Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 9
(1896)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 455]
| |||||||||||||
Schilderijen, teekeningen en beeldwerken
| |||||||||||||
[pagina 456]
| |||||||||||||
Ik liet mij door deze bijna vergeefsche moeite echter niet afschrikken en bleef kalmpjes voortgaan met bladeren en aanteekenen, met het gunstig gevolg, dat mijn lijstje op het laatst een lange, zeer lange lijst geworden is, welke mij zoo interessant voorkomt, dat ik besloot ze openbaar te maken, als eene bijdrage voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Eene bijdrage, zeker de eerste van dit genre, en waaraan men geen waarde of belangrijkheid zal ontzeggen. Zij toch leert ons kennen meer dan 300 kunstvoortbrengselen en - wat vooral van belang en gemakkelijk is om ze later te herkennen - hunne afmeting, de namen der vroegere bezitters, de tentoonstellingen en veilingen waarop ze voorkwamen, alsmede de prijzen voor eenigen gevraagd en voor anderen betaald. Bijzonderheden voor de beoefenaars en liefhebbers der kunstgeschiedenis hoogst interessant, ja, die door den tijd nog winnen in waarde en belangrijkheid voor den onderzoeker. Want al heeft Noord-Brabant onder zijne zonen geen schilders opgeleverd, wier penseel dat van Rembrandt of Rubens evenaart, het mag en kan toch wijzen op verscheidene voorname meesters, wier naam, hoe ook de zoogenaamde kunstsmaak moge veranderen of verbasteren, in de jaarboeken der kunst en bij de liefhebbers en verzamelaars van schilderijen en teekeningen, steeds een goeden klank zal behouden. Wie weet of de tijd niet spoedig aanbreekt, dat de manie onzer dagen voor standbeelden en gedenkteekenen ook op een paar hunner wordt toegepast, en wij nog eenmaal het genoegen hebben een Pieter | |||||||||||||
[pagina 457]
| |||||||||||||
Brueghel, een Abraham van Diepenbeeck, een Theodorus van TuldenGa naar voetnoot(1), om van anderen niet te spreken, in brons of marmer te zien herleven. Vrij waarschijnlijk is het niet, maar onmogelijk toch zeker niet! Wie dacht voor eenige jaren aan een standbeeld voor Frans Hals, die er nu spoedig een zal krijgen? Laten wij daarvan het beste hopen en tot den cataloog terugkeeren. De serie telt ruim vierhonderd stuks van tentoonstellingen en veilingenGa naar voetnoot(2), die sedert de laatste veertig jaren in Europa plaats vonden; jammer genoeg ontbreken er echter eenige jaren aan, wat verplicht, wilde ik met een afgerond geheel voor den dag komen, mij te bepalen tot de tentoonstellingen en veilingen van Nederland over het tijdvak 1870-1895. Kon ik een overzicht geven der laatste veertig jaren, met inbegrip van het buitenland, het artikel zou er veel bij winnen en de oogst voorzeker nog veel grooter zijn. De bedoelde serie is vrij volledig; voor zoover ik kon nagaan, geloof ik niet dat er veel aan ontbreekt. Dit ‘vrij volledig’ maakt het dus vrij duidelijk, dat men hier geen volledige opgave heeft te zoeken. | |||||||||||||
[pagina 458]
| |||||||||||||
