Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1902
(1902)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Uit Rome.Kerstdag en Driekoningen.Men zoeke in deze briefwisseling geen wijsgeerige beschouwingen of wetenschappelijke gedachten - die liggen in mijn bedoeling niet - enkel wil ik, hopend dat het aan de lezers van Dietsche Warande en Belfort zal bevallen, het een en het ander vertellen over de zeden en gebruiken, waardoor bij de Romeinen het vieren van Kerstdag en Driekoningen wordt gekenmerkt. Men zal het mij niet ten kwade duiden zoo ik in 't voorbijgaan volledigheidshalve al eens terugkom op sommige gebruiken vroeger in ditzelfde tijdschrift door mij reeds aangehaaldGa naar voetnoot(1). Wat hier eerst en vooral in het oog springt, is de eereplaats die Kerstdag in de tijdrekening inneemt. Eertijds begon het jaar en eindigde het met Kerstdag. Is dit thans op den Kalender veranderd, in de gebruiken van het volk is dat hier echter overgebleven. Visietkaarten verzenden en bestellen, bezoeken afleggen en ontvangen, brieven schrijven en wenschen uitdrukken: alles moet volgens de wellevendheid van vóór Kerstdag geschieden, en de ‘buon Natale’ is bijna een wisselwoord van ons ‘zalig Nieuwjaar’. Druk is de bereiding tot den grooten dag. De ‘vigilia’ is een vastendag, en toch moet 's avonds ‘Er Cenone’ of het groot avondmaal plaats hebben: ook is er gansch den dag veel leven op de markten, en doen de vischverkoopers een goeden oogst op. 't Is op dien ‘Cenone’ dat jaarlijks, naar oude overlevering, het gerecht visch opgediend wordt, dat den naam draagt van ‘Capitone’ (slijkpaling, meen ik). | |
[pagina 57]
| |
Insgelijks wordt er aan ‘het aartsvaderlijk gebak’ volgens 't woord van Ledeganck in zijn ‘Boekweit’, te weten aan de ‘pangialli’ (geluwbrooden: waar amandels en druiven in krielen), en de ‘torrone’ (nougat) lustig gesmuld. De godsdienstige gebruiken hebben er ook hunne rol. Eertijds, in dien zaligen tijd dat de heerlijkheid van 's Pauzen koningdom den luister van alle feesten vertiendubbelde, en, naar men mij verzekert ook thans nog, maar heel zelden, kwamen de ‘Pifferari’, die oude bergtypen met sandalen aan de voeten, met korte spanbroeken en wijde mantels, reeds van in den Advent, uit hunne Sabijnsche en Albaansche gebergten naar Rome afgezakt. Vóór de Madonnabeelden, zoo talrijk op de hoeken der straten, zongen en doedelden zij, hun wel is waar eentonig en eenvoudig, maar Gode welgevallig lied. 's Nachts zelf worden er in de kerken van Rome middernachtmissen gelezen en gezongen: steeds is er veel volk, en velen aanzien het ook als een plicht dien dag de drie missen te hooren. Den dag van Kerstdag zelf zullen de kinderen uit het volk hunne beste kleederen niet aandoen: waarschijnlijk om de armoede van den menschgeworden God na te volgen. Het eigenaardigste in de Kerstdaggebruiken zijn de ‘Bethleemstallekens’. Van dagen voorop zijn er in de winkels allerhande ten toon gesteld, en ieder braaf huisgezin bezit of koopt zijn stalleken, waarrond elken avond, binst de feesten, gezamenlijk gebeden wordt. Doch 't schoonste is in de kerken. In alle kerken is er ten minste een ‘H. Kindeken’ dat in een kribbeken op stroo ligt. Ik zeg ten minste, want het meeste deel der kerken, doch bijzonder de ‘Ara Caelikerk’, hebben een volledigen stal van Bethleem. Dit gebruik heeft zijnen oorsprong te danken aan den H. Franciscus. Ik wil hier alleen een woordeken reppen over het stalleken in bovengenoemde kerk, omdat het veruit het voornaamste en het eigenaardigste is. De sluier eener halve duisternis hangt in de godgewijde beuken; de glans van een hemelsch licht en van een zalige klaarheid straalt over den Stal. Het wonderbeeld van 't Kind Jezus, in die kerk sedert eeuwen bewaard, en waar de Romeinen zooveel godsvrucht voor koesterenGa naar voetnoot(1), | |
