| |
| |
| |
Omroeper.
Oud-Hoogstudentenbond van West-Vlaanderen. - Den 14 Mei laatstleden kwam deze Bond bijeen in algemeene jaarlijksche vergadering te Brugge. 26 leden waren tegenwoordig.
Hier volgt de bezigheid:
1o Worden tot nieuwe leden gekozen:
Dr Cools, van Oudenburg. |
Dr J. De Laey, van Heyst. |
Dr Karel De Gheldere, van Couckelaere. |
Deze laatste, de gevierde Vlaamsche Dichter, wordt eenparig, nevens Dr Van Steenkiste, tot Eere-Voorzitter gekozen en zijn naam met geestdrift begroet.
Een zestal nieuwe leden worden voorgesteld, om aanveerd te worden: daarover zal beslist worden in de naaste vergadering van Oogst, te Rousselaere.
2o Verschillige mededeelingen worden gedaan, namelijk:
a) Van een schrijven, uitgaande van Vlaamsche studenten van Leuven, die een hulpgeld vragen om de kosten te dekken van Propaganda tot vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool.
Eene toelage van 25 frank wordt hun daartoe verleend.
b) Van eene blijde gebeurtenis bij de laatste algemeene vergadering der Notarissen van 't Brugsche, waar de Voorzitter, heer notaris De Saegher, van Lichtervelde, zijne verslagrede over 't laatste dienstjaar in 't Vlaamsch gehouden heeft. 't Is waarschijnlijk de eenige Kamer van Notarissen in 't Vlaamsche land, waar zulks gebeurt.
Aan dien moedigen Vlaming zal, namens de Vergadering, een hertelijk woord van dank gezonden worden.
3o Vlaamsch Genees- en natuurkundig Congres, te Brugge.
De Voorzitter, heer Dr Van Steenkiste, deelt mede dat deze Zitdag aanlegt om zeer wel te lukken: een groot getal geneesheeren uit al de Vlaamsche gouwen staan reeds aangeteekend, als deelnemers, en ook een ruim getal verslaggevers zijn ingeschreven.
Er wordt besloten dat de leden van den Bond krachtig zouden werken en werven om onder de geneesheeren van West-Vlaanderen zooveel deelnemers mogelijk te vinden.
4o Vlaamsch in middelbaar en hooger onderwijs.
De vervlaamsching van 't onderwijs is en blijft eene der voornaamste werkingen van onzen Bond.
Door de zorgen van de Gilde zijn verzoekschriften in omloop gebracht door geheel West-Vlaanderen, om handteekens te bekomen van ouders die kinders hebben in 't middelbaar onderwijs van 't Bisdom. Daarbij wordt eerbiedig verzoek gedaan aan onzen Hoogweerdigen Bisschop, om verschillige zeer gewenschte verbeteringen te bekomen, voor 't Vlaamsch onderwijs, in de collegiën en de kostscholen voor meisjes.
Nog wordt medegedeeld dat Coremans, de grijze kamper voor ons recht, in de Kamers andermaal zal te velde trekken om de kennis onzer taal verplichtend te maken voor de leerlingen der middelbare gestichten van Vlaanderen, om tot het hooger onderwijs toegelaten te worden.
Dit is, meenen wij, nog de beste en de zekerste weg om tot ons doel te geraken: Hooger Onderwijs.
De verblijdende werking die aan gang is om de Hoogeschool van Gent tot eene Vlaamsche te maken, dient ook krachtdadig ondersteund te worden.
| |
| |
In alle Vlaamsche vergaderingen, op gouw- en gemeentedagen, zal door de sprekers over dit stuk gehandeld worden, om ons volk behoorlijk in te lichten wegens de noodzakelijkheid en het hooger bedied van eene Vlaamsche Hoogeschool.
Meteen wordt, in den schoot van de Gilde, een afgeveerdigde benoemd bij het Verbond der Vlaamsche maatschappijen te dien einde gesticht.
5o Verjaardag van den 11 Juli.
't Is te danken aan de werking van onzen Bond, dat de verjaardag van Groeninghe schier algemeen gevierd wordt in West-Vlaanderen en van jaar tot jaar nog toeneemt. Nogmaals zullen in al de gemeenten plakkaten uitgehangen worden en, waar het pas geeft, Groeninghedagen gehouden om die viering alhier te verwekken, aldaar te versterken.
6o Eeuwfeest van 1901.