Zeer waarschijnlijk toch hebben er in Nederland gedurende het bovengemelde tijdvak tentoonstellingen en veilingen plaats gehad, waarvan wijlen de heer Rochussen geen cataloog ontving, of die later is zoek geraakt. Ik voegde er nog bij eenige schilderijen voorgekomen op boedelverkoopingen; van welke schilderstukken slechts een geschreven lijstje aan enkele belangstellenden uitgereikt is. Deze lijstjes, die mij bij toeval in handen kwamen, stellen mij in staat nog eenige schilderijen te doen kennen van meesters, wier werken zeer zeldzaam voorkomen en daardoor de aandacht van belangstellenden ontgaan waren. Nu zal het zeker niet moeilijk vallen deze opgave uit de ‘Kunstkroniek’ en dergelijke algemeen verspreide tijdschriften aan te vullen; doch ik dacht mij nu eenmaal te moeten bepalen bij den cataloog, vooral, omdat ze na gebruik meestal in de papiermand terecht komen, waardoor het vrij moeilijk is eene eenigszins volledige serie, loopende over een aantal jaren, te vinden. Ik ging hierbij uit van het spreekwoord: ‘Die geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.’ - eene spreuk, waarmede het alle lezers voorzeker niet eens zijn, en ik hoor mij, ondanks de bovengemelde opmerking: ‘vrij volledig,’ op het geduldig papier reeds toeroepen: ‘Die en die tentoonstelling, die en die veiling, waarop kunstwerken van Noordbrabanters voorkwamen, gaat gij stilzwijgend voorbij.’ Ik wil dit gaarne aannemen. Maar zouden de heeren, welke deze opmerking wenschen ten beste te geven, niet beter doen met ze voor zich te houden en de lijst eenvoudig aan | |||||||||||||
[pagina 459]
| |||||||||||||
te vullen, of, wat nog gemakkelijker is, mij die catalogen te zenden? Ik zal dan zelf wel voor de aanvulling zorgen. Zooals te verwachten was, kwamen van de oude Noordbrabantsche meesters, waarvan eenigen door opleiding en verblijf meer tot de Vlaamsche dan wel tot de Noord-Nederlandsche (Hollandsche) Schilderschool behooren, betrekkelijk weinig werken voor; daarentegen zijn de jongeren, vooral Adriana Johanna Haanen, en Petrus van Schendel goed vertegenwoordigd. Onder de laatsten zijn er een paar, wier schilderijen men zeer weinig aantreft. Het is natuurlijk niet te zeggen, of de werken aan de kunstenaars toegeschreven, ook inderdaad van hen afkomstig zijn; men diende ze daarvoor onder de oogen te hebben, en dan is eene beslissing nog dikwijls zeer moeilijk. Zelfs specialiteiten zijn het over zulke zaken volstrekt niet altijd eens. Voor het gemak der lezers, die minder aan kunstgeschiedenis doen, laat ik de lijst der werken van iederen meester voorafgaan van een paar biographische aanteekeningen, onder welke beknopte mededeelingen men een en ander vindt, wat elders niet voorkomt. Ik heb paneel en doek aangeduid met P en D, hoogte en breedte door H en B en in c.M. De naam of namen, achter het voorwerp geplaatst, wijst of wijzen den bezitter, aan in den cataloog genoemd; is deze niet vermeld, dan volgt het woord Veil.(ing) met den naam van den auctionaris. Jaar en plaats wijzen aan wanneer en waar de veiling geschiedde. | |||||||||||||
[pagina 460]
| |||||||||||||
Duidelijk is de beteekenis van Amst. (Amsterdam) en Rott. (Rotterdam). Bij veilingen zonder vermelding van den naam des eigenaars, voegde ik nog de maand, daar de meeste auctionarissen meer dan eene verkooping per jaar houden.Ga naar voetnoot(1) Rotterdam 1896. | |||||||||||||
Hieronymus van Aken of Bosch.Ga naar voetnoot(2)Geboren te 's Hertogenbosch omstreeks 1450, overleden aldaar in Augustus 1516. Hij was waarschijnlijk een zoon van Jan van Aken, een niet onverdienstelijk schilder, die denkelijk ook zijn leermeester was. Hij schilderde bij voorkeur de menschelijke dwaasheden, zonden en hartstochten, waarin de optredende personen dikwijls als caricaturen zijn afgebeeld, of hij stoffeerde zijne onderwerpen met duivelen en allerlei spookgestalten; ook meer ernstige onderwerpen zijn door hem behandeld. Hij werkte voor hertog Philips den Schoone. Eenige zijner schilderijen werden reeds tijdens zijn leven in plaat gebracht door zijn vriend en stadgenoot, den vermaarden bouwmeester Allart du HamelGa naar voetnoot(3). Zijne werken komen hoogst zeldzaam voor. Het Rijks-Museum te Amsterdam verkreeg in | |||||||||||||
