Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11(1898)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 441] [p. 441] Bijlagen. Eenzaam, met God gemeenzaam! Alléén, en toch niet verlaten; Alléén, en met God gemeenzaam Zoo zijt g'alléén, en toch niet eenzaam. Uw pad moet gij alléén begaan, In 's levens Doolhofs-duistre laan, God zij uw toevlucht en uw trooster. Wanneer ge zijt aan 't eind der baan, Zal Hij zijn engelen gebiên. God ziet uw zitten en uw opstaan. Omring Hij u met zijne macht, Bewake uw schreên door zijne kracht. Hereeniging wacht u bij Hem. Amen. Januari 1896. M. Zubli v.d. B.v.H. Beproeving. In de smeltkroes der beproeving En gelouterd zevenmaal Totdat God zijn beeldtnis schouwe In het edelste metaal! - [pagina 442] [p. 442] Zoo mijn ziel in 't hevigst lijden. Lichaams smart en zielewond - Slechts drievoudig hechte snoeren - Paarlen van zijn liefdeband. Eenmaal wordt mijn tranenbeker Voor Gods altaar uitgestort; 't Zijn toch immers de juweelen Van den krans die nooit verdort. Voelt Hij niet uw tranen branden Op zijn edel, godlijk hart? Hij, die vaak op aarde weende Kent de diepte van uw smart! M. Zubli v.d. B.v.H. Vorige Volgende