| |
| |
| |
| |
Omroeper
Den 1n Februari, verjaardag van het afsterven van zaliger Paul Alberdingk Thym, werd in de kerk te Kessel-Loo een dienst gezongen waar verscheidene hoogleeraars en veel studenten aanwezig waren. Dezer dagen ook werd op het graf een gedenkteeken geplaatst, ontworpen door den zwager van den afgestorvene, den bekenden Nederlandschen bouwmeester Dr Cuypers. Onze lezers hebben nog eene studie te goed over P. Alberdingk Thym. De schrijver is langen tijd verhinderd geweest daaraan voort te werken, maar nu komt ze binnen kort.
| |
Coremans' wetsvoorstel. De oud-hoogstudentenbond van West-Vlaanderen, eene vereeniging waarvan het puik der West-Vlaamsche geneesheeren, advokaten, notarissen, ingenieurs deel van uitmaken, heeft zooeven een vlugschrift uitgegeven: Coremans' wetsvoorstel en de Belgische wetgeving over het hooger en middelbaar onderwijs onder het beheer der grondwet, waarin met de wetteksten wordt aangehaald ‘dat het fransch werd verplichtend gemaakt en gesteld als voertaal van het middelbaar en hooger onderwijs, zelfs somwijlen met algeheele verwaarloozing van het vlaamsch, zoowel rechtstreeks voor de Staatsscholen als onrechtstreeks voor de Vrije scholen, die hunne leerlingen voor de akademische graden willen opleiden; dat zulks door den Belgischen Wetgever niet werd aanzien als strijdig met de Grondwet, noch met de gelijkheid, noch met de vrijheid van taal en onderwijs; en dat het opleggen van leervakken, van duurtijd en leerwijze derzelve, niet werd aanschouwd als krenking van de onderwijsvrijheid.’
| |
Vivat's geïllustreerde Encyclopedie. Sedert ons laatste nummer naar den drukker ging, ontvingen we de 61e, 62e, 63e en 64e afleveringen, tot bl. 5120 met het woord Macedonië. Even als de voorgaande afleveringen voldoen ook deze goed: de artikels zijn zakelijk en duidelijk; bijzonder merkten wij de artikelen op: latijnsch keizerrijk, latijnsche taal, John Law (de beruchte financier), ledematen, leder, leenstelsel, leger, Leo (waarvan een aantal pausen), lettergieterij, levensverzekering, liefdadigheid, lijkverbranding, lintwormen, locomobiel, locomotief. Lodewijk (waarvan een aantal vorsten), luchtscheepvaart, lupus, Luther, en maan.
| |
Over G. Gezelle's Duikalmanak. G. Gezelle was eerst en vooral roomsch-katholieke priester, en dat schijnt sommige
| |
| |
Noord-Nederlanders wat tegen den kop te stooten. Zekere Jenny, die schrijft in De (groene) Amsterdammer van 15n Januari, heeft den Duikalmanak gekocht. Het spijt haar echter te moeten zeggen dat die ‘geducht tegenvalt’! Och arme! ‘in plaats van den dichter, hoort men steeds den pastoor; de almanak is vermoedelijk alleen voor katholieken bestemd, wat ik opmaak uit de geregelde opgaven van de heiligendagen en andere voorschriften als: van vasten en van de verschillende feestelijkheden, alleen in katholieke streken gebruikelijk; ik noem bijv.: ‘over 't keerske dansen’, ‘de koeke met der boone’ enz. En 't slot: zij meent ‘dat zeer velen met zoo'n almanak bekocht zijn.’ Het leek haar nuttig dit aan te tonen ‘omdat er misschien meerderen de dupe van zouden worden’!!
| |
In Huis en op Reis. Zoo heet eene nieuwe verzameling kleinere deeltjes (elk rond de 60 bladz. groot), die bijzonder moeten dienen voor lezing op reis. In de uitstallingen, in de spoorhallen, vindt men gewoonlijk niet veel wat deugt. Daarom willen J. Meyer en A.K.J.M. Okon ‘eens flink zelf de hand aan den ploeg slaan’ en goedkoope katholieke volkslezing geven. Iedere 14 dagen verschijnt bij E. Van der Vecht te Amsterdam een deeltje aan 10 centen. Tot hiertoe ontvingen wij er drie: Schetsen van Paul Keller, De Gospodarz, door Mevr. Poradowskee, en De vroolijke Makkers, door R.L. Stevensen. Het laatste heeft ons bijzonder bevallen. De stijl is verzorgd en de boekjes komen ook uiterlijk goed voor.
| |
Op Donderdag 20 December van verleden jaar hadden de studenten van het groot seminarie van Luik eene allerprachtigste theologische, letterkundige en muzikale zitting belegd ter eere der Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Twee nummers van het keurige programma waren in 't vlaamsch, twee vlaamsche gedichten.