Apotheker Wostyn klaagt met reden dat het Groeninghe-Berek van Kortrijk veel te slap valt in zijne werking. 't Is bijna een jaar dat de buitenleden van die Commissie tot geene enkele vergadering meer genood werden. En ondertusschen de dagen vervliegen; dringende schikkingen moeten genomen worden; een reuzenstoet moet ingericht worden waaraan al de Vlaamsche gemeenten zouden deel nemen. 't Is erg te vreezen dat de tijd merkelijk zal te kort schieten om die groote vaderlandsche gebeurtenis naar behooren te verheerlijken. Hier is immers geen sprake van feestelijke dagen voor Kortrijk of zelfs voor West-Vlaanderen, maar van een overheerlijk schoone feestdag voor geheel het land. Ons volk heeft van over jaren daarvan hooren gewagen, is daarop bereid gemaakt door schriften en in vergaderingen en het verwacht in 1902, te Kortrijk, eene overheerlijke betooging die weerdig weze van het 600ste verjaren van den schoonsten zegedag uit ons verleden.
De Oud-Hoogstudentenbond die daartoe, aan 't Berek van Groeninghe reeds 2,000 frank gestort heeft en nog merkelijk storten zal, heeft eenig recht van meê te spreken in die zaken, en daarom wordt beslist dat er zal aangedrongen worden bij het Plaatselijk Comiteit, om zonder uitstel eene algemeene vergadering te beleggen.
't 7de en laatste bedrijf is de maaltijd, waarbij alle schoone zaken sluiten.
Onze Hoofdman schetst over tafel de voornaamste werkzaamheden van den Bond binst het verloopen jaar en een hertelijke roomer wordt op zijne gezondheid en op den bloei onzer Gilde gedronken.
En zoo zet de Oud-Hoogstudentenbond van West-Vlaanderen, nu 13 jaar reeds, zijne Vlaamsche werking voort. Over de 50 leden maken er deel van, uit al de gewesten van onze Gouw: geneesheeren, taal- en deelmannen, apothekers, immers al mannen die hunne volledige hoogere studiën gedaan hebben.
Het werk van de Gilde strekt uit tot alle Vlaamsch gebied. Maar de voornaamste vrucht schijnt mij gelegen in het samenbinden van al de verspreide Vlaamsche krachten over onze Gouwe. Bij gebrek aan band gaan die krachten verloren; die 't best meenen verzwakken waar zij alleen staan en zonder verband met andere strijdgenooten: het dagelijksch werk, de bekommernissen van 't leven en - hier en daar - de tegenwerking van... de wederhelft, maken dat menigeen, die anders goed van wille is, werkeloos blijft en, in den schijn, toch onverschillig wordt. Daartegen, tegen verval en verzwakking, behoedt de Bond met zijne tijdelijke bijeenkomsten.
Aan de strijders van andere Gouwen raden wij aan, elk in zijn geweste, eene Gilde in dien zin te stichten.
H.
| |
| |
Van 26n tot 29n Augustus aanstaande zal in het oude en schilderachtige Nijmegen het 26n Nederlandsche Taal- en Letterkundig Congres gehouden worden.
In den oproep tot bijtreding komen eenige zeer belangrijke mededeelingen voor, over de noodig gewordene herinrichting der Taalcongressen, ten einde de belangrijkheid en de vruchtbaarheid der besprekingen te verzekeren, en de werkzaamheden in nauwer verband te brengen met de gewijzigde toestanden en de tegenwoordige behoeften.
In zijn oproep herinnert het Uitvoerend Comiteit hoe het Congres, in 1897 gehouden, een krachtige poging deed, om verandering te brengen in den toestand. ‘Dáár werd het Algemeen Nederlandsch Verbond gesticht, dat ten doel heeft, de belangen van den Nederlandschen stam, in Europa, in Amerika, in Zuid-Afrika, in Oost- en West Indië, ja zelfs op Ceylon, te bevorderen, en dit doel vooral tracht te bereiken door onze geliefde en heerlijke Dietsche taal te doen kennen, te doen beoefenen, te doen leven of herleven, aan deze en aan gene zijde van den Oceaan.
Indien niet reeds de ingenomenheid met dien arbeid ons noopte voort te werken in den geest van het Dordtsche Congres, de tijdsomstandigheden zouden het doen. Zij geven aan het Congres, dit jaar in Nijmegen te houden, een eigenaardig karakter. Nooit te voren toch was de belangstelling voor onze in Zuid-Afrika wonende stam- en taalgenooten zoo levendig als nu. Nooit vertoefde een zoo groot aantal hunner, onder wie de eerbiedwaardige Paul Kruger, op Neerlands bodem. Meer dan één van hen hopen wij op dit Congres te zien. Hun tegenwoordigheid, hun bezielend woord zullen ons krachtig herinneren, welk gevaar ieder oogenblik kleine volken bedreigen kan, maar ook zullen zij ons leeren, dat geestdrift, moed en volharding de onmisbare voorwaarden zijn om een hoog en heilig doel te bereiken.’