[pagina 461]
| |||||||||||||
1893 een paneeltje van dezen meester, verbeeldende Het snijden van den keiGa naar voetnoot(1). De aanbidding der herders; compositie van zeven figuren geschaard om het kind Jezus. Op den achtergrond ziet men een bouwwerk en hier en daar eenige sporen van verguldsel. P.H. 18.5, b. 15. Wed. G.J. Schouten en H. Hollander. Amst. 1884. In plaat gebracht door Hans Collaert. | |||||||||||||
Quirinus van Amelsfoort.Geboren te 's Hertogenbosch omstreeks 1760, aldaar overleden in 1820. Leerling van zijn vader Godefridus van Amelsfoort. Hij was een gezocht portretschilder en vervaardigde ook eenige historische onderwerpen. Zijne werken komen zeldzaam voor. De marteldood van H. Sebastianus. Rechts op den voorgrond is de martelaar, geheel ontkleed, aan eenen boom gebonden, en gewond door twee pijlen in de borst en een in het linker dijbeen. Op den tweeden grond ter linkerzijde twee boogschutters en een neger, onder bevel van een hoofdman; de neger schiet een pijl af op den martelaar, terwijl de twee schutters hunne bogen spannen. Een vervallen muurwerk en eenige boomen op den achtergrond. Gem. Quir. v. Amelsfoort fec. D.H. 38, b. 70. Zeer fraaie schilderij. | |||||||||||||
[pagina 462]
| |||||||||||||
Portret van den vermaarden medailleur Theodorus Victor van Berckel. Gem. Q.v.A. Pastelteekening. H. 42, b. 35. Beiden bij Jhr. Joh. Custis. Den Bosch 1882. | |||||||||||||
Hendrik Berckman.Geboren te Klundert in 1629, begraven te Middelburg 27 Maart 1679. Hij was een leerling van Philip Wouwerman, Thomas Willeboirt Bosschaert en Jacob Jordaens, en schilderde eenige historische onderwerpen, doch verliet dat vak voor het schilderen van portretten. Hij komt in 1654 voor als lid van het St. Lucasgilde te Leiden; iets later vestigde hij zich te Middelburg, waar hij overleed. Portret van den dichter Jacob Cats, raadpensionaris van Holland. Gem. H. Berckman. P.H. 32.5, b. 26.5. Ovaal. Portret van een bejaard heer. Hij is gekleed in het zwart met breeden witten kraag, op zijn hoofd een donkerrood calotje. P.H. 18.5, b. 14. Portret van een jonge dame. Zij draagt een blauw laag uitgesneden kleed met korte mouwen en gouden opnaaisels; de blonde haren zijn versierd met gouden en juweelen spelden. P.H. 24, b. 18.5. Ovaal. De twee laatsten gemerkt: H.B. Alle drie bij Dr. H.C. van Son. Waspik, 1872. | |||||||||||||
Pieter Brueghel (de Oude).Geboren te Breugel bij Breda omstreeks 1520, overleden te Brussel in 1569. | |||||||||||||
[pagina 463]
| |||||||||||||
Leerling van Pieter Coeck te Aalst. Hij deed eene reis door Frankrijk en Italie, alwaar hij vele studien naar de natuur vervaardigde. Hij schilderde niet alleen boerenkermissen en dorpsfeesten, maar behandelde ook meer ernstige onderwerpen, in welke hij soms de wonderlijkste figuren te pas bracht. Hij graveerde en behandelde de etsnaald. Boerendans. In een veranda danst een boer op de muziek van twee schamel gekleede muzikanten, waarvan een de lier draait, de ander fluit en trom bespeelt. Een rijk gekleede dame en achter haar een boer, staan den dans gade te slaan. Op den tweeden grond een aantal boerinnen met witte kappen en enkele boeren. De achtergrond geeft uitzicht op een dorpstraat. P.H. 71, b. 103. Tent. Oude