| |
| |
| |
| |
Overzicht der tijdschriften
Onze Kunst. Hendrik de Marez, Jan van Brugge, J. van der Pek, Park-wyck, gebouw van den architect Berlager. - Max Rooses, De Teekeningen der Vlaamsche Meesters (graveurs, bouwmeesters, verluchters), negen afbeeldingen.
Limburg's Jaarboek. Aflevering VIII, 4; IX, 1 en 2.
Juten, De familie Clivoy, id. de Maes, id, de Gilkens. - Dooren, Valkenburg. - Snockers, Heynrick v. Veldeken en de St-Servatius-legende door J.N. Snackers behandelende een jaarg. van de Annales de la Soc. Arch. de Maestricht met de legende naar het oorspronkelijk hs. bezorgd door J.H. Bormans, 1858. - De Handelingen van den magistraat der stad Roermond, 1596-1696, door A.F. Van Beurden.
De Student. XXIIIe jaar, Paaschverlof Aan Mgr. Schaepman, Verzen zonder fouten, doch ook zonder veel gedacht. De Heilige Misdienst, eene liturgische studie door iemand die op de hoogte van zijn vak is. Schrijver geeft in zijn opstel eene vervlaamsching der voorkomende vakwoorden. Koppigheid, lieve schets. O zinkende Zonne, puike verzen. Emiel De Grave, eene verdienstelijke letteren levensstudie. Vlaamsch spreken en lezen, een flink opstel. Albrecht Rodenbach verheerlijkt Schrijver, Dr. Franz Mets, zet vooruit de uitgave van Rodenbach's werken en het instellen van een driejaarlijkschen Rodenbachprijs. Boekbeoordeelingen-Mengelingen, beide met zorg opgesteld. Overzicht van Tijdschriften wijst de jongeren aanbevelend op de Dietsche War. en Belf.
Vlaanderen. Mei 1903. Klosjes, klosjes van Gustaaf Vermeersch, eene schets, die op Streuvels' Doodendans doet denken.
Stijn Streuvels geeft ons in de Wonnegaarde eene rijke schildering van een frisch lentelandschap. De Man der Zuidwesters (slot) door Lode Baekelmans. Mag deze beschrijving van stadsche kwajongensstreken wel schoon heeten?
Verzen van Ad. Herkenrath.
| |
| |
Kroniek, waarin August Vermeylen erop drukt, dat de Vlaamsche vraag ook een economische vraag is; en dat zij in haar geheel moet aangepakt worden.
De Vlaamsche Kunstbode. Mei 1903.
A.V. Bultynck geeft het vervolg van zijne novelle Eene kale Juffer en Ed. Van Even van zijne studie over den schilder P.J. Verhaghen. Nog in deze aflevering wat klein kunstnieuws uit Brugge door Med. Verkest alsmede verzen van J.W. Van Genck, Med. Verkest en A.V. Bultynck.
Het katholiek Onderwijs, Mei 1903, brengt ons het verslag der bondsvergadering der katholieke onderwijzers den 2e Paaschdag te St Niklaas gehouden. E.H. Amaat Joos hield er eene voordracht over de ruwheid en onbeschaafdheid van een groot deel van ons volk en over hetgeen de onderwijzers in dit opzicht zouden kunnen doen. Van P. Pauwels eenige beschouwingen: Waarom veel onzer schoolliederen niet op de straat komen. Voorts de vervolgen van De opvoeding bij de Israëlieten door J.D.S. en van Die Afrikaanse taal van P.D.W.
Juni 1903, brengt de redevoering uitgesproken te Kortrijk door M. Alfons Janssens op 't Gezellefeest, Vervolg van De opvoeding bij de Israëlieten door J.D.S. en van Die Afrikaanse taal: in dit laatste vervolg wordt gehandeld over eenige verschillen tusschen de Afrikaansche schrijftaal en de onze.
De Banier. Juni 1903.
Van H.J. Allard S.J. uitleg op Vondel's Eeuwgetij van Franciscus Xaverius met eene korte levensschets van den heilige als inleiding. - Fr. Dierckx geeft het slot van zijn artikel Nicolaas Beets.