Door al deze overwegingen geleid, heeft het Uitvoerend Comiteit bij de voorbereiding het volgende besloten:
1o. In de Algemeene Vergaderingen onderwerpen te doen behandelen, welke de Nederlandsche Taal, de Nederlandsche Historie, het Nederlandsche Lied, het Nederlandsche Tooneel, enz. betreffen, in verband met het voortbestaan, den bloei en de ontwikkeling van den Nederlandschen Stam.
2o. Het aantal Algemeene Vergaderingen met ééne te vermeerderen, zoodat er van de drie ochtend-vergaderingen slechts twee voor de afdeelings-bijeenkomsten beschikbaar zijn.
3o. In overweging te geven naar een middel uit te zien, om de aansluiting der Congressen onderling meer te verzekeren. Daar de sinds het Congres van Breda (1881) bestaande Bestendige Commissie door het ver-uiteen-wonen harer leden van den aanvang af tot minder krachtig werken veroordeeld scheen, wenscht het Comiteit aan het Congres het voorstel te doen: de Bestendige Commissie op te heffen en te vervangen door een ander lichaam. Derhalve beveelt het de bijtreders aan te overwegen, of b.v. het Bestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond daarvoor in aanmerking zou kunnen komen.
Het lijdt geen twijfel dat van deze en dergelijke maatregelen niets dan uitstekende uitslagen te verwachten zijn, en dat het initiatief van het Uitvoerend Comiteit algemeenen bijval zal verwerven.
De bijtreders worden verzocht, uiterlijk vóór 1 Juli, a.s., deze uitnoodiging te willen beantwoorden met de belofte hunner medewerking. Indien zij eenig onderwerp wenschen te behandelen, wordt de opgave daarvan, evenzeer uiterlijk vóór 1 Juli, verwacht. In de afdeelingen
| |
| |
zal ieder inleider over niet meer dan 15 minuten kunnen beschikken.
Het lidmaatschap van het Congres kost nu-als vroeger fr. 5 voor Zuid-, f 2,50 voor Noord-Nederland. Hiervoor wordt toegang verleend tot alle vergaderingen en feestelijkheden. Bovendien heeft ieder lid het recht, bij de feestelijkheden één dame te introduceeren.
De opgaven dienen gezonden aan den eersten Secretaris, Mr. C.G.J. Bijleveld, Keizer Karelplein, 4, Nijmegen.
Mocht men verlangen, dat er voor huisvesting zorg worde gedragen, zoo gelieve men dit op te geven, uiterlijk vóór 10 Augustus a.st.
Ste Godelieve te Leuven. - 't Is moeilijk ‘Omroepen’ eene muziekuitvoering van 3 1/2 uur.
Allen goedgunstigen lezers zij dan bij dezen brieve bekend gemaakt dat in de volgende nummers rekenschap zal worden gegeven van hetgeen er te Leuven op den dertienden l.l. is geschied: Meester Tinel hoog ‘in den zadel’; aan zijne voeten ‘eene engelachtige vrouw’ en een ‘duivelsche kerel’... zoo riep het opgetogen publiek, medegesleept door de verrukkelijke klanken van ootmoed en reinheid van de eene zijde, door de geniale tonen van hoogmoed en wilskracht van den anderen kant; en dat alles zich oplossende in een akkoord van hoop, van rouw en vergiffenis als van engelen door den Hemel op harpen en luiten rondgezongen. In één woord: ‘Godelieve’.
Hoe heeft Mevr. Noordewier de gelatenheid, de stille onderwerping niet even kalm als innig uitgedrukt! Orelio, de aanmatiging in sterke kleuren gekarakterizeerd, Mej. Koenen, de wraakzucht en den nijd geschilderd, Mevr. Feltesse, de troostende gezellin, de heeren De Jonghe en Bicquet door de verschillende kleine rollen het geheel volledigd!
Wat hebben de nieuwe tromben krachtig ter jacht geschald! Wat heeft het groote orgel de bereikte hemelsche heerlijkheid doen klinken!
Koor en orkest (al hebben de dames ook ongeloofelijk gechevroteerd) waren bij de hand als vlijtige en gehoorzame soldaten, op den commandeerenden wenk des meesters passend.
Hoe opgetogen van de eene zij, muisjes-stil van aandoening elders, was niet het machtig groote publiek in de Beriotzaal!
En hoe hielden de artilleristen de wacht en omgaven de laurierboomen aan de ingangen!
Hoe, eindelijk, vermeden het alle heerenrijtuigen, karren en wagens, voorbij het feestlokaal de plechtigheid te komen storen!
Het gold een groot kunstwerk ter eere Gods!
