Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 269] [p. 269] Stabat mater. Droef, met matte natte wangen, Daar ze haren Zoon zag hangen, Bleef bij 't kruis de Moeder staan; En ze voelde - vol ellende, Zuchtend, lijdend zonder ende - 't Zweerd heur door de ziele gaan. O hoe droevig, doodverlegen Was de Vrouwe vol van zegen, Moeder van Gods Eengen Zoon, Die ontroostbaar treurde en rouwde, Teedre Moeder, daar ze aanschouwde 't Edel Kind in druk en hoon! Wie, wie zal zijn tranen weren, Daar de Moeder hij des Heeren Zoo in rouw gedompeld vindt? Wie voelt mede 't hert niet scheuren, Daar hij zoo bedrukt ziet treuren Christus Moeder met haar Kind? Om de zonden van de zijnen Ziet ze Jezus in de pijnen En door geesels gekastijd; Ziet ze 't zoete Kind haars herten, Stervend overstelpt van smerten En den laatsten adem kwijt. Ei toch! Moeder, bron der minne, Druk me uw droefheid in den zinne, [pagina 270] [p. 270] Dat ik met u mederouw'; Maak dat vuur mijn hert vertere, Christus minnend, mijnen Heere, God, dien ik behagen wou! Heilge Moeder, wil 't bewerken, Dat ge des Gekruisten merken Diepe prent in 't herte mijn; Heeft zooveel, in ziel en leden, Geern uw Kind voor mij geleden, Laat me deelen in zijn pijn. Laat me in liefde met u weenen, Met het Kruislam mij vereenen Al mijn levensdagen lang; Bij het kruis staan u terzijden, Voegen mij naast u in 't lijden, Dit is al wat ik verlang. Maagd der maagden uitgelezen, Wil me toch niet onlief wezen Leer me klagen uwe klacht; Maak dat ik met Christus sterve, Maak dat ik zijn lijden erve En zijn wonden trouw betracht'! Laat me van zijn wonden bloeden, Aan zijn kruis en bloed mij voeden, Lijdensdronken met uw Zoon. Van het vuur tot straf ontstoken Weze ik door u vrijgesproken, Zoete Maagd, voor 's Rechters troon. Christus, komt het eens op scheiden, Laat me dan door Moeder leiden, Waar de zegepalm mij wacht; Als eens dood zijn lijf en leden Laat mijn ziel dan binnentreden In des Hemels gloriepracht! Amen. Kan. Eug. De Lepeleer. Vorige Volgende