Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1903
(1903)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over ziekenverplegingDe geneesheer behandelt den zieke: hij onderzoekt de kwaal, speurt haren oorsprong, hare teekens op, schrijft geneesmiddelen voor. De gewone mensch verzorgt den zieke: hij geeft hem eten en drinken, vermaakt zijne wonden, verzuivert hem, enz., dit alles zoo goedhartig mogelijk, doch zonder verstand, zonder vakkennis. Tusschen de geneeskundige behandeling en de gewone verzorging, staat de verpleging. Een zieke verplegen is minder dan hem behandelen, doch meer dan hem verzorgen: verplegen is den zieke verstandig dienen, hem niet alleen met 't hart, doch ook met 't hoofd verzorgen. Een verpleger is dan iemand die theoretische en praktische kennis over de zorgen der zieken bezit. 't Verzorgen van zieken, van ouderlingen en andere weerlooze lieden, is van kristenen oorsprong. In de middeleeuwen reeds bestonden er gast- en godshuizen waar de ongelukkigen door geestelijke broederschappen verzorgd werden. ‘Godsdienstige Corporatiën van allerlei aard hebben zich ten allen tijde op de ziekenverpleging toegelegd, overtuigd dat ze daarmede een verdienstelijk werk verrichtten; de R.K. Kerk kan reeds eeuwen lang onder hare volgelingen geestelijke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
orden aanwijzen die zich de verpleging van kranke medemenschen ten doel stelden’Ga naar voetnoot(1). In de XVIe eeuw bracht de Hervorming, nevens een noodlottige scheur tusschen de kristene volkeren, ook een gevoeligen slag aan al die liefderijke instellingen. In de katholieke landen bleven de geestelijke orden met veel menschlievendheid de zieken verzorgen; in de Protestantsche landen werden de zieken aan leeke handen toevertrouwd. In de verleden eeuw werden eindelijk ook in Protestantsche streken broederschappen opgericht van diaconen en diaconessen tot verzorging van kranken: doch hun getal volstond niet om de verschillende ziekenhuizen te bedienen, en de zorg der hulpbehoevenden bleef grootendeels aan leeken overgelaten. Dit leekenpersoneel liet veel te wenschen over, zoo wel voor kennis als voor zedelijkheid: 't waren meiden en knechten buiten dienst, soms oudgevangenen, en ander minder eerlijke lieden die tijdelijk een toevlucht als ziekendienaar in 't gasthuis zochten en het bij de eerste gelegenheid verlieten om een andere bediening aan te vatten. Op dien erbarmelijken toestand, waarvan de kranke het ergste slachtoffer was, werd herhaaldelijk, doch schier vruchteloos, de aandacht gevestigd, toen eene Engelsche leeke verpleegster, de welbekende Florence Nichtingale, hare hervormingszending begon. 't Was na den oorlog van Crimée waar Florence Nichtingale als ziekenverpleegster hulpzaam geweest was. Met evenveel verstand als hart en wilskracht begaafd, begon zij onverwijld het werk van gansch haar leven: het ijveren voor een beredeneerde en hoog- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
staande ziekenverpleging. Zij slaagde in hare menschlievende onderneming, en nu mag Engeland terecht op de inrichting zijner ziekenverpleging bogen. Slechts wie voldoende onderwijs en opvoeding genoten hebben kunnen als leerling verpleger of verpleegster in 't gasthuis aangenomen worden waar zij, na eene drie jarige theoretische en praktische opleiding, tot het eindexamen toegelaten worden. De theoretische studiën bestaan uit algemeene natuurkennis, ontleedkunde en levensleer, ziekten- en gezondheidsleer, toepassing van geneesmiddelen, enz. De praktische kennis wordt bij 't bed van den zieke en ook door 't dagelijksch werk verkregen. 't Verplegen van zieken wordt alzoo eene kunst, de opgeleide verpleger of verpleegster een beschaafd persoon wiens bediening eerbied en ontzag afdwingt; zoo zal het ook minder verwonderen, dat in Engeland jonge begaafde vrouwen uit den burgerstand, een onafhankelijke en zeer verdienstige levensbaan in de ziekenverpleging zoeken. Die niet hoog genoeg te schatten verbetering door het onverpoosd streven van Florence Nichtingale in Engeland tot stand gebracht, vond ook elders een gunstig onthaal; doch jaren verliepen eer men de gedachten dier menschlievende vrouw in de praktijk bracht. De Angel-Saksers, ook in de Nieuwe Wereld en in Australië, waren de eersten om die hervormingen in te voeren. Duitschland, en de andere Noordsche volkeren kwamen later. De katholieke Latijnsche landen hebben tot hiertoe de beweging minder gevolgd, omdat zij in de geestelijke orden trouwe verplegers en verpleegsters vinden wier minder wetenschappelijke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevoegdheid ontegensprekelijk breed vergoed wordt door trouwe en onbegrensde liefdadigheid. Wel is het waar, dat men in Frankrijk en ook in Italië, tal van ziekenhuizen gelaïciseerd heeft, en dat daar aan de leeke verplegers vakonderwijs verstrekt wordt. Doch dat werd niet gedaan om verbetering te brengen, maar wel met een kleingeestige antiklericale bedoeling. Onder al de volkeren bekleedt Nederland, in zake van vakkundige verpleging, een bij uitstek benijdenswaardige plaats. Dank aan taai en onverpoosd werken - laat mij hier den leider noemen, den zeer geleerden heer van Deventer, geneesheer-bestuurder van 't krankzinnigen gesticht te Meerenberg - bestaat er in Nederland een degelijk korps van goed geschoolde verplegers. De opleiding, theoretisch en praktisch, vergt ook drie jaren en wordt door een