Hulp voor de Boeren! - T. De Cock Buning richt een tweeden oproep aan alle Nederlanders om door een individueelen en internationalen boycot van Engelsche waren het Engelsche volk de oogen te openen. Wij knippen uit;
‘Boerenvrienden, bij wie de sympathie voor recht en moraliteit dieper staat dan de oppervlakte en die voor eene goede zaak een mogelijk kleine opoffering over hebt, sluit u dan aaneen om Engeland in haar gevoeligst punt te treffen, en neemt u voor vanaf dit oogenblik alle artikelen van Engelsche industrie uit te sluiten voor verbruik, met aflegging eener gelofte, dat hiermede zal worden voortgegaan zoolang de oorlog duurt en de onafhankelijkheid der republieken niet zal zijn gewaarborgdborgd.’
| |
| |
Ledeganck. - Wanneer eens (wij hebben reden om te vermoeden dat het niet te lang daarmede zal aanloopen) eene nieuwe uitgave tot stand komt van Ledeganck's gedichten, zal deze een aantal stukjes kunnen bevatten, welke eerst in den laatsten tijd weer aan het licht zijn gekomen. Ze stellen ons in staat beter te oordeelen over de trapsgewijze ontwikkeling van Ledeganck's talent: In zijn nr van 19 Mei ll. kondigde het Weekblad De Stad Eecloo de ontdekking aan van verschillende stukjes, welke in de ‘volledige’ uitgaven ontbreken, en deelde al dadelijk een versje in drie strophen Aan Lize mede, gedagteekend van Juli 1828. Waar dit stukje voorkomt blijft echter verzwegen. In het nr van 9n Juni wordt een tweede stukje opgenomen, dat het eerst gedrukt werd in de ‘Lettervruchten ingezameld vanwege het Departement Sluis der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen’ (1830). 't Is een luimig verhaaltje, met het opschrift: Ook de schaduw van een ezel is gevaarlijk.
K. Vl. Academie. - Zitting van 19 Juni. Stemming over de wedstrijden:
Voor de eerste prijsvraag (Handboek voor de Germaansche Goden- en Heldenleer) wordt de prijs in verdeeling toegewezen aan het werk van MM. E. Soens, leeraar aan het Sint-Lievensgesticht te Gent, en J. Jacobs, leeraar aan het college te Boom en aan dat van M. Brants, leeraar aan het Atheneum te Doornik. Eene eervolle vermelding wordt toegekend aan het handschrift met kenspreuk: Parvo labore res magna constare non potest.
Aan M. Bly, ontvanger der zeevaartrechten te Antwerpen, wordt de prijs toegekend voor eene vakwoordenlijst betreffende de visschersbooten.
De prijs voor eene vakwoordenlijst voor het ambacht van den loodgieter en den zinkbewerker, wordt toegewezen aan M. Alfons Van Houcke, bouwkundige-ingenieur te Laken.
Den eersten prijs voor eene verzameling en beschrijving van de oude en hedendaagsche kinderspelen in Vlaamsch-België, bekomen de heeren Alfons De Cock, hoofdonderwijzer te Denderleeuw en Isidoor Teirlinck, briefwisselend lid der Academie, te Brussel. De tweede prijs wordt toegekend aan den heer Remi Ghesquière, voorzitter van den West-Vlaamschen Onderwijzersbond, te Geluwe.
Tot briefwisselend lid wordt benoemd de heer Amaat Joos, bestuurder der normaalschool te St-Niklaas en tot buitenlandsch eerelid, de heer Tepe van Heemstede.
Op 27 Juni, om 11 uur, houdt de Academie hare jaarlijksche openbare plechtige zitting. De heer Th. Coopman, bestuurder, zal spreken over het Woordenboek der Nederlandsche taal en Dr Cl. Kluyver, uit Leiden, over Hugo De Groot, als verdediger van onze moedertaal.
De driejaarlijksche prijs van Nederlandsche tooneelletterkunde werd toegewezen aan de heeren G. en J. Minnaert, voor hun werk Siddharta of de star van Indië.
† Martinus Bouman, te Gouda, componist van het Nederlandsche opera Het Meilief. - † Victor Dhont, hoogleeraar te Gent en de vader der Evenredige vertegenwoordiging. Hij schreef menige werken over dit onderwerp en namelijk: La Représentation proportionnelle, Table
| |
| |
de division des nombres pour la répartition des sièges. - † Baron von Ziegesar, te Brussel, vlaamschgezinde Duitscher, redacteur en stichter van het Brusselsch tijdschrift Germania. † Friedrich Friedlaender, ouderdomsdeken der schilders van Weenen. Zijne bijzonderste werken: Monnikken op het graf van een martelaar, Dood van den Tasse, Frederich von Hohenstaufen en de kanselier Pierre de Vignes; hij schilderde ook vele genrestukken en volksscenes.
| |
| |
INHOUDSTAFEL VAN HET 1ste HALFJAAR 1901.
