blijde Mei - Janneke, mijn manneke (zoo teêr, zoo teêr, op dat woord: hemeldief!) - Ne keer dat ik achter de baan kwam gegaan... - die een mensch dwingen van God te bedanken, omdat er nog zoo veel kinderlijke, reine. Meische vreugd gevonden wordt in Nederland, en die allemaal een allerfijnste smaakske weg hebben van onze eigene oude, maar altijd nieuwe volksdeuntjes, door Florimond Van Duyse en anderen ons teruggeschonken, en dan:
Mij spreekt de blomme een tale, een liefelijk praeludium van Als de ziele luistert.
Water, dat mij voorbij vaart... Vloeiend en zoet bobbelend als echt water, dat over keikes en dóór de malsche Vlaamsche meerschen zoo geheimzinnig daarheen kronkelt.
Heer, mijn hert is boos en schuldig, een mindere, maar toch echte broeder van: Gij badt op eenen berg alleen.
Zacht is uw hand, o windeke, - zoo zacht en zoo vleiend en zoo teêr als dat windeke zelf en als dat kinderhandje, neen, nog zachter....
Komt, o zonne... Och! zoo smeekend en zoo mystiek, zoo biddend en zoo smachtend van verlangen naar Omhoog! en
Hemelvaart..., grootsch en triomfantelijk als de tocht van Elias op den vurigen wagen....
Eindelijk, want ik denk dat ik ze allemaal genoemd hebbe, het leste: Hebt compassie! een fijne humoreske, die ons nog veel, heel veel Gezelletjes laat verhopen, van ééne die nog wél zingen kan, die nóch oud, nóch arm, noch bijkans blend en is....
Mejuffrouw van Rennes heeft, ootmoedig genoeg, niets aangedurfd als eenige van 's Mans Kleengedichtjes...
Wat zal het zijn wanneer zij ons eens iets gelieft te schenken van zijn groote symphonieën?
Ik weet wel, die zijn zulk een volle muziek dat men haast bevreesd zou zijn om ze aan te pakken... Doet zij dat niet, wel, zij ga toch voort aan de Kleengedichtjes en schenke ons maar veel, veel Gezelletjes gelijk deze, zij zal er voor beloond worden door God en door de menschen!
Sinds Tinel's ‘Looverkens’ die men, eilaas! niet meer kan vinden, en heb ik niets weten uitkomen dat mij zoo verrukkelijk-lief bekoord hebbe.
Deze ‘Kleengedichtjes’ zullen, voor altijd, een blijdschap en een zoete zielsverheffing wezen voor alle zangers en zangeressen van Nederland die smaak vinden in stille, fijne, diepe, echt Nederlandsche muziek en poëzij.
* * *