Germania. Juni 1903.
Een flauw nummer. Dr Haller von Ziegesar deelt uittreksels mee uit een artikel van het Escher Journal over de taaltoestanden in Luxemburg. ‘Onze volkstaal is Duitsch, het volk verstaat alleen Duitsch. Het Fransch is voor ons eene vreemde taal, veel vreemder dan Engelsch en Nederlandsch. Alleen de bevoorrechten verstaan het Fransch en zijn het machtig en wat slimmer is, zij hebben zich ten allen tijde van deze vreemde taal bediend om het volk onder te houden en te verdrukken, om hem zijn recht te weigeren en het in onmondigheid te houden. De bevoorrechten zijn er bij middel van deze taal in geslaagd, in hun bevoorrechte stelling te blijven. Door de in 't Fransch gevoerde
| |
| |
besprekingen ter Kamer heeft het volk nooit aan de wetgevende macht kunnen deelnemen. Door de Fransche gerechtstaal is het volk aan een soort veemgericht en den advocaten en rechters aan handen en voeten gebonden. overgeleverd geworden. Men hoeft slechts een gerechtszitting in het Luxemburgsche bij te wonen en men zal overtuigd zijn dat we gelijk hebben. Door het opstellen en uitgeven van de openbare ambtelijke bescheiden in het Fransch is het volk weerloos aan de bureaukraten prijs gegeven.’ Net dus als in Vlaanderen! - Alf. Paquet toont hoe druk de Hollanders de Düsseldorfsche tentoonstelling bezocht hebben. - Dr Simon bespreekt de vraag of Geraldus, de schrijver van den proloog van het Waltariuslied, een aandeel gehad heeft in het tot stand komen van den latijnschen tekst van dit lied. Hij besluit ‘dat niet Geraldus, de schrijver van den Proloog, maar Ekkehard I de dichter van het Walthariuslied is.’ - H. Pohl toont welke spoorwegen de Duitschers in hunne Afrikaansche Koloniën aanleggen. Terloops beschuldigt hij de regeering van den Kongostaat ‘ein rücksichtsloses Raubsystem eingefürt’ te hebben ‘das sich nur mit spanischen und portugiesischen Kolonisationsmethoden vergleichen lässt.’ In nota schrijft de opstelraad ‘Wij onderteekenen dit alles niet; meenen dat schrijver sterk overdrijft.’ Dan volgen drie overdrukken: Auf dem Marktplatz von Delft van Eugenie Galli uit de Deutsche Zeitung; De jonge Kapucien uit den zooeven verschenen novellenbundel Uit de Demergouw door Jan van Hasselt, en Die vorgeschlagene Umwälzung der Niederländischen Sprachlehre door Alf. Prayon Van Zuyle uit de Deutsche Erde.
't Park's Maandschrift, 15 Juni 1903.
Vervolg van E.p.J.E. Jansen's Geschiedkundige navorschingen over de aloude abdij van 't Park. Er wordt gehandeld over Libertus de Pape, abt gekozen in 1648, lange jaren lid der Staten van Brabant, in 1674 gelast de Hoogeschool van Leuven te bezoeken om na te zien of zij zich gedroeg naar de voorschriften van Albert en Isabella. De abdij heeft aan hem hare schoone bibliotheek en haren refter te danken.
Revue de l'art chrétien. XIV, 3.
Art. byzantin (1e art.) van Dom. E. Roulin. - Muurschildering in Neeroeteren door L. Bressers. - Broussole, Fra Angelico, door Helbig. - Mobilier liturgique d'Espagne, van Roulin. - Mélanges.
| |
| |
Durendal. Mai 1903.