Meesters. Den Haag 1890. Landschap, wintergezicht. Koper. H. 11, b. 16. Tent. Oude Meesters. Amst. 1872. Landschap, zomergezicht. Koper. H. 11, b. 16. Item. Het vroolijk landleven. Eene groep buitenlieden, mannen en vrouwen, jagen een hunner met slagen, schoppen en gejouw in een varkenshok. P. Rond, diam. 25. J.M. van Gelder, Amst. 1895. Het koningsfeest. Een talrijk gezelschap buitenlieden in een tuin aan tafel gezeten. De koningin van het feest heeft eene kroon op het hoofd. P.H. 26, b. 36. Quarles v. Ufford. Amst. 1885. Een dorpsfeest. Een groot gezelschap boeren en boerinnen aan tafel gezeten in een tuin. P.H. 41, b. 74. D.M. Alewijn. Amst. 1885. Een reisgezelschap in wagens en te voet op een landweg. Koper. H. 17, b. 24. Veil. Roos. Amst. 1879. | |||||||||||||
[pagina 464]
| |||||||||||||
De abdij van Groenendaal. Gem. P.B. Met de pen en kleuren. H. 17, b. 22. C. Schöffer. Amst. 1893. Eenige dwazen loopen met het hoofd tegen eenen muur, met het opschrift: ‘Die haestiche indiscrete sotten loopen metten hoofde teghen’ (het laatste onleesbaar). Gem. 1566. Eene groep dwazen zien met open mond in een oven, met het bijschrift: ‘Die onwetende sotten gapen teghen den hoven.’ Gem. 1566. Beiden met de pen, bister en O.I. inkt en op éen blad. Een staand oud man. Met de pen. H. 27.5, b. 18. Deze drie van J.H. Cremer. Amst. 1886. Bergachtig landschap. Met de pen. P.v.d. Dussen v. Beeftingh. Rott. 1876. Boerderij aan den oever eener rivier. Met de pen en indigo. Veil. Amst. 1883. Landschap. Met rooden inkt. S. de Grace. Rott. 1882. Landbouwers honing oostende. Met de pen. W. Baartz. Rott. 1860. Een paar dronken boeren op een ezel, terwijl een derde zich aan den staart van het dier laat medeslepen. Sepia. Veil. de Visser. Den Haag, 1870 Juli. De parabel der blinden van Jericho. Met de pen. Ovaal. Dorp bij een bosch. In bruin en blauw. De schilderij naar deze teekening (of andersom) bevindt zich in 't museüm te Napels. Een gezelschap vroolijke landlieden. Met de pen. De drie laatsten van Jhr. L.C. Hora Siccama. Den Haag 1893. | |||||||||||||
[pagina 465]
| |||||||||||||
Dirk van delen.Geboren te Heusden omstreeks 1605, overleden te Arnemuiden 16 Mei 1671. Den 31n Maart 1628 deed hij den eed als poorter van Arnemuiden. Hij bekleedde aldaar de betrekking van ontvanger der tollen en licenten en was ook lid van den magistraat en kerkeraad. Toen hij in 1633 tot ouderling verkozen werd, verzocht iemand om hem niet toe te laten, wijl van Delen de lieden uitteekende gelijk zij in de kerk zitten, wat aanstoot schijnt gegeven te hebben. Niet zonder invloed van Frans Hals schilderde hij kerken, paleizen en zalen, die somtijds gestoffeerd werden door anderen als: Dirk Hals, Pieter Codde, Anthonie Palamedesz, Dirk Boeyermans en Frans Francken (de Jonge). De koningin van Saba bezoekt koning Salomon. Op den voorgrond de koningin, rijk gekleed, gevolgd van haar hovelingen, gaande naar den koning; rechts Salomon, die van zijn troon stapt om haar te ontvangen; in een rijk gestoffeerd landschap. Met naamteekening. D.H. 92, b. 160. H.W. Richardt. Rott. 1882. Gezicht in een gothisch kerkgebouw, met verscheidene figuren. Met naamteekening en datum 1632. P.H. 60, b. 73. Item. Gezicht in eene katholieke kerk. P.H. 55, b. 82. H. Rochussen en P.F.v.d. Wallen. Rott. 1869. Een monumentaal gebouw in een italiaansch park, met vele personen. P.H. 33, b. 60. W. Gockinga. Amst. 1883 (Toegeschreven). Binnenzicht van een paleis. In eene zaal, met fraai gebeeldhouwden schoorsteen, zijn twee personen ge- | |||||||||||||
