neer, wiens ambtbezigheden, tot heden, belet hebben het verslag geheel af te werken.’
Hoe lang zullen we nog moeten wachten? Van Droogenbroeck zaliger overleed in Mei 1902!
Koninkl. Vlaamsche Academie. De jaarlijksche plechtige vergadering werd gehouden op 24n juni. Tot laureaten in de uitgeschreven prijskampen werden uitgeroepen Eerw. H. Jacobs (studie der middelvlaamsche dialecten) en de h. Is. Teirlinck (studie over het Zuid-Oostvlaamsch dialect). Nieuwgekozen leden: briefwisselend lid, de heer Jan Bouchery (ter vervanging van Dr. De Vreese, werkend lid geworden in de plaats van † Jan Van Droogenbroeck); buitenlandsche eereleden Dr. A. Kuyper en Prof. Symons van Groningen (in de plaats van wijlen Dr. Schaepman en Nic. Beets).
Te dezer gelegenheid zal het menigen lezer ongetwijfeld welkom zijn hier de namen opgesomd te vinden van de schrijvers en taalkundigen waaruit dit geleerd genootschap thans samengesteld is.
De helft der leden behooren tot het onderwijs, of hebben ertoe behoord; namelijk - vijf hoogleeraars: de hh. Alberdinck Thijm, van Leuven; - De Vreese, Obrie, De Ceuleneer en Mac Leod (briefw.), van Gent; en twaalf leeraars, of vroegere leeraars, uit het middelb. of het lager onderwijs: de hh. J. Bols, D. Claes, Dr. H. Claeys, G. Segers, H. Sermon, Dr. L. Simons, L. De Koninck (briefw.), H. Haerynck (briefw.), A. Joos (briefw.), J. Muyldermans (briefw.), Is. Teirlinck (briefw.), en J. Bouchery (briefw.).
Voorts zetelen in de Academie de hh.:
J. Broeckaert, Th. Coopman, Mr Edw. Coremans, Kan. S. Daems, K. De Flou, Jhr. K. de Gheldere, Jhr. Nap. de Pauw, Fr. De Potter, Dr. Am. De Vos, Edw. Gailliard, Dr. C.J. Hansen, Alf. Janssens, Mr. Prayon-van Zuylen, Dr. A. Snieders, Edw. Van Even, V. Dela Montagne (briefw.) Ridder A. de Corswarem (briefw.), en Walter Van Spilbeeck (briefw.).
Erven B. van der Kamp gaan uitgeven: Handboek der Nederlandsche Palaeographie.
Van te Lande heet de nieuwe verzenbundel Van Om. K. De Laey, zooeven in den Nederlandschen Boekhandel, Antwerpen-Gent, verschenen. In ons Meinummer deelden wij er drie gedichten uit mede. Geen gevoels- of verbeeldingspoëzie, al kleine stukjes, die met drie, vier trekken iets geziens schetsen.