het wordt er niet beter om. Hoe meer straatlawaai er te verwachten is, hoe meer de pennen jeuken - want hoe meer naam en geld er te verdienen is.
Katholieke Letterkunde wordt tegenwoordig in Duitschland door onkatholieke bladen meer dan vroeger op het tapijt gebracht. En dit feit alleen bewijst reeds dat er leven is bij de katholieken. Dat er vooruitgang te bespeuren is, wordt echter nog niet bekend. Men verwijt aan de katholieke dichtkunst dat ze nog altijd met een middeleeuwsche slaapmuts over de ooren rondzwerft in de maneschijnlandouwen der romantiek, dat ze zich hardnekkig den modernen geest van het lijf houdt - of is ze te vadsig om zich dien aan te eigenen? Wel heeft in den laatsten tijd Karl Muth den hoorn gestoken - doch van zijn vermaningen en raadgevingen verwachten de niet-katholieken weinig goeds. Volgens hen zijn vorm en inhoud maar één aldus gegroeid geheel, en is het een onzinnig en vergeefsch opzet op een katholieken denkbeeldeninhoud een modernen kunstvorm te willen passen. Ook dient het tot niets bij Polen (Sienkiewicz) en Spanjaards (Coloma) in de leer te gaan. De Katholieken moeten leeren duitsch en modern worden: anders is er voor hen geen letterkundige toekomst mogelijk. Tot nu toe zijn er maar twee die zich met den modernen tijdgeest dichtend inlaten: de Regensburgerin M. Herbert en de Weener dichter Frans Eichert. In het spoor van die beiden zou er moeten getreden worden.
Filosofie. - Maer zegt eens, Spiegels, de filosofie, wat is dat eigenlijk? - Luistert wel, ik zal het u uitleggen. - Ik luister met alle bei myne ooren. - De filosofie ziede wel, is niet anders dan het streng in een zamenhang van voorttredende totzichzelvenkomst, eveneens als het op deze wyze te werkgaende tot zichzelven brengen, en dan de by zich zelven volherding der in het louter zinnelyke en vleeschelyke leven buiten zich zynde, en - gelyk het aan het doel bevonden wordt - buiten zichzelvengeraekte en tot den afgrond des levens nedergezonken vernuft. Dat is eigenlyk de filosofie. Hedde gy het begrepen, Luybrechts? - Ja, parfect, parfect. - Dan verwondert het my niet, dat ge Reinaert niet verstaet.
(Reinaert de Vos, 1 Juli 1860)
Zich. Dit is de geniale uiting van den zich zijner kracht volkomen bewusten kunstenaar, die bij het ouder worden niet verzwakt en zich herhaalt maar zich vernieuwt.
(Oud nr van den N. Rotterd. Ct.)
Ingekomen boeken ter bespreking:
Een paar oude kennissen van Berten Dievoet door Dr. K.J. Van den Bussche. Rouselare, J. De Meester.
Zur Lehre von der Uberwälzung der Steuern mit besonderer Beziehung auf den Börsenverkehr von Dr. Leo Petritsch, Privatdozent an der Universität in Graz. Graz, Leuschner & Lubensky.
The nature and necessity of interest by G. Cassel, D. Phil. London, Macmillon.