Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 388] [p. 388] Herinnering. Hoe mijne blijde ziel zwom in een zee van weelde, Een wijde, wijde zee van blanke zaligheid: Hoe golven van geluk haar donzig overgulpten, Tot zij van zoet geneugt wel lange heeft geschreid.... Mijn ziel was zelf een zee!... een hoog-opgaande, onstuim'ge, Door geestdrift-stormen fel bewogen; - wonderbaar Nù bruisend luide enthousiaste jubelzangen, Dàn ruischend sluimerstil, of 't liefde-zuchte, waar... 'k Heb hem aanschouwt, naar wien mijn harte hunk'rend hijgde, Gedronken heeft mijn oor zijn kristallijnen stem, Een trilling is mij door de leden heengevaren, Toen beefde op mijne kruin de zegen-hand van hem, - Den glorierijken Paus, trots jaren van verknechting, Toch de incarnatie steeds van koninklijke macht: Des grooten Konings beeld, Die, aan het Kruis geslagen, Nog toonde aan Israël Zijn Goddelijke kracht. Pellegrino. Vorige Volgende