[pagina 58]
| |
ligt daar, schitterend van goud- en eêlgesteenten, in de H. Kribbe. Nevens Hem knielt Maria, en staat Jozef, met zijnen leliënstaf in de hand. Daarachter de os en de ezel, en rondom de herders, vol eenvoud en liefde, met hunne schaapkens die grazen. Op de stem der Engelen snellen die brave lieden toe, knielen, aanbidden en offeren hunne arme giften: mandekens met oranjeappelen, met eieren, en duiven enz... In het gewelf zweeft God de Vader, omringd door eene ontelbare menigte van Engelen... Waar is de vreemdeling die voor deze dichterlijk mystieke voorstelling dier groote Bijbelsche gebeurtenis niet in bewondering gestaan heeft?... Ook de Romeinen beminnen deze hunne voorstellingen, en hunkerend komen de kleinen er heen, vol lust en genot, aan de hand der ouderen, die er niet minder behagen in scheppen. Verwijderen wij ons nu eenige schreden van den Stal, dan treft ons een ander schouwspel, niet minder kinderlijk. Daar is een gestoelte opgetimmerd, naar de kribbe gekeerd. Daar worden vóór het monkelende volk, kleine predikanten, van 2 tot 12 jaar, - ‘i piccoli predicatori’ - knechtjes en meiskens, door sterkere handen op 't gestoelte geheven, en die galmen dan in dicht en proza, met veel gebaren en overtuiging, lieve stukjes uit, ter eere van 't Kind Jezus. Dit begint op Kerstdag, na de zegening van het wonderbeeld en wordt dagelijks herhaald tot op Driekoningen. De plechtigheid sluit met een processie, waarin met het beeld van den ‘S. Bambino’ van op den meer dan 100 treden hooge trap, de zegen aan het volk wordt gegeven. Op Onnoozelenkinderendag, worden al de ‘Bambino’ 's in alle kerken met eenen doek bedekt, ten einde de vlucht te bedieden van het Kind Jezus voor Herodes. Niet minder roerende plechtigheden, maar die sedert de inneming van Rome veel van hunnen luister verloren hebben, geschieden in S. Maria de MeerdereGa naar voetnoot(1). Daar wordt | |
[pagina 59]
| |
immers eene kostbare relikwie bewaard: de H. Kribbe ‘il S. Praesepio’, die aan de kerk reeds van in de VIe eeuw den naam van ‘S.M. al Praesepio’ heeft doen geven. Eertijds werd deze H. Kribbe in Palestina door tal van bedevaarders, van wijd en zijd, godvruchtig vereerd. Onder dezen was de keizerin Helena, die de H. Kribbe met zilver deed beleggen. Wegens den inval der Mahomedanen werd onder het Pausdom van Theodorus, in 642, het kostelijk overblijfsel, te zamen met het lichaam van den H. Hieronymus, naar Rome overgebracht, zoodanig dat hij, die de Kribbe binst zijn leven zoo zorgvuldig bewaakt had, er na zijne dood nevens mocht rusten. Pius IX heeft er eene ‘Confessione’ doen voor oprichten, en daar wordt de H. rehkwie in kostelijk metaal bewaard. Zij heeft haren oorspronkelijken vorm niet meer, en bestaat slechts uit vijf verscheidene donkerachtige plankskens. Daags voor Kerstdag wordt zij er uitgehaald, en 's morgens, na het officie dat te 5 uren begint, plechtig naar de kapel van het H. Sacrament gedragen. Den ganschen dag wordt zij er door het volk godvruchtig vereerd, totdat zij 's avonds wederom processiegewijze naar de ‘crypte’ gedragen wordt. Slechts eenmaal 's jaars wordt zij zoo ter vereering uitgesteld; voorts blijft zij voor de geloovigen verdoken.