I.
Verhandelingen en Verhalen.
C. Van Ongeval, kan., Over Schriftuuraanhaling |
5 en 116 |
Hilda Ram, Slachtoffers voor Transvaal (In Antwerpsche spreekwijs) |
29 |
H. Persyn, Het Dorper Lied |
52 |
F. Dryvers, Gelijkheid. Moet de Staat de gelijkheid van goederen invoeren? |
59 |
Hendrik De Marez, Gedichten van P.C. Hooft |
71 |
Anna Germonprez, De Weddingschap |
136 |
Ed. Van Even, Muurschilderingen van de XV6 eeuw, in de kerk van Sint Peeter, te Leuven, ontdekt |
164 |
M.E. Belpaire, Het Landleven in de Letterkunde. V. Frankrijk |
225 |
J.D C. Quo Vadis? |
247 |
P.J. Tysmans. Het Volkslied |
259 |
Alberdingk Thijm, Nieuwe Schilderwerken. G. Guffens, E. Dirks |
263 |
Arthur Wentworth Powell M.A., De Regeering van Koningin Victoria |
266 |
D. Claes, Het Davids-Fonds en de Vrouven |
274 |
A.G. Welvaar, pb., Hedendaagsche Wijsbegeerte, haar geest en hare hoofdtrekken |
337 |
D. Claes, Paschen. Een uitstapje naar Hakendover |
349 |
M.E. Belpaire, Een Vlaamsche Meester (Met portret van P. Benoit) |
359 |
Thomas Heidebrand, Confessioneel. interconfessioneel, neutraal. Een woord over de jongste beweging in de Duitsche christelijke Beroepsvereenigingen |
368 |
E. De Gryse, Het eerste hoofdstuk der Genesis (I-II. 3) |
435 |
Om. K. De Laey, Doodslag. Auri fames |
456 |
Heinrich Bischoff, Hendrik Hansjacob I |
462 |
Dr. F. Meeus, Gheel |
472 |
Dr S. Kannunik Martens |
533 |
Van der Veur, De Islam op Atjeh |
538 |
Om. K. De Laey, Wit en Zwart |
552 |
J. Jacobs, De Begrafenis bij de Oudgermanen |
557 |
|
Gedichten. |
|
Kan. Eug. De Lepeleer, Kerstnacht |
77 |
D. Vanhaute, Onder 't afdak |
79 |
Lambrecht Lambrechts, Het Nieuwe jaar. - De Dooi. - De Demer. - Keus |
170 |
Eug. De Lepeleer, Eeuwzang |
271 |
| |
| |
August Cuppens, Blijde indachtigheid van 't vijftigste verjaren harer eerste nutting voor Mej. Cordelia Van de Wiele |
389 |
D. Vanhaute, Helden. - De Eik. - Vlucht. - De Kemel |
391 |
Al. Walgrave, Zeven Zeegezichten |
486 |
A. Verheyen, Meimaand |
493 |
Kan. Eug. De Lepeleer,...Et intrabas pro eis |
567 |
L. Jageneau, Heide. - Droom. - Het kasteel van Hoogstraten. - Leuven gezien van den Cesarsberg |
568 |
|
Kronieken. |
|
Paolo Gentili, Bij de Italiaansche Katholieken |
81 |
Jan Kalf, Uit Noord-Nederland |
174 |
Paolo Gentili, Iets over Belgische Zouaven te Rome |
188 |
B., Noord-Nederlandsche kroniek |
571 |
II.
Naamlijst der schrijvers die in het eerste halfjaar 1901 medegewerkt hebben.
