Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 10

[p. 506]

Omroeper.

David. Ledeganck. - Een artikel over de feesten te Lier en te Eecloo, in de volgende aflevering.

Congres te Dordrecht. - Wij betreuren het dat, wegens den verloftijd, de Dietsche Warande zich op 't taalcongres niet heeft kunnen laten vertegenwoordigen.

Iets bijzonders was de voordracht van Esmor eit, 's conincs sone van Cicilien, gelijk men weet, uit de veertiende eeuw afkomstig. Naar men ons meldt, was daaraan alle zorg besteed, 1^o om de voorstelling uiterlijk zoo historisch en archeologisch mogelijk te maken, 2^o aan de voordracht der verzen die ongezochte duidelijkheid en aantrekkelijkheid te geven, welke alle nieuwerwetsche jacht op effect, tot schade der samenwerking, uitsluit. Wij juichen voor dit schoone streven de inrichters en medewerkers van harte toe.

Jakob Burckhardt, de beroemde schrijver der Geschichte der Renaissance en onlangs te Bazel overleden, was bekend voor de eenvoudigheid zijner zeden en kleeding. Ook had hij er eenen afkeer van zijne photographie te laten maken. Eindelijk, door zijne verwanten daartoe bewogen, werd dag en uur met den photograaph bepaald, die Burckhardt niet kende.

De schrijver ging er op het afgesproken uur henen, maar kreeg tot antwoord: de photograaph verwacht den beroemden Burckhardt en kan op dat oogenblik met zijne kunst niet dienen. Burckhardt glimlachte even, maar nam hoffelijk en tevreden afscheid. Zijne teleurgestelde verwanten vonden hem tien minuten later weder aan zijne schrijftafel.

Herstellingswerken. - Meer en meer stijgen de gothische kerktorens in Duitschland ten hemel. Keulen is voorgegaan en afgewerkt. Ulm is gevolgd. Nu komt Erfurt, waarvoor reeds 300,000 mk bijeen zijn. Moge onze Romboutstoren dra naijverig zich eveneens verheffen! De herstelling van St. Pieter te Leuven gaat met kennis en inzicht vooruit.

De heer Bredius heeft in Rusland een vrouwenkop van Rembrandt ontdekt en tijdelijk in 't Mauritshuis geplaatst.

Toonkunst.

De Nederlandsche opera van C. van der Linden, te Amsterdam, heeft hare voorstellingen geopend met ‘de Afrikaansche’ van Meyerbeer.

Ofschoon de hoofdrol in handen van mej. van Gelder was en ook de overige partijen goed bezet waren, raadt X., in het Vaderland, dat de directie nooit meer iets dat op balletten gelijkt opvoere.

[p. 507]

Standbeelden-nieuws.

Te Coblenz is weder een gedenkteeken voor keizer-koning Willem I onthuld. Het stelt den koning voor te paard, in een bijna cyclopische steenomgeving.

De Volkszeitung van Keulen noemt dit gedenkteeken een Architekturberg, een ‘steenberg met herinnering aan den klein-aziatischen koning Mausolus’, van alle zijden maakt het een heidenschen ‘vorantiken’ indruk, gelijk die der monumenten van Assyrië, van den Tigris en den Euphraat. Bravissimo!

Een gedenkteeken is te Urbino voor Raffael onthuld.

Id. te Brussel een standbeeld voor den vorigen burgemeester Anspach.

Te 's Gravenhage is een gedenkteeken voor Constantijn Huygens onthuld. Eene bijzonderheid! Daar wij tegenwoordig daags na iemands begrafenis (!) reeds een standbeeld gieten en Huygens 250 jaar heeft moeten wachten.

Of het volk er wel iets van begrijpt?

In het stadspark te Weenen wordt een standbeeld voor Makart opgericht.