[pagina 466]
| |||||||||||||
zeten aan eene tafel, waarop het middagmaal wordt gediend. De figuren zijn van Frans Francken. P.H. 55, b. 72. Graaf Andor de Festetis. Amst. 1884. Aanzienlijk gezelschap in een groote zaal bijeen. Op den voorgrond hebben eenige dames en heeren plaats genomen aan een welvoorzienen disch. Een bediende draagt een pastei op. Links wordt op het verkeerbord, rechts op snareninstrumenten gespeeld. Gemerkt links onderaan: D. Hals. an. 1628. De architectuur is geschilderd door van Delen. P.H. 77, b. 165. Tent. Oude Meesters. Den Haag 1890. Gezicht in een kerkgebouw. Aquarel. G.J. Verburgh. Rott. 1865. | |||||||||||||
Jan Roelofszoon van Diepenbeeck.Geboren te 's Hertogenbosch omstreeks 1550, aldaar overleden na 1620. Hij was een vermaard glasschilder, tevens plaatsnijder en olieverfschilder. In de laatste kunst bracht hij het echter niet bijzonder ver blijkens een paar nog aanwezige schilderijen van zijn penseel. Ze zijn vrij stijf en droog van uitvoering. Afbeelding van een kerkraam. Met de pen. H. 36, b. 24. Een zelfde onderwerp. Met de pen en kleuren. H. 32. b. 19. Deze teekeningen op perkament zijn gem: Dat isse ghemaect van Janne Roelofse van Diepenbeke tot Shartoghenbossche Ao Do. 1598. Veil. Schwaebe. Rott. 1871, Jan. | |||||||||||||
Abraham van Diepenbeeck.Geboren te 's Hertogenbosch en gedoopt in de St. Jacobskerk aldaar 9 Mei 1596, overleden te | |||||||||||||
[pagina 467]
| |||||||||||||
Antwerpen tusschen 17 April en 16 September 1675. Leerling van zijn vader Jan Roelofszoon van Diepenbeeck. Hij had reeds een goeden en gevestigden naam als glasschilder, toen hij zich in 1624 binnen Antwerpen vestigde, alwaar hij, ondanks zijne reeds gevorderde jaren, zijne kunststudiën onder leiding van den beroemden Rubens opnieuw begon, zijn oud kunstbedrijf, het glasschilderen, evenwel niet nalatende. Hij werd een der vermaardste leerlingen en wellicht de beste navolger van den grooten meester. Hij maalde zoo getrouw in den trant van Rubens, dat later verscheidene zijner tafereelen aan dezen werden toegeschreven, welke vergissingen vereerend zijn voor onzen schilder. Den 4n Januari 1636 deed van Diepenbeeck zich als poorter der Scheldestad inschrijven; 18 September 1641 werd hij deken van het St. Lucasgilde. Korten tijd was hij werkzaam in Engeland. Hij leverde een buitengewoon groot aantal teekeningen voor plaatwerken en prachtige schilderijen, en hanteerde ook de etsnaald. St. Antonius van Padua. Zwart krijt. H. 27, b. 19. J.H.J. Hoek. Amst. 1887. De schaking van Europa. O.J. inkt. H. 37.5, b. 47.5. J.H. Cremer. Amst. 1886. Een priester ontvangt het H. Sacrament uit de handen van een engel. Zwart en rood krijt. H. 38.5, b. 26. Item. De H. Maagd met het kind Jezus; naast haar St. Joris doodende den draak. Gem. 1650. H. 43, b. 35. Rood en zwart krijt. G. Gerlings. Amst. 1880 Eene oude vrouw. Veil. Lamme. Rott. 1865, Mei | |||||||||||||
[pagina 468]
| |||||||||||||