Alberdingk Thym (Schilderwerken) 263, (boekennieuws) |
298, 410 |
|
Belpaire M.-E. (Landleven) 225, (Benoit) |
359 |
Bischoff H. (Hansjakob) |
462 |
|
Claes D. (Davids-Fonds) 274, (Paschen) 349, (boekenn.) |
593 |
Cuppens A. (boekenn.) 308, (gedicht) 389 (boekenn.) |
593 |
|
De Grijse (deken), (Genesis) |
435 |
De Laey (Doodslag, Auri Fames) |
456, 552 |
De Lepeleer Kan. E. (gedicht) |
71, 271, 567 |
De Marez H. (gedichten Hooft) |
71 |
Drijvers Fr. (Gelijkheid) 59, (boek.) |
89, 508 |
De Flou K. (boekennieuws) |
410 |
Dupont Dr. A. (boek.) |
91, 196, 305, 408, 586, 589 |
|
Gentili Paolo |
81, 188 |
Germonprez A. (Weddingschap) |
136 |
|
Heidebrand Th. (Beroepsvereenigingen) 368, (boekennieuws) |
592 |
Hermans Gotfried (boek.) |
596 |
Hilda Ram (Slachtoffers voor Transvaal) |
29 |
|
Jacobs (Begraving bij Oud-Germanen) 557 (boek.) |
95, 502, 506 |
Jageneau (ged.) |
568 |
Kalf J. (Uit Noord-Nederland) |
174 |
|
Lambrechts L. (gedichten) |
170 |
Leenaerts J. (boekennieuws) |
293 |
|
Meeus Dr. J. (Gheel) |
472 |
Muyldermans Kan. J. (boekennieuws) |
90, 99, 302, 512, 595 |
|
Persyn J. (boekenn.) |
310, 411, 514, 577 |
Persyn H. (Dorper Lied) |
52 |
|
Scharpé L. (boekenn.) |
97, 204, 205, 513 |
Sermon H. (boekenmeuws) |
494 |
|
Tysmans P.J. (Volkslied) |
259 |
|
Van der Veur (Islam) |
538 |
Van Even Ed. (Muurschilderingen) |
164 |
Vanhaute D. (gedicht) |
79, 391 |
Van Ongeval Kan. C. (Schriftuuraanhaling) |
5, 116 |
Verelst W. (boekennieuws) |
89 |
Verheyen (gedicht) |
493 |
Vliebergh E. (boekennreuws) |
93, 96, 97, 198, 301, 412, 413, 506 |
|
Walgrave (gedichten) |
486 |
Weemaes A (boekennieuws) |
398 |
Wentworth Powell A. (Victoria) |
266 |
Winkler J. (boekennieuws) |
194 |
| |
| |
Boekennieuws.
Lijst der werken in het eerste halfjaar besproken.
C.S. Adama van Scheltema. Een Weg van verzen |
88 |
Almanak voor Nederlandsche Katholieken |
416 |
Annuaire de la législation du travail |
94 |
Annuaire du Conservatoire royal de musique de Bruxelles |
416 |
J.M. Ballings. Het Flambleeuwken. Ernstige en koddige gedichten. (J.J.) |
196 |
Fr. Bastiaans. Natuur en Leven |
88 |
Dr. Is. Bauwens. Het Alcoholismus. (E. VI.) |
96 |
F.C. Ceulemans. Commentarius in Evangelium secundum Matthaeum. - Commentarius in Evangelium secundum Marcum en in Evangelium secundum Lncam. - Commentarius in Evangelium secundum Joannem (Dr. Dupont) |
586 |
Dr. P.H. Chantepie de la Saussaye. Geschiedenis van den Godsdienst der Germanen, vóór hun overgang tot het Christendom (J. Lenaerts) |
293 |
F.R. Coers Frzn. Liederboek van Groot-Nederland (Petrevatski) |
413 |
H. Conscience. (Zie: H.N. Van Kalcken) |
512 |
H. Coopman, Thz. Jeugd, een krans novellen (J.D.C.) |
204 |
P. Fr. Coppens. Nuttig en aangenaam Mengelmoes (J.v.O.) |
511 |
Dante. (Zie Haeghebaert) |
198 |
Victor De Brabandere. Les Martyrs de la Glèbe. Drame en 5 Actes. (E. Vl.) |
506 |
René De Clercq. Ideaal. Een Sonettenkrans |
88 |
E. Deneef. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor het middelbaar onderwijs (A.T.) |
410 |
De Ryckere. De heilige. Begga en hare wonderbare stichtingen |
205 |
Dirk De Vos. Marioline, roman. (J.P.) |
411 |
F. Di Martinelli. Diest in den Sansculottentijd. (Kan. J. Muyldermans). |
90 |
F. Dryvers. De eigendom volgens het goddelijk en volgens het menschelijk recht. (Dr. A. Dupont) |
589 |
Lod. Drijvers. I. Het Eerste-Communiekruisje, Mannenlijden. - II. De strijd eener werkmansfamilie. - III. De offers eener familie, De kleine Postbode van O.L.V. - IV. Avonturen in het Oosten. - V. Julia. - VI. Het Leven eener weduwe |
