eerste en oudste dien men tegenkomt, ofwel omdat Heer Dom Bernard hem als den oudsten en echtsten beschouwt. Wat er ook van zij, dit laatste is ook onze meening. Wij voegen er zelfs bij dat indien voornoemde vorm niet ware bewaard gebleven in oude stukken of oude schrijvers, men hem (of iets dergelijks) had moeten veronderstellen als geweest zijnde de eerste of oudste, en bijgevolg de echte en ware vorm. 't Is een gevolg, gelijk wij zooeven zien zullen, uit de oude latijnsche benamingen Monasterium, Novi (Neu-) monasterium. Bovendien Hapselghem of hetgeen hetzelfde is, Apselghem, moet evenwel aanzien worden als de oude en echte vorm, omdat de andere vormen Haffleghem, Hafflighem, Affligem, enz., ervan natuurlijk worden afgeleid, maar niet omgekeerd.
En nu onderzocht welk de beteekenis mag zijn van Hapsel- of Apsel-ghem.
Het antwoord daarop, na hetgeen er geschreven werd in Biekorf blz. 415 (1900) aangaande Abbesul (gelegen te Ingelmunster), is eenvoudig en gemakkelijk. Daar werd bewezen dat Abbesul niets anders is dan: Abt-cel of Abdij, juist gelijk Abbeville (in 't Latijn Abbatis, villa) en Appenzell (Latijn Abbatis-cella) niets anders zijn dan Abts-stad-Abts-cel. En cel (Latijn cella) is hetzelfde als klooster, munster of abdij. Dit gezegde werd bekrachtigd door de thans nog te Ingelmunster bestaande overlevering dat op de plaats vroeger en nu nog Abbesul geheeten er werkelijk in sinds lang verleden eeuwen eene abtscel of klooster of abdij bestaan heeft.
Dus ons Apselghem, langzamerhand versleten tot Affleghem. Afflighem, enz., is anders niets dan ons Apsel, Abbesul, Abtscel, enz., met bijvoeging van ghem dat later aan Apsel werd gebonden wanneer er rond de abdij een gemeente of een ghem zich aan 't vormen was.
Begrijpt men nu de reden der Latijnsche benaming Monasterium, met of zonder novi, neu voorenaan? Hoe die Latijnsche naam uiteengedaan en gewettigd indien de beteekenis van klooster, abdij, niet eerst en vooral te vinden was in den Vlaamschen naam, in Hapselghem? Met een woord Monasterium is, zoo 't behoorde, de eenvoudige vertaling van den Vlaamschen vorm en bijgevolg is 't een bewijs of eene bekrachtiging van onzen uitleg.
Wij zijn verre van appels, dieven, baanstroopers, bedroeven, afgoden, enz., maar, meenen wij, dichter bij de waarheid. Doet 't niet?
Z.Y.X.