrouw die Petrarca een en twintig jaar bij haar leven bemind, wier ongerepte kuischheid en schoonheid hij tot tien jaren na haar dood in onsterfelijke zangen verheerlijkt had moest dus zijn Laura de Noves, gesproten uit een aanzienlijk Provençaalsch geslacht, omstreeks haar achttiende jaar gehuwd met Hugo de Sade, syndic van Avignon,... De zinnelijke begeerte om haar te bezitten had den dichter in zijne jeugd beheerscht, maar was gaandeweg van hem geweken. Lang vóor haar dood was ze voor hem geworden de leidsvrouw tot een rein leven, gericht op de onsterfelijkheid. De bijzonderheid dat hij bij eene andere vrouw intusschen twee natuurlijke kinderen verwekte, had aan deze ideale
| |
| |
verwantschap geen afbreuk gedaan.’ - Prof. A. Bruining begint een opstel over Wetenschappelijke Methaphysica. - De letterkundige kroniek is gewijd aan Vertalen en Vertaalkunst. De slotzin mag hier wel overgeschreven worden ‘ook hier achten velen zich geroepen, en zijn maar weinigen door aangeboren taalgevoel en smaak uitverkoren.’
| |
Taal en Letteren. 15 Oct. 1905.
M. Van Wijk schrijft Over Nederlandsche Grammatica naar aanleiding van Dr K. Holtvasts Beknopte Nederlandsche Spraakkunst ‘Des te verdienstelijker is nu de onderneming van Dr Holvast, om een schoolgrammatica in “nieuwen” geest te schrijven.... Tegenover het goede staat ook veel minder - goeds: in verscheidene gevallen ware het beter geweest verder te gaan dan schrijver doet.’ Overgedrukt uit de Amsterdammer een artikel van Kollewijn. ter gelegenheid van Prenau's verhandeling bekroond door de Vlaamsche Academie. ‘Een algemeene beschaafde spreektaal bestaat er niet. (in België) Men bedient zich van dialekten, of wel behelpt zich met een mengsel van dialekten en boektermen. De groote massa van de Vlamingen staat bovendien vreemdtegenover de schrijftaal.’ Voorts kleinere bijdragen: Door het oog van een naald, Meerenberg, Physiologieën enz.
| |
De Hollandsche Revue. 25 Oct. 1905.
Rubriek Wereldgeschiedenis: Over de verdragen tusschen Engeland en Japan, tusschen Duitschland en Frankrijk aangaande Marokko, tusschen Zweden en Noorwegen. - In Belangrijke Onderwerpen zet T. Landré zijn zienswijze uiteen over nijverheidskunst; voorts wat men moet doen om geesten te zien, het socialistisch congres te Iena, wat er gebeuren moet als koningin Wilhelmina kinderloos komt te overlijden. Karakterschets G.C. Van der Zwaag, socialistisch kamerlid in Nederland. - Als Boek van de maand: Rasverbetering en bewuste Aantalsbeperking door Dr J. Rutgers.
| |
Op de Hoogte, Oct. 1905.
Nieuws over de maand die heenging, Het vredes-ideaal, met portretten van Fred. Passy en Bertha Von Suttner. Vervolg van Suze la Chapelle-Roobols roman Hel Japansche Huis. Ed. Thorn Prikker schrijf tover Oud-Japansche kunst met zeer mooie afbeeldingen. - De vrouw in Korea door A. Von Schmidt. - Nieuws over jongst verschenen boeken en de gebruikelijke kronieken.
| |
Revista Internazionale. Agosto 1905.
Dell efficacio del christianismo sul diritto penale dei romani, Quirino Bianchi. - Il laboratorio meccanico in famiglia, Armand Juliu. - L'unione sociale populare dei cattolici in Italia, Prof. G. Toniolo.
- September 1905.
1. Le pensioni ai vecchi operai nel Belgio secondo la legge 10 maggio 1900, Giuseppe Goria. De pensioenen aan de oude werklieden in België, volgens de wet van 10n Mei 1900.
Schrijver geeft in algemeen overzicht de regeling der werkmanspensioenen in België, te goed bekend om ze hier verder te behandelen. Alléén de beoordeeling. Reeds op d'eerste bladzijde
| |
| |
na de verklaring van het vraagstuk, leest men: ‘de wet van 10 Mei 1900 is noodig, broodnoodig misschien, omtot de oplossing te komen van het vraagstuk der werkmanspensioenen;.... nog eens is het met alle wenschelijke grondigheid bestudeerd in dit land, dat in het groote werk der verlossing der werkklassen tot leider en voorbeeld aan andere volkeren gediend heeft, door zijne zuivere opvatting van liefde en gerechtigheid, die zijne hoogere standen in den kop dragen. Dank aan die weldadige wet, mogen de belgische burgers met gerusten geest de toekomst te gemoet gaan’. Toch niet te geestdriftig! - 2. La Semaine sociale, di Orlean'. A. Lorin. - 2. Dell efficacia del Cristianismo sull diritto penale dei romani, Quirino Bianchi.
- Octobre 1905.
Il congresso cattolieo di Strasburgo, Pietro Pisani. - L'imposta sul dagio-consumo, Dante Munerati. - L'unione sociale populare fra i cattolici in Italia, Giuseppe Toniolo
|
|