595 |
Em. Dubois. (Zie: les Industries à domicile en Belgique) |
93 |
Anna Germonprez. Schetsen en Novellen (J.D.C.) |
415 |
Remi Ghesquiere. Dertig geestelijke liederen van Guido Gezelle, op oude en nieuwe zang wijzen geschikt en met orgelspel versierd |
591 |
Gerhard Gietmann, S.J., und Joh. Sorensen, S.J. Kunstlehre. Dritter Teil, Musik-Aesthetik (P. Alberdingk Thym) |
298 |
Ch. Gillès de Pelichy. (Zie: les Industries à domicile en Belgique) |
93 |
Dr. Alfr. Habets. De Stichtingsbrief der Vrijheerlijkheid Kessenich. - De oudste stukken en bescheiden over het Smedersamb acht te Hasselt. - Correspondance inédite des Maires de Sittard du II Vendém. an 9 au 30 Fructid. an 11. (L.B.) |
504 |
P.B. Haghebaert. Het Goddelijk Spel van Dante Alighieri in 't Vlaa nsch vertaald en verklaard door (E. Vliebergh) |
198 |
| |
| |
Jef Hinderdael. Hans Heiling's Rotsen, naar het Duitsch van Th. Körner, vertaald door |
94 |
Hoffmann. (Zie: Dr. Viktor Schweizer) |
304 |
Henri Hymans. Brügge und Ypern. (K.d.F.) |
410 |
J. Jacobs. Vormleer van het Oudfriesch Werkwoord (Johan Winkler) |
194 |
E.H. Janssens. Gheel in Beeld en Schrift. (F.D.) |
89 |
Aug. Knoch. De Libertate in societate civili ad norman Encycl. Leonis PP. XIII ‘Libertas’ dissertatio (Dr. A. Dupont) |
305 |
Th. Korner. (Zie: Hinderdael) |
94 |
E.B. Koster. Tonen en Tinten |
88 |
Gottfried Kurth. Deutsch-Belgren, I (1899), II (1900) (Aug. Cuppens) |
308 |
E.E.B. Lacomblé. Histoire de la littérature française. - Complément de l'histoire de la littérature française. (Morceaux choisis, poésies, analyses), (E.D.) |
505 |
G. Lahousse. S.J. Tractatus de Sacramentis in genere, de Baptismo, de Confirmatione, de Eucharistia (Dr. A. Dupont) |
91 |
G. Lahousse, S.J. Tractatus de virtibus theologicis (Dr. A. Dupont) |
408 |
J. Lenaerts en M. Winters. De Germaansche Herdenleer. (J. Jacobs) |
502 |
Fr. Meeus. Gheel, para lijs der krankzinnigen (W. Verelst) |
89 |
Dr. Hans Meyer. Das deutsche Volkstum (M.) |
303 |
Kan. J. Muyldermans. Geloof, Hoop en Liefde, drij voordrachten (F. Dryvers) |
508 |
- Sansculot en Brigand of Beul en slachtoffer |
593 |
Dr. Joseph Neuwirth. Prag |
95 |
A. Pierson. Hellas. 2e Druk, met een inleidend woord van Prof. S.A. Naber (A Weemaes) |
407 |
M A.P.C. Poelhekke. Het land der zon |
596 |
Dr. H-J-A.-M. Schaepman. Menschen en Boek en (J.P.) |
577 |
J.B. Schepers. Bragi |
88 |
Schouppe S.J. Le Plan divin de l'Univers |
591 |
Dr. Viktor Schweizer. Hoffmanns Werke herausgeg. von (T.V.) |
304 |
Gust. Segers. Bij de Kempenaars. (E. Vl.) |
96 |
Jozef Spilmann, S.J. De Engelsche Martelaars onder Hendrik VIII en Elisabeth. (H. Sermon) |
494 |
Gustaaf Springael. Zoo zijn er veel. Tooneelspel in 3 Bedr |
514 |
L.J. Tielemans. Geschiedenis der Katholieke Kerk voor School en Huis). (Kan. J. Muyldermans) |
302 |
U.E.V. Verzen, (E. Vl.) |
301 |
Dr. Eug. Utrix. Fransch en Germaansch (J. Jacobs) |
507 |
Firmin Van den Bosch. La conversion de Pétrone. (E. Vl.) |
413 |
Van Doren. Histoire de l'Eglise, à l'usage des collèges, des écoles norma les et des pensionnats (K.C.) |
195 |
Fl. Van Duyse. Het Oude Nederlandsche Lied, afl. 1, 2, 3, 4 (L.S.) |
97, 204, 513 |
D. Van Haute. Rijmdichten (tweede Reeks) en Ark van Noe (J.P.) |
310 |
H.N. Van Kalcken. I. Bloemenkrans. Bloemlezing uit de werken van H. Conscience geschreven tusschen 1837 en 1860. - II. Herfstbloemen. Bloemlezing uit de werken van H.C. geschreven tusschen 1860 en 1881. (Kan. J. Muyldermans) |