Vervolg van Jul. Destree's studie Sur quelques peintres de Sienne. Benvenuto di Giovanni (1436-1518?) is aan de beurt. ‘... Je découvre l'effort extrêmement intéressant d'un artiste dont l'imagination et les intentions sont supérieures aux facultés d'exécution. C'est un pauvre peintre, si l'on veut; ses colorations sont souvent crues, jaunâtres, sans harmonie; les personnages sont parfois laids et dénués d'accent personnel; il les dessine presque toujours de façon si âpre et si sèche que les muscles apparaissent saillants, tendus comme ceux de gens ravagés de famine. Cette absence de modelé, ces créatures décharnées donnent l'impression d'une sculpture sur bois, pénible et primitive... Mais... Benvenuto cherche à varier les thèmes, à les vivifier par le mouvement, à y faire pénétrer un peu de la complexité infinie de la nature, à atteindre le pittoresque et le pathétique. Ce sont là des préoccupations nouvelles dans l'école siennoise, qui ignora ces ressources longtemps après que Florence en eut révelé l'importance.’ - Firmin Van den Bosch maakt eene vergelijking tusschen het laatste boek van Zola Vérité en dat van J.K. Huysmans L'Oblat. Van Vérité wordt gezegd: ‘pitoyable de forme et lamentable d'idées,’ van l'Oblat: ‘reproduction à la fois réelle et artistique de la vie d'une communauté religieuse.’ Schrijver vaart nogal hevig uit tegen den abt van Ligugé en den monnik die zich heeft laten intervieweren door de Temps en die in Huysmans een tweeden Leo Taxil meende te zien. Van dezen laatste wordt gezegd: ‘Pour
l'honneur des moines de Ligugé, je veux croire que cette déclaration est pure invention de reporter, tant paraît invraisemblable la fatuité qu'elle révèle. Sinon je finirais par croire que, dans l'Oblat, J.K. Huysmans a trop flatté les moines du Val-des-Saints’. - Voorts een klein schetske van Jos Ryelandt Vendredi saint à Bruges; L'anneau du Nibelung au Théâtre royal de la Monnaie van Ern. Closson, Musique d'Eglise van E.H. Fr. Verhelst die veel goed zegt van het A Capella, koor van E. Hullebroeck te Gent.
De Katholieke Gids. Juni 1903.
P. Van Dorp wil wijsgeerig bewijzen dat een vers is taal en rythme en niet zooals kap. Binnewiertz schreef in de Katholiek: klank en rythme. Hij besluit: ‘Wie dus niet instemt met dit artikel zal een van de volgende punten te weerleggen hebben: 1e Genus proximum van verzen is: stijl (of taal), 2e Differentia specifica is: rythme en niets meer, 3e Schoonheid is geen accidens proprium van een vers. De laatste stelling kan niet weerlegd
| |
| |
worden zonder dat de 1e of 2e weerlegd is; dat ligt voor de hand.’ - Beets als leekedichter; een lezenswaard opstel onderteekend: leekeschrijver. Hildebrand is veel meer bekend dan Beets. ‘Waar de oorzaak van dit verschijnsel ligt? Eenvoudig hierin, dat het in de Camera de levenslustige, guitige student is, die ons bezig houdt, terwijl in de gedichten die student predikant is geworden en er voor gezorgd heeft, zijne pen te versnijden, ten einde haar met de waardigheid aan zijne betrekking eigen, te kunnen voeren. Jammer dat wij bij die verandering niet gewonnen hebben Toch verdienen Beets' leekedichtjes in aanmerking te komen, alhoewel, wat leekedichtjes betreft, én in keurigheid van taal, én in geestigheid van uitdrukking, én in verscheidenheid van stoffe en vorm De Genestet de meerdere is.’ - Begin van een verhaal Berusting door L.v.O.
De Gids. Juni 1903.
