Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11
(1898)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 497]
| |
Een grafsteen in de kerk van Sint Pieter, te Leuven. Anno 1685.
| |
[pagina 498]
| |
Eene aanteekening op het voorestaande.In de twee Leuvensche Rederijkkamers de Roos en de Kersouw bestond het bestuur uit eenen opperhoofdman, van de edele geslachten, eenen onderhoofdman, eenen Prins, eenen ‘coninckstabel’, twee dekens en twee kerkmeesters. Elke Kamer telde ook eenen facteur of dichtmeester en eenen knaap. Dit bestuur droeg den naam van ‘Regiment’. Een artikel der Statuten van de Roos luidt: ‘Item, oft het gebeurde datter yet voorviel niet begrepen in deze articelen, sal 't selve staen ter arbitrage ofte decisie van den opperhooftman, beneffens die van den Regimente, waer naer yeder zich sal moeten reguleren’ (4 Sept. 1723). Thomas t' Santels, vermeld op den zerk, was in 1669 en 1679 bestuurlid der RoosGa naar voetnoot(1), ‘Capiteyn’ zegt het opschrift. Doch die benaming komt in de reglementen onzer Kamers geene enkele maal voor. Vast zal hij ‘Coninckstabel’ van ‘het regiment’ zijn geweest, dat is de man die belast was met het doen handhaven der goede orde, en het doen toepassen van het reglement. Alleenlijk zal de steller van het opschrift de benaming van Kapitein duidelijker gevonden hebben dan die van Konstabel. Thomas t' Santels de ‘capiteyn der Retorycke’ | |
[pagina 499]
| |
was zoon van Joos t' Santes, burgemeester van Leuven, uit de natiën, in 1662 en 1672, en van Maria Leunckens. Hij was in den echt met Philippina Otto, dochter van Philips Otto en van Sara van Berckel. De man liet eenen zoon, Bertel t' Santels, op zijne beurt greffier van Leuven. De t'Santelsen bleven getrouw aan de Kersouw. Mev. de Weduwe A. Jacobs, te Leuven, bezit eene groote schotel, in tin, versierd met een plant, Kersouwen in vollen bloei en het opschrift: Crescit et florescit. Rond de schotel leest men: Jan-Francis t'Santels, capiteyn deser Hooft Rethorycke Gulde, den 4 febr. 1697. Het wapen der familie t'Santels komt er mede op voor. Het aangehaalde opschrift is een nieuw bewijs dat de t'Santelsen den titel van Capiteijn liever hadden dan dengene van Konstabel. |
|