512 |
| |
| |
P.J. Van Malsen Jr. Het leven der taal, inzonderheid dat van het Nederlandsch. (L S.) |
513 |
C. Van Ongeval. Praelectiones in Geographiam biblicam et Antiquitates hebraicas (Dr. C.C.) |
304 |
O. Veenstra. Het Duitsch voor Eerstbeginnenden. (E.D.) |
505 |
Dr. J. Verdam. Die Spiegel der Sonden (L. Scharpé) |
205 |
Willem Verelst. Pensioenwet van 10 Mei. Voordracht. (E. Vl.) |
412 |
A. Vermeylen. Het Tooneel in de Kerk. - Oorsprong der Nederlandsche Schilderkunst |
312 |
J.D. Vits. Kleine Nederlandsche Spraakleer. - Oefeningen op de kleine Nederl. Spraakleer (J.v.O.) |
198 |
Vlugschriften der Kathol. Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding te Antwerpen (E.) |
412, 511 |
Is. Vogels. S.J. Vraagstukken der Zielkunde. Verstand en vrije wil. (Dr. A. Dupont) |
196 |
Jac. M. Vos. Feiten en Toestanden. Overzicht der Algemeene Geschiedenis (J.M.) |
99 |
Omer Wattez. Vlaamschgezindheid |
511 |
Fr. Albert Maria Weisz. Die Kunst zu leben |
592 |
Johan Winkler. Studiën in Nederlandsche Namenkunde (J. Jacobs) |
95 |
W.H. Wisselink. I. Vraagstukken ter oefening in de Meetkunde. - II. Rekenschool (vierde, vijfde en zesde stukje). P.J.T.) |
203 |
IV.
Tijdschriften waarvan in 't eerste halfjaar 1901 critisch overzicht gemaakt werd.
Annales archéologiques |
322 |
Annales de la Soc. d'Archéologie |
600 |
Anzeiger des germanischen Nationalmuseums |
321, 605 |
Arbeid (De) |
104, 212, 318, 521, 604 |
Archief (Nederlandsch... voor kerkgeschiedenis) |
321 |
|
Bode van den H. Franciscus van Assisre |
210, 599 |
Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudherdkunde te Gent |
314 |
|
Caecilia |
214, 316, 603 |
Cassianusblad (St) |
210, 418, 598 |
Century (The Nineteenth and after) |
106, 324 |
Chronica over Staatkunde en Letteren |
319 |
Civilta cattolica |
110, 218, 525, 607 |
Correspondant (Le) |
323, 428, 523, 605 |
Daily Mail |
330 |
Dietschland (Jong) |
517 |
Do npertje (Het nieuwe) |
421, 601 |
Durendal |
102, 211, 315, 420, 518, 600 |
|
Echo (Das litterarische) |
106, 217, 321, 427, 523 |
Eigen Haard |
425, 520, 601 |
|
Fédération artistique |
107, 212, 315, 519 |
|
Germania |
102, 208, 313, 420, 517 |
Gids (De) |
105, 214, 316, 422, 519, 603 |
Gids (De katholieke) |
213, 317, 426, 519 |
Guide musical |
107 |
|
Holland (Jong) |
318 |
|
Katholiek (De) |
104, 426, 522, 604 |
Kunstbode (De Vlaamsche) |
101, 208, 313, 418, 517, 598 |
| |
| |
Leuvensche Bijdragen |
599 |
|
Missien der Witte Paters van Afrika |
599 |
|
Neerlandia |
103, 213, 320, 425, 521, 603 |
Noord en Zuid |
214, 316, 427, 522, 603 |
|
Onderwijs (Het katholiek) |
209, 314, 420, 517 |
Ons Tijdschrift |
320 |
|
Revue de l'Art chrétien |
421 |
Revue (des deux Mondes) |
322, 428, 524, 606 |
Revue (De Hollandsche) |
105, 215, 317, 426, 602 |
Revue d'histoire écclésiastique |
212 |
Revue sociale catholique |
103, 212, 421, 601 |
|
School (De Vlaamsche) |
210, 314, 419 |
Spectator (De Nederlandsche) |
316, 426, 522, 602 |
Stimmen aus Maria-Laach |
217, 322, 428, 522, 605 |
Studiën op gods- wetens- en letterk. gebied |
213, 320, 420, 603 |
|
Taalkwestie (in Vlaanderen) |
314 |
|
Van onzen Tijd |
318, 426 |
Volkskunde |
102, 314, 419, 518 |
Vragen van den Dag |
105, 216, 319, 424, 520 |
|
Willemsfonds (Tijdschrift van het) |
102, 209, 314, 517, 598 |
|
Zanten (Vlaamsche) |
209, 314, 419, 598 |
Zeitschrift für christliche Kunst |
216, 322, 605 |
Zeitschrift für Socialwissenschaft |
218 |
V.
Plaat.
|
|