Een geleerde studie van prof. Hugo de Vries: Bastaardeering en bevruchting. De bekende verzen van Goethe
Vom Vater hab' ich die Statur,
Des Lebens ernstes Führen;
Vom Mütterchen die Frohnatur
als zou de mensch de eene eigenschap hebben van zijn vader, de andere van zijne moeder, zijn door de wetenschap bekrachtigd. Volgens het mikroskopisch onderzoek zetelt de erfelijkheid in de kernen der levende cellen, en wel in een zeer bepaald uiterst klein, maar hoog georganiseerd deel van deze, de zoo genoemde kerndraden ‘Elke kern, in elke cel van het lichaam is (dus) dubbel, en bestaat uit den vaderlijken en den moederlijken vóorkern. Samen beheerschen deze het brein en de ontwikkeling, samen bevatten zij alle daartoe noodige voorschriften en deelen zij deze uit.’ - Van Cath. Bruining een geestdriftige beoordeeling van Der Arme Heinrich, door Gerh. Hauptmann, ‘de schitterende poëet, die ons verrukt en ontroert, en meevoert in zijn eindelooze schoonheidswereld. - Jhr. Mr. D.O. Engelen die de algemeene vergadering der Union internationale de droit pénal te St-Petersburg in September 1. 1. bijwoonde, geeft lezenswaarde Russische indrukken over het land, het reizen in Rusland, den godsdienst, de gevangenissen, de willekeur van het beheer. enz. De algemeene indruk is dat de wetteloosheid en willekeur van de beambten getemperd worden door een groote humaniteit. ‘Iemand, geheel bekend met Russische toestanden, die bloedverwanten heeft die officieren zijn in 't leger, zeide mij: de ruw- | |
| |
heden die voortkomen in het Duitsche leger, zijn in het Russisch ondenkbaar.’ Schrijver wijst ook op hetgeen het staatsbestuur doet om den welvaart te bevorderen. - de Wet's De strijd tusschen Boer en Brit en P. Kruger's Gedenkschriften worden verder besproken. de Wet ‘zegt de dingen die hij te zeggen heeft, kort, plomp, raak, ruw soms. Hij schetst ze met al het levendige der gloedfrische herinnering.... Kruger in zijn “Gedenkschriften” verbloemt nog, verzwijgt, bevreesd tweedracht te zaaien. de Wet verheelt
niets, laakt scherp, maar prijst ook geestdriftig. Hij is niet bang een enkele van zich te vervreemden, omdat hij meent door berispen velen te verbeteren.’ - Uit het artikel De toestand in Finland blijkt dat het er bont toe gaat; de willekeur der Russische beambten wordt fel gelaakt. - Van Le petit homme de Dieu van Cam. Lemonnier wordt gezegd dat het is ‘een kostelijke proeve van Lemonnier's eenvoudig menschelijk voelen en van de oprechtheid zijner impulsies, een voortreffelijk stuk Vlaamsch leven.’
De Hollandsche Revue, 25 Mei 1903.
De rubriek Wereldgeschiedenis is ditmaal bijzonder belangrijk: beurtelings worden behandeld: het bezoek van den Duitschen keizer aan den paus; de verkiezingen in Duitschland, de strijd tegen de kloosterlingen in Frankrijk, waarvan volgens het Handelsblad de geschiedenis wordt uiteengezet; de gebeurelijke verbreking van het konkordaat in Frankrijk, de moordtooneelen in Turkijë, en de verkiezingen in Spanje. Wij knippen hier uit: ‘De volksvertegenwoordiging in Spanje bestaat allereerst uit een Senaat van 360 Senatoren; de helft van deze worden door den koning voor het leven benoemd.
De Cortes (Kamer van Afgevaardigden) staat met onze Tweede-Kamer gelijk. Ze bestaat uit 443 afgevaardigden, die bij algemeen kiesrecht gekozen worden. Sinds 1890 heeft ieder man boven de 25 jaar het kiesrecht voor deze Kamer van Afgevaardigden. De afgevaardigden hebben geen traktement. Wijl de stembriefjes moeten ingevuld worden en daar schier niemand lezen of schrijven kan, ten minste ten platte lande niet, is in de overgroote meerderheid van plattelandsgemeenten de Alcade (burgemeester) die door de regeering wordt benoemd, de grootkiezer voor het heele dorp, meestal in overleg met den pastoor. Het feit heeft zich in Spanje nog nooit voorgedaan, dat de verkiezingen anders uitvielen dan de regeering ze hebben wilde. Zij schrijft aan de Alcade's eenvoudig voor hoe ze het hebben wil, en deze nemen de bevolking ten platte lande op sleeptouw.
| |
| |
Dat gaat echter hoe langer hoe minder goed in de steden en dáár is dan ook de Republikeinsche beweging het sterkst.’ - Edith Woodman's karakter of beter haar Zeemanshuis te Ymuiden, wordt daarna geschetst. - Als boek van de maand: De eeuw van het kind door Ellen Key. De volgende zin is kenschetsend. ‘Zij (de tegenwoordige opvoeders) voeden h.i. nog altijd op als geloofden zij nog aan de natuurlijke verdorvenheid der menschen, aan de erfzonde die slechts beteugeld, getemd, onderdrukt, maar niet tot iets goeds kan worden, terwijl het nieuwe geloof juist Goethe's zoo even aangehaalde gedachte in zich sluit: dat bijna iedere fout slechts een harde schaal is, die de kiem eener deugd omhult.’
