Dat is een proefje uit het eerste bedrijf; 'k zou de vergelijkende bloemlezing kunnen voortzetten, maar mijn engel-bewaarder verwittigt mij ernstig dat ik al uren genoeg verspil, ook zonder dat.
Zijn er onder de lezers die smaak vinden in 't baantje van douanier en gaarne de ‘smokkelaars’ op sluikwaar betrappen, dan zullen ze met ‘Die Leuchte Asiens’ ter hand - prijs 50 centiemen, Reclamuitgave, - in de overige drie bedrijven de kansen even klaar hebben.
Wat ons het episch gedicht op meesterlijke wijze verhaalt, laat het tooneelstuk ons ‘quasi in speculo’ bekijken; of liever: Van de prachtige tafereelen uit de galerij der ‘Leuchte Asiens’ geeft Siddhartha een ontkleurde cinematograaf-vertooning.
Geen enkel beeld zelfs - geen enkel gebenedijd, hoor! - is eigendom van de HH. Minnaert; of 't zou hier en daar een moeten zijn, zoo oud als de straat. Bij hun plunderij schenen die HH. er niet eens op bedacht dat een salonschilderij mal figuur maakt in een achterkeukentje.
'k Mag echter niet verzwijgen dat bladz. 35 me een oogenblik genot heeft geschonken; ‘Yaçodharâ plukt een witte lotusbloem, neemt een langwerpig blad, buigt het om tot een schuitje, steekt er de bloem in’ en waagt dan het bootje, als symbool van Siddharthâ's trouw, op het water.
Dat was nu toch één bladzijde van waarde uit eigen koker! Helaas, een blik op blad. 43 van die Leuchte Asiens, moest me alweer ontgoochelen en bestrafte het half minuutje onredelijk optimism met een nieuwe ontdekking van de droevige waarheid in de volgende verzen:
(Man) warf Reis und Altar aus, liesz schmimmen auch
Strohhalme zwei auf rot gefärbter Milch -
Wenn schwimmend die einander kommen nah,
So soll's bedeuten: ‘Liebe bis zum Tod’.