Van de Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vl. Academie is verschenen afl. 7 met de lezingen, de opgave der prijsvragen en de bibliographische aanteekeningen.
Davids-Fonds. - Den 17 Sept. hield de afdeeling Zele feest met klank en zang en eene voordracht over Mongolië door den eerw. heer E. Rubbens, missionaris in Azia. Den 7 Oct. werd eene tooneelopvoering aan hare leden aangeboden.
- Den 18 November vierde de Gentsche afdeeling met zang en muziek de plechtige prijsuitdeeling aan de leerlingen bekroond in haren jaarlijkschen kampstrijd.
De heeren Hullebroeck, Uyttenhove, Drubbel, De Vos, Juffr. Maes en het beroemd gemengd koor A Capella verrukten het talrijk en uitgelezen publiek, dezen door hun meesterlijk spel op piano, haimonium en viool, genen door hun talentvollen zang.
De heer E. Vliebergh, advocaat te Leuven en secretaris van de redactie Dietsche Warande en Belfort, had wel op zich willen nemen het woord te voeren en genoot den besten bijval.
Spreker handelde over Meer Ideaal, 't is te zeggen: hij ontwikkelde den wensch dat onze jonge letterkundigen en de jeugd in t algemeen, zich meer boven het stoffelijke zouden verheffen en zich vooral zouden losmaken van het ongezond realisme en van de vereering der fataliteit, uit Rusland en Duitschland, langs Noord-Nederland, naar hier overgekomen.
Onze jongere letterkunde, zegde hij onder andere, ondergaat, bewust of onbewust, den invloed der denkbeelden van den Duitschen schrijver Nietzsche, die de kunst voorstelt als bestaande niet voor het volk, maar om zich zelve en haar daardoor ontslaat van alle verplichting het goede van anderen te betrachten. Die school betracht enkel de verheerlijking van eenige uitgelezenen welke zij Ubermenschen noemt en welke, volgens haar, gemaakt zijn om de massa, niet te verlichten en te verbeteren, maar te beheerschen.
M. Vliebergh bestreed ook in krachtige woorden het nieuwmodisch realisme dat sommigen onzer jonge schrijvers in Frankrijk en Holland gaan leeren en dat zich verspreidt in het vertoonen van walgelijkheden. Zij vergeten - zegde hij zeer krachtig - dat er in den landbouw wel meststoffen noodig zijn, maar dat ze best bewaard worden in overdekte mestputten; dat er wonden zijn welke de geneesheer zorgvuldig moet zuiveren en verbinden, maar dat hij zulks niet op de markt doet maar n de ziekenkamer.
Tot de opvoeders der jeugd zegde hij: kweekt idealisten, geeft ons jongens met ideaal, die daar niet, met de oogen neergeslagen, met den