eindexamen besloten. De verplegers genieten een deftig salaris en hebben recht op pensioen. Er verschijnen in Nederland twee lezenswaardige tijdschriften enkel aan ziekenverpleging gewijd: Het maandblad voor ziekenverpleging en Nosokomos. Het katholiek België met zijne talrijke geestelijke broederschappen voor het verzorgen der zieken, heeft minder behoefte voor die nieuwere strekking gevoeld. De gasthuisnon die gansch haar leven aan dezelfde inrichting verbonden blijft, verzamelt door dagelijkschen omgang met geneesheer en zieken een rijken schat van praktische kennis, zooals leeke verpleegsters zelden kunnen opdoen omdat zij vroegtijdig hare bediening verlatenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 1892 wierp de achtbare heer dr Peeters, geneesheer-bestuurder der Colonie te Gheel in de Société de Médecine mentale de Belgique, de vraag op der ziekenverpleging. Sedert dien werd deze kwestie in de Société de Médecine mentale herhaalde malen besproken, doch een algemeene praktische oplossing werd er niet aan gegeven: al blijft het eene eer voor boven vermelde maatschappij op die vraag de aandacht gevestigd te hebben. Ondertusschen was dr Peeters niet werkeloos gebleven. Voor de kostgevers en de krankzinnigenverplegers te Gheel richtte hij zeer gewaardeerde lessen in over hun dagelijksche plichten. Schrijver dezer studie volgt hem daarin na met zijn lessen ten behoeve van de wijkwachters der Colonie en van de kostgeversGa naar voetnoot(1). Ook is het mij een oprecht genoegen daarenboven te wijzen op het verdienstelijk initiatief van eenige Antwerpsche geneesheeren die dit jaar onder het vaandel der Vlaamsche katholieke Hoogeschooluitbreiding een volledigen leergang over ziekenverpleging inrichten. De ijver en de bevoegdheid der heeren drs Van de perre, Janssens, Gevaerts en Deckx, verzekeren de toekomst en 't welgelukken dier edelmoedige onderneming: zij beoogen hoofdzakelijk het werk der wijkverpleging waarover wij later wel eens een woord zullen schrijven. Tevens werd Dr Fr. Sano door de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stad Antwerpen belast een leergang van ziekenverpleging in Stuivenbergs gasthuis in te richten. Zoo gaan wij, ook in België, eene wetenschappelijke ziekenverpleging te gemoet. De kloosterzusters wier geest van toewijding en zelfopoffering spreekwoordelijk is, kunnen die heilzame hervorming krachtdadig ter hulp komen. Sommige lieden aan wie de nieuwere eischen der ziekenverpleging minder bekend zijn, zouden in den huidigen toestand willen berusten: voor hen is de toewijding alles, en de vakkundige opleiding zoo niet onnuttig en zelfs gevaarlijk, dan toch overbodig en minder wenschelijk. Voorzeker, de hoofdzaak is en blijft wat ze reeds voor eeuwen was: ‘toewijding in den vollen zin des woords. Wie deze mist, ook al kan zij voldoen aan de hoogste eischen welke aan eene ziekenverpleegster kunnen worden gesteld, behoort reeds alleen daarom niet in het kader der verpleegsters’Ga naar voetnoot(1). Doch niet minder onomstootbaar is het, dat tegenwoordig niet alleen het weten hoe, doch ook het weten waarom voor elk vak gevergd wordt. ‘'t Verplegen van zieken is meer ingewikkeld geworden dan het vroeger was: moet ik wijzen op de talrijke nieuwe instrumenten en ook op al die operatiën waar vroeger geen spraak van was. De kennis der microben als ziektenoorsprong, heeft voorts een eigenaardig licht op de geneeskunde en gezondheidsleer geworpen. De verstandelijke zijde in zake van vakkundige verpleging bij de gasthuisnonnen ontwikkelen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schijnt mij een te betrachten verbetering. Men doet beter werk, wanneer men ook maar eenigszins den waarom kent. Dit is bijzonder waar, als 't er op aan komt ziektenoorzaken als microben doelmatig te bestrijden en hygiënische maatregelen uit te voeren: als verluchting der ziekenzaal, keus der spijzen, enz. Dokters woord blijft voorzeker bij elke verpleging 't hoogste gebod en de beste leidsdraad, doch het is goed dat ook bij afwezigheid des dokters, de verpleegster uit eigen beweging, een beredeneerd pad weet te bewandelen. Anderzijds ook, is het voor de steeds ontwikkelde en beschaafde zuster, een zedelijke voldoening hooger in haar taak, verstandelijker in haar werk opgeleid te worden met voor haar den sluier over de geneeskunde een weinig op te lichten: wie zijn vak bemint, is nooit uitgeleerd’Ga naar voetnoot(1). Zieken verplegen is bij uitstek een werk voor vrouwenhart en vrouwenhand: de mannenhand is te ruw, te krachtig, en niet genoeg lankmoedig; ook heeft de man dien huishoudelijken smaak niet om de kleederen van den zieke te schikken, de ziekenkamer te versieren, en met alle kleine middeltjes gezelliger en betrekkelijk aangenaam te maken. Eeuwen lang heeft de gasthuiszuster zich waardig harer hooge zending getoond, en geen last ontzien om 't lijdend menschdom te troosten. Zij heeft volle recht op den dank en den eerbied van iedereen, tot welke zienswijze hij behoore. Wij, geneesheeren, verwachten dan ook van de geestelijke overheid dat zij onze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pogingen zal ondersteunen om van de liefderijkste en standvastigste ziekendienster, ook in wetenschappelijk oogpunt, een weergalooze ziekenverpleegster te vormenGa naar voetnoot(1). Dr Fr. Meeus, geneesheer der krankzinnigen colonie. Gheel, November 1902. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|