Slapende nymphen. Zwart en rood krijt. D. Vis Blokhuyzen. Rott. 1872. Drie naakte vrouwen, houdende eene mand met bloemen, in een landschap. De figuren met dekverf, het landschap met waterverf. Met handteekening. H. 28, b. 21. J.F. Ellinckhuysen. Amst. 1878. Afbeelding eener balustrade. O.I. inkt. J.J. Fels, G.P. Verschuur en E. Scheibler. Amst. 1891. De vlucht van Jozef en Maria met Jezus naar Egypte. Met de pen en O.I. inkt. Veil. Amst. 1883, April. De verschijning der H. Maagd aan den H. Hildefonsus. Met de pen en O.I. inkt. Item. De H. Simon. Bister. G.J. Verburgh. Rott. 1865, De H. Jacobus. Bister. Item. De marteling van den H. Laurentius. O.I. inkt. H. 30, b. 36. Veil. Lamme. Rotterd. 1873, Jan. De liefde, voorgesteld door eene moeder, die een harer kinderen zoogt. Zwart en wit krijt. C Kramm. Utrecht 1875. De H. Familie. O.I. inkt. H. de Kat. v.O. en W. Barendrecht, Rott. 1867; later J.J. Fels, G.P. Verschuur en E. Scheibler. Amst. 1891. Allegorische voorstelling. Bister. Item. De zegeningen van een apostolisch vicaris in Amerika. O.I. inkt. Veil. H.G. Bom. Amst. 1885, Nov. Schilderijen van den meester trof ik in den behandelden cataloog van 1870 tot 1895 niet aan. | |||||||||||||
Gerard van Dinter.Geboren te 's Hertogenbosch in 1745, aldaar overleden 26 Maart 1820. | |||||||||||||
[pagina 469]
| |||||||||||||
Hij was een goed landschapschilder. Bij de oprichting der teeken- en schilder-akademie in zijne geboorteplaats in 1812 werd hij haar directeur; welk ambt hij tot 1816 en vervolgens van 1818 tot aan zijn dood bekleed heeft. Zijne werken komen hoogst zeldzaam voor. Bergachtig landschap. Op den voorgrond een weg, die over een houten brug voert. De weg is gestoffeerd met twee jagers en drie honden. Verderop een kasteel en een paar gebouwen aan den voet van een berg; bij het kasteel twee edellieden te paard. Hooger den berg op, eenige boerenhuizen en een zwaar bosch. Verder, uitgestrekt bergachtig landschap, hier en daar bezet met een groep boomen, waardoor zich een rivier kronkelt. D.H. 42, b. 55. Veil. Gomberts. Den Bosch 1875, April. | |||||||||||||
Jan Hendrik Frederiks.Geboren te Breda 23 Augustus 1751, overleden 27 Maart 1817. Hij heeft slechts eenige schilderijen vervaardigd, die zeer uiteenloopend van waarde zijn. Bloemen en vruchten. Twee stuks. P.H. 40, b. 32 ieder. H. Lamberts. Amst. 1879. Een bouquet rozen, leliën en seringen, P.H. 25, b. 19. Veil de Visser. Den Haag 1870, Mei. | |||||||||||||
Adriana Johanna Haanen.Geboren te Oosterhout 15 Juni 1814, overleden te Oosterbeek 8 October 1895. Leerling van haar vader Casparus Haanen. De penseel-voortbrengselen dezer begaafde bloemen fruitschilderes zijn zeer gezocht en worden met goede prijzen betaald. | |||||||||||||
[pagina 470]
| |||||||||||||
Bloemen. Een bouquet rozen, leliën, seringen, irissen, tulpen en pioenrozen in eene zilveren schenkkan, geplaatst op eene tafel, naast een paar druiventrossen. D.H. 73, b. 60. R.L. de Fielliettaz Goethart. Amst. 1891. Rozen. Tent. Rott. 1882. Geschat op 1600 gulden. Bloem- en fruitstuk. Tent. den Haag 1870. Bloemen op een zandgrond. P.H. 30, b. 38. W. de Bas. Amst. 1881. Bloemen en vruchten. Roode en witte rozen, blauwe pruimen enz. verspreid op den grond. P.H. 38, b. 52. J. Blancke. Amst. 1881. Aardbeziën op een koolblad. P.H. 21, b. 24. Item. Bouquet bloemen. P.H. 19, b. 15. G.P. Reeser. Den Haag 1877. Verkocht voor 45 gulden. Mand met druiven en appelen. D.H. 41, b. 34. P.A. Molijn. Rott. 1890. Bloemen en vruchten. Rozen, druiven, pruimen en ananassen gegroepeerd rond een bokaal op eene plint. D.H. 88. b. 76. A.v. Walcheren. Amst. 1893. Een prachtig bouquet rozen en andere bloemen. D.H. 100, b. 75. G.H. Moll. Rott. 1891. Aan compositie, teekening en kleuren, een der rijkste en tevens een der beste schilderijen van de begaafde kunstenares. Later in bezit van notaris J.W.P. van den Berg te Rotterdam: aldaar na zijn dood verkocht in 1892. De zomer. Internat. tent. Amst. 1883.
