Oude Zangwijzen,
medegedeeld door H. Roes.
Onder de R.K. geestelijke liederboekjes der 17e eeuw, waarin middeleeuwsche teksten of melodieën voorkomen, mogen wij wel een eereplaats geven aan de ‘Geestelycke harmonie met het Geestelyck Lustfhoofken.’ - Om nader te vermelden redenen, wensch ik de oudste mij bekende (ofschoon niet eerste) druk in dit tijdschrift nader te bespreken.
Ter Gymnasial Bibliothek te Emmerik, vroeger eigendom der Eerw. Paters Jezuïeten, bevindt zich een boekje zonder pagineering bevattende:
1o Catechismus in korte vragen en antwoorden ghestelt door Petrum Canisium. Emmerich bij Samuel Arentsz in den Latijnschen Bybel Anno 1633.
2o Geestelycke Harmonie, van veelderley ende wtghelesene soo oude als nieuwe Catholycke Kerkelycke Lofsangen, Leysenen ende Liedekens, op die principaelste Feesten en getyden des Jaers, die men in 't Vorstendom Cleve bij den Catechismus singht. Nu met groote neersticheit verbetert ende vermeerdert door eenen catholycken Priester.... Men vintse te coop als boven.
3o Een Gheestelyck Lust-hoofken, Met schoone lieffelycke geestelycke Ghesangen beplant. door eene Chatholycken Pastoor. Tot Geestelycke blytschap der sielen ende vermydinge aller oneerlicke, lichtveerdige Werelts gesangen. Men vindse als boven. 1632. -
Zou mijn vermoeden lichtvaardig zijn, als ik meen dat een pater der Societeit van Jesus veel tot het samenstellen van deze twee verzamelingen heeft medegewerkt? Een latere druk der Geestelycke Harmonie bevat o.a. ook het lied van Dirk van de Pol S.J.: ‘Wie kan leven zonder beven.’
Meerdere liederen uit bovengenoemde twee bundeltjes zijn uit het Duitsch vertaald of bieden ons een plat of nederduitsche lezing. Het is dan ook niet te verwonderen dat vele melodieën ook worden aangetroffen in Das Katholische Kirchenlied van Dr Baumker.
Het bevreemt mij eeniger mate dat Fr. Eppink bij het zamenstellen van zijn kostelijk Gulden Wierookvat voornamelijk de melodieën putte uit de Messis copiosa, (Amsterdam 1761). Meerdere aandacht toch verdiende mijn inziens een boekje ander halve eeuw, vroeger in de Nederlanden uitgegeven en meer algemeen verspreid.
Waarom, zou men kunnen vragen, teksten en melodieën laten sluimeren als de overheerlijke:
Als ick bij mijnen schapen wacht.
{Ave Maria gratia plena,
{So groeten die engelen die Jonckfrouw Maria.