Midden in de zitting beklom Monseigneur Rutten, bisschop van Luik, onaangekondigd het gestoelte. ‘Mijne heeren, sprak hij, men vroeg mij over eenige dagen. of ik, toen ik nog jong was, nooit eenig gedicht had gemaakt ter eere der Onbevlekte Ontvangenis: ongelukkig moest ik neen antwoorden. Maar ik had er spijt van en dacht: wie weet of ik op drie en zestig jaren niets meer zou gereed krijgen. Ik vertaalde dan een “hymne” uit den brevier ter eere der Onbevlekte Ontvangenis in vlaamsche verzen.’ Dan las Monseigneur, afwisselend vlaamsch en latijn, zijne berijmde vertaling, tot spijt van die het niet verstonden, en die, zooals Mgr. het zegde, op hunne eigene borst hun ‘mea culpa’ moesten slaan. Na lezing duchtig handgeklap. ‘Ja maar, vervorde Mgr. de bisschop, toen ik eens op weg was ging ik voort en ik dichte nog een klein gebed ter eere der Onbevlekte Ontvangenis. Verder las hij die verzen, een dertigtal misschíen, die, voor zooveel men bij eene lezing kan oordeelen, zeer schoon waren, en te kennen gaven dat Mgr. Rutten zijne taal machtig is en tevens dat zijn wel gekend jeugdig dichtervuur alsmede zijne oude gehechtheid aan zijne moedertaal bij hem niet zijn gestorven.
| |
| |
| |
Puike uitvoering Zondag 15 Januari l.l. in de kleine zaal der Koninklijke Harmonie te Antwerpen Lod. Ontrop had een uitgelezen publiek bijeen gekregen om naar zijn Concert van gewijde muziek te luisteren. - Ter loops vermeld, was alles uitsluitend in 't Vlaamsch: programma en vertaling der Latijnsche teksten. - Een voorhalle des hemels mag zulk artistiek genot heeten, want alles was op eenzelfde hoogte: keus der stukken, bezorgde en echt kunstige uitvoering, eerbiedige houding van de toehoorders. Wie zou over eenige jaren het slechts gedroomd hebben zulk een feest te geven? Maar onder de tooverroede van den jongen, begaafden kunstenaar gaan gemoederen en geesten als van zelf open en wat de technieke bekwaamheid alleen niet vermag, wordt misschien door de beminnelijke personaliteit bewerkt. Zoo is het den bevoorrechten toondichter gelukt, op minder dan één jaar tijd, een volkomen kerkkoor te scheppen naar de strengste voorschriften van het Motu proprio. Daar nevens zijne Concerten van gewijde muziek die voor ontwikkelden naar hetzelfde doel streven: den smaak vormen, den waren kerkzang weer in eere brengen.
Beurtelings werden toegejuichd: het schoone Alma Redemptoris Mater van Palestrina (1514-1594), een Jesu dulcis van Vittoria (1540-1608), vierstemmig gemengde koren; Ave Maria van Vittoria en Sacrum convivium van Viadana (1564-1645) voor mannenstemmen, het zoo grootsche Sanctus en Benedictus uit Orlandus Lassus' (1530-1594) mis, waarin de knapen de vrouwenstemmen vervingen; voorts drie uit de Marialiederen van Tinel (woorden van Guido Gezelle): ‘Bi 't weg capelleken’, ‘Och, hoe schoone’ en ‘Viva Maria’, dat gebisseerd werd. Tusschen al de zestiende-eeuwsche kleinooden schitterden deze pereltjes uit de negentiende eeuw nog met bijzonderen en hoogen glans. En hoe smelten woorden en klauken wonder ineen! Tinel is de ware toondichter voor den mystieken West-Vlaamschen woorddichter; bij 't hooren zijner muziek rijzen de middeneeuwsche paneeltjes van een Memling onvrijwillig voor de zielen-oogen. - Mag ik terloops aan de ‘moderne’ Gezellebewonderaars het mediteeren van dit vers bevelen: ‘want bli ziin is een deugd voorwaar’?
Vóór het groote Stabat Mater van Palestrina, dat het feest sloot, hoorden wij nog door de helder-klinkende knapenstemmen eene Gregoriaansche sequentie aan den H. Bernardus toegeschreven. Warm werd zij toegejuigd door het knapbegrijpend publiek. Hoe kundig ook wist de jonge kapelmeester zijne jeugdige schaar te leiden! In het Stabat Mater klinkt weer de volle toon van Palestrina's rijke polyphonie, de diepte van zijn vroom gevoel, het bevleugelde van zijne bezieling. En hoe luchtig, hoe hemelsch sluiten de akkoorden op het Paradisi gloria, waar een Rossini of zelfs een Haydn met trommel en fluit zou geëindigd hebben!
Den Heer Lod. Ontrop zijn wij innig dank verschuldigd voor zijne stout-uitgevoerde onderneming. Ook om bewezen te hebben dat geene Chanteurs de St-Gervais noodig zijn als men keurige zestiende-eeuwsche muziek wil hooren.
| |
Den 9 Januari l.l. overleed te Zillebeke in West-Vlaanderen de E.H. Pastoor der parochie Victor Huys, schrijver van het
| |
| |
bekend boek Baekelant of de Rooversbende van het Vrijbosch, West-Vlaamsche verhalen, en van St-Franciscuslegende, twee werken die in Vlaanderen nu nog algemeen gelezen worden en getuigen van eene uitmuntende gave van voorstellen en vertellen.
| |
Ik heb de laatste proef, niet kunnen zien van mijne beoordeeling over het boek van F. Cumont, The Mysteries of Mithra, verschenen in het Januari-nummer van dit tijdschrift. 't Spijt me, want ik had nog eenige uitdrukkingen willen wijzigen; zoo zijn er ook eenige drukfouten blijven staan als:
Op bl. 71, r. 23 lezen: de booze geesten (in plaats van de looze) |
Op bl. 73, r. 24 lezen: en, inderdaad het is de meest gebruikelijke |
Op bl. 74, r. 1 lezen: plaatsen in stede van plannen. |
Op bl. 75, r. 4 lezen: het belang. |
Op bl. 75, r. 15 lezen: geworden. |
C.
|
|