| |||||||||||||
[pagina 471]
| |||||||||||||
Druiven, perziken en aardbeziën in een mandje. P.H. 39, b. 21. J.A. Meelboom v. Kockengen en Wed. Roelofs. Amst. 1878. Rozen en tulpen verspreid op den grond. P.H. 31 b. 36. W.Th.v. Griethuysen. Rott. 1887. Eene bokaal, bloemen, vruchten enz. geplaatst op eene marmeren plint. D.H. 80, b. 94. J. Roelofs Thijsen. Amst. 1883. Bouquet bloemen. D.H. 74, b. 58. Veil v. Pappelendam. Amst. 1882, Jan. Een oud steenen monument, versierd met een groot getal fraaie witte rozen en andere bloemen. D.H. 100, b. 75. J.J. Posno, J.v.d. Biessen en B. Bosscher, Amst. 1884, eene schilderij van superbe kwaliteit. Verschillende bloemen in eene zilveren vaas, geplaatst op eene tafel, naast een bord met druiven en tomaten. D.H. 77, b. 65. Wed. A. Golberg-Keyser. Amst. 1886. Bloemen en vruchten. P.H. 34, b. 23. Item. Verschillende vruchten P.H. 20, b. 15. B. Coster. Amst. 1881. Geele rozen, vruchten enz. en een nautilus met vergulde versierselen op eene tafel. D.H. 90, b. 77. J.C. Pappelendam. Amst. 1884. Bloemen in een vaas. Gem. A. Haanen. D.H. 67, b. 87. S.B. Bos. en Wed. F.H. Wubbe. Amst. 1888. Bloemen en vruchten. P.H. 34, b. 23. Baron J.v. Pallandt. Amst. 1885. Vruchten op eene plint. P.H. 19, b. 15. P. Verloren v. Themaat. Amst. 1881. Een bouquet bloemen. P.H. 32, b. 43. F.J.v. Outeren., Amst. 1881. Meibloemen. Witte en roode rozen en andere | |||||||||||||
[pagina 472]
| |||||||||||||
lentebloemen liggende op den grond. Gem. 1868. D.H. 75, b. 101. W.L. Ravesteyn. Amst. 1884. Fruitstuk. P.H. 46, b. 59. Gem. Adriana Haanen. Tent. Rotterdam 1869. Aangekocht voor 400 gulden. In het Rijks-Museum te Amsterdam. | |||||||||||||
Remigius Adrianus Haanen.Geboren te Oosterhout 5 Januari 1812. Broeder van bovengenoemde. Leerling van zijn vader Casparus Haanen. Rivier en landschap bij maanlicht. P.H. 28, b. 34. Wed. A.J.v. Schaak-Winkler en G.J. Schouten. Amst. 1879. Houtrijk landschap bij maanlicht. P.H. 30, b. 40. Item. Winterlandschap. D.H. 49, b. 64. Item. Gezicht in een kerkgebouw. P.H. 23, b. 19. A.v. Walcheren en D. Lokhorst. Amst. 1893. Gezicht op eene rivier bij maanlicht. D.H. 34, b. 45. Burggraaf de Peskiwisz (Breslau). Amst. 1876. Gezicht in een kerk. P.H. 35, b. 28. Item. Winterlandschap, D.H. 33, b. 40. Item. Landschap. P.H, 26, b. 36. D.M. Knaepen. Rott. 1888. Bergachtig landschap. P.H. 26, b. 33. J.A. de Graaff. Rott. 1893. Landschap. P.H. 16, b. 25. Item. Landschap bij zomer. P.H. 20, b. 27. Veil. verkooplokaal Rott. 4 Oct. 1881. Boomrijk landschap bij winter. D.H. 51, b. 65. Veil. v. Pappelendam en Schouten. Amst. 1881, Juni. Landschap bij maneschijn. Gem. 1833. D.H. Ahlers, Dr. Alicohen en H. Ferwerda. Amst. 1890. Landschap. P.H. 27, b. 34. Veil. Oldenzeel. Rott. 1882, Dec. | |||||||||||||
[pagina 473]
| |||||||||||||
Een waterval. D.H. 56, b. 85. Item. Een boomrijk landschap, met een boerenwoning aan een rijweg. P.H. 24, b. 22. Veil. Roos. Amst. 1870, Jan. Een riviergezicht bij het opkomen der maan, op den voorgrond een visscher, in 't verschiet het gezicht op een stad. D.H. 39, b. 54. Item.