Nederlandsche Spectator, 18. Vier jaren opgravingen op het forum romanum, door K.E.W. Strootman. (Jaarlijksche 1898-1902) van Chr. Hülsen, in het archaeol. Instit. Bd. vii.
- 29. Kern-Album, bij zijn 30n verjaardag, door Juynboll. ‘Geloof en wetenschap’ (Droit divin), ‘niet voor hen die wetenschap begeeren’, door Krabbe. - Orangisten en Keeren, door Wolfgang.
Noord en Zuid, 4. De Genestet's Zwarte tijd, door Schelts van Kloosterhuis. (Herinneringen aan Beets). - P.Q., Nicolaas Beets), met portret in fac-simile.
Das litterarische Echo, 1n Juni.
M. Hoffmann eischt van lezers en kunstrechters meer achting voor Die Skizze, de letterkundige ets, den ‘Kondensierten lyrischen Roman’ zooals hij het heet. - M. Ewert bespreekt Historische Romane und Novellen; naar aanleiding van een boek van L. Salomon, spreekt P. Holzhausen over Presse und Fremdherrschaft; A. von Weilen recenseert L. Eisenberg's Bühnenlexikon; hetzelfde doet L. Oswald met Viscoudt Goschen's boek over The Life and Time of Georg Joachim Goschen, 1752-1828. J. Jessen schetst den Engelschen romanschrijver Israel Zangwill.
The Dublin Review. April 1903.
Het pauselijk jubileum van Leo XIII door den bisschop van Newport. - De nieuwe schoolwet van 1902 door Patrick Lynch. De slechte gevolgen der wet van '70 zullen kunnen verbeterd worden, maar menige verbetering diende nog ingebracht, daar er, voor het katholiek geloof nog gevaren bestaan, vooral spruitende uit het opleggen van bepaalde schoolboeken b.v. voor geschiedenis, door de plaatselijke overheden. - Een vlek op het wetboek door J.B. Milburn. Die vlek is het hatelijke test dat
| |
| |
Edward III bij zijne troonbeklimming heeft moeten afleggen, en dat, niettegenstaande de wijzigingen er haastig ingebracht, door al de katholieken van het Britische rijk als honend voor hunnen godsdienst aangezien wordt, zooals de groote protestbeweging uit alle werelddeelen het bewees. Daarom zijn de katholieke pairs besloten die beweging na de kroning voort te drijven, om dit laatste openbare teeken der protestantsche onverdraagzaamheid uit het wetboek van hun land te doen verdwijnen, - Oxford en Leuven. door L.D. Casartelli: geschiedenis der menigvuldige betrekkingen tusschen de Engelsche universiteit en de oude en hedendaagsche hoogeschool van Leuven. - Religion as a credible doctrine, door V.J. Mc Nabb. O.P. scherpe kritiek van een aldus betiteld boek van V.H. Mallock, dat zoogezegd geloof en wetenschap moet overeen brengen, maar eigenlijk meest onzin bevat. - Het Evangelie aan den H. Franciscus in transitu voorgelezen, door Montgomery Carmichael. - Het Tetragramaton in de Genesis IV 1, door Dom Adalbert Amandolini O.S.B. - Het Sheckinah en HH. Sakrament, door J. Freeland. De tegenwoordigheid Gods in het tabernakel der oude wet, den tempel van Salomo, enz., door de Joden met het woord Sheckinah aangeduid, moet in de christene kerk op eene verhevener wijze in het H. Sakrament des Autaars wedergevonden worden.
|
|