Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1904(1904)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 359] [p. 359] Zomer-avond Aan Mej. M.E. Belpaire Nu is het zalig avond-uur gekomen... Het Licht sluipt weg langs blonde bossche-zoomen... Doorschijnend-lichte schaduw-sluiers zweven Den tragen vlucht'ling achterna, en weven De bloemen om, de zachte nacht-gewaden Heel maagden-teêr met tressig-zijen draden. De late zonne sterft met stille zuchten, Die - roozig - beven in de wijde luchten, En - één voor één -, als afgematte schimmen Daar verre weg, verdwijnen aan de kimmen. De maan bedeesd bij 't droevig zonne-dralen En 't tragisch open-slaan der roode stralen - Wijl uit haar' oogen blanke tranen likken - Durft nauw een stond naar 't bloedig Westen blikken. Zij wacht... gedoken achter blauwe dampen Waaruit soms - lijk uit brandende avond-lampen Een bundel bonte draden licht komt zijpen Tot in het hert der zon-verlaten ijpen... Nu mijmert varens-moe het donkre water, In donzen slaap geklotst door 't dag-getater Der haast'ge rimpels naar de verre haven... De bange wolken-drommen woelig draven, En spieg'len vlug hun logge monster-koppen In de effen water-ruit, waarop licht-droppen De matte tranen uit de sombre twijgen, Die - dauw-beladen - zwak ter aarde nijgen. [pagina 360] [p. 360] Een laatste merel-lied komt zeeg'nend zijgen, En wijdt het Zijn in zegevierend Zwijgen... O vreemd genot der stille navond-stonden! Gij houdt mijn ziel met wondre kracht gebonden, En komt tot hooge geest-verrukking nopen... Hoe zoet.... Nu straalt voor mij een zalig Hopen En boven-aardsche Liefde voel ik branden... Zij voert mijn hert naar onbekende stranden... Hoe zoet.... Mij bringt van ver het koeltje aromen Uit blozend-ooft-beladen gaarde-boomen. O 't zijn lijk zachte-wuivend wierook-walmen, Waarin de vrome melodij der psalmen - Als sterren in den Meie-nacht - bleef hangen... O kon ik alles nu aan 't herte prangen! Nu alles spreekt van rust en reine droomen; Nu dat op mij de zoele nacht komt loomen, Als wou hij mij met volle moeder-kussen In onbewusten slaap heel zoetjes sussen.... Joris Eeckhout. Gentbrugge, 27-7-04. Vorige Volgende