Stadsgezicht bij maneschijn. P.H. 35, b. 44. Wed. J.J. Beerekamp-Schottelinck. Amst. 1879. Landschap. P.H. 27, b. 39. S. de Grace. Rott. 1882. Gezicht op de Hollandsche kust naar J.C. Schotel. Aquarel. W. Gruyter, Amst. 1879. Bergachtig landschap, doorsnede van eene rivier, loopende in een meer. Aquarel. H. 33, b. 53. Wed. P. Valter en F.W. Busch. Amst. 1892. Tirolsch landschap. Aquarel. H.J.v.d. Niepoort. Amst. 1886. Boschrijk landschap. Item. Item. Gezicht in Duitschland, met figuren. Aquarel. Veil. Oldenzeel. Rott. 1892, Nov. Golvende zee bij eene rotsachtige kust. Aquarel. Wed. P. Valter en F.W. Busch. Amst. 1892 | |||||||||||||
Louwrens Hanedoes.Deze landschapschilder, leerling van Cornelis Kruseman en Barend Cornelis Koekkoek, zag het levenslicht te Woudrichem 14 Juli 1822. Haan en kippen in een landschap. D.H. 45, b. 69. Wed. A.J.v. Schaak - Winkler en G. Schouten. Amst. 1879. | |||||||||||||
[pagina 474]
| |||||||||||||
Bergachtig landschap, op de helling van een heuvel twee jagers met een hond. D.H. 90, b. 130. J.v.d. Hoop. Rott. 1864. Verkocht voor 200 gulden. Landschap in de omstreken van Utrecht. D.H. 23, b. 39. Heide. D.H. 25, b. 35. Een waterplas in de heide. D.H. 45, b. 73. Deze drie van Ed. L. Jacobson (Den Haag). Parijs 1876. Landschap in de omstreken van Haarlem. D.H. 36. b. 48. Veil. Lamme. Rott. 1870. Avondstond. Tent. Den Haag 1870. Kennemer landschap. D.H. 120, b. 98. Gem. L. Hanedoes fecit. Tent. Den Haag 1869. Aangekocht voor 900 gulden. In het Rijks-Museum te Amsterdam. Houtrijk landschap. D.H. 46, b. 36. Veil. de Visser. Den Haag 1869, Sept. Landschap, gestoffeerd met een persoon en rundvee. D.H. 46, b. 36. Veil. de Visser. Den Haag 1872, Nov. | |||||||||||||
Jozef Hartogensis.Geboren te 's Hertogenbosch 7 Mei 1822, overleden te Dusseldorp 15 Juli 1865. Hij was een verdienstelijk landschapschilder. De oogst, landschap met figuren. P.H. 23, b. 35. W.A.v. Heun. Den Haag, 1884 en Veil. Oldenzeel. Rott. 1885, Maart. Een park met vele wandelaars. D.H. 26, b. 23. J.v.d. Hoop. Rott. 1864. Verkocht voor 85 gulden. Een gezicht in Westphalen. D.H. 23, b. 35. Item. Verkocht voor 36 gulden. De twee laatste schilderijen zijn gestoffeerd door David Bles. Boomrijk landschap met boerenwoning. Aquarel | |||||||||||||
[pagina 475]
| |||||||||||||
W.J. Asmus en E.v.d. Meer. Den Haag 1889. Gezicht in Duitschland. Altenahr. Sepia. H. 14, b. 18. Met naamteekening en datum 1850. C. Ulrich. Rott. 1880. Landschap bij zomer. Waterverw. Veil. Oldenzeel. Rott. 1882, Dec. Bergachtig landschap. Sepia. H.J.v.d. Niepoort. Rott. 1886. In de maand Juli. Waterverw. S. de Grace. Rott. 1882. Zomerlandschap. Waterverw. Mr. A. Kruseman. Rott. 1883. Vierwaltstättermeer. Waterverw. J.v.d