***
Oorspronkelijk was de 6 Jan. niet toegewijd aan het bezoek der Oostersche Wijzen aan den Stal van Bethleem, maar wel, zoo de naam ‘Epiphania’ het zegt, aan de openbaring Gods onder de menschen, dit is, aan de geboorte van den Verlosser. Rond het jaar 376, beval de Paus deze geboorte te vieren den 25 December. Om de drievoudige zegepraal te vervangen, die het heidensch Rome op den 6 Januari vierde, werd er beslist dezen dag toe te wijden aan drie openbaringen van Gods heerlijkheid: de aanbidding der Koningen, het doopsel van Jezus, en het wonderteeken van Cana. De aanbidding der Koningen heeft in de kerk en in de volksgebruiken de overhand behaald en behouden. De Romeinen verbeelden die blijde komst der Koningen, als zij, van 's avonds te voren al, toeten en trompetten dat hooren en zien vergaan. Een ander gebruik, dat nog elders bestaat, is ook hier in zwang: de koning der boon. 't Is van heidenschen oorsprong maar door de kerk verchristelijkt. | |
[pagina 60]
| |
Wat bijzonder treffend is in dit feest, is de algemeenheid der Kerk, waarvan de roeping der 3 vreemde Koningen het zinnebeeld is. Deze christelijke en diepe gedachte is hier op 2 wijzen bijzonder tastbaar gemaakt. In de kerk van ‘S. Andrea della Valle’, waar de aanbidding van Jezus door de 3 Wijzen afgebeeld staat (in de andere kerken ook worden de stallekens nu dáárdoor vervangen) wordt binst de octaaf alle dagen eene plechtige mis gezongen, en alle dagen in verschillenden ritusGa naar voetnoot(1). 's Namiddags is er alle dagen lof door een of anderen kardinaal, bijgestaan door studenten uit alle natiën, die te Rome verblijven; alle dagen ook sermoen in verschillende talen: Italiaansch, Fransch, Engelsch, Spaansch enz. Het ander gebruik waarvan ik spreken wilde, is het ‘feest der talen’ in de Propaganda. Als in een nieuw Cenakel, zijn jongelingen, van alle rassen en alle kleuren, broederlijk vereenigd, om vandaar wederom, als zooveel nieuwe Apostelen, uiteen te gaan in alle richtingen om alle volkeren te onderwijzen waar het licht des geloofs nog niet heeft gestraald. Het feest geschiedt den 13 Jan., en vele kardmalen en hooggeplaatsten zijn er aanwezig. Beurtelings komt een student, in zijn moedertaal, 't zij in dicht, 't zij in proza, het algemeene onderwerp bezingen: ‘het mysterie der menschwording’. Gewoonlijk wordt de lof der Kribbe gezongen in meer dan 30 verschillende talen. Geen een der toehoordersGa naar voetnoot(2) die alles verstaat wat daar voorgedragen wordt, | |
[pagina 61]
| |
maar toch welt bij allen uit dit concert van talen, uit die akkoorden en klanken, één gedacht en gevoelen op, in aller geest en hert hetzelfde, de eenheid der Kerk en de roeping aller volkeren tot den eenigen waren godsdienst.
***
Daar hebt Ge, lezers, een kort verslag over het Kerstdagvieren alhier: misschien zult Ge in sommige gebruiken eenige gelijkenis vinden met deze die ook bij het Belgisch volk in eere zijn. Zij zijn de uitdrukking van de volksgedachte en 't volksgevoel. Bloeit dan voort, onsterfelijk en onverwelkbaar, o zeden en gebruiken, want gij zijt de natuurlijke bloesems geschoten op den kostbaren stam van den godsdienst!...
Rome, Driekoningendag 1902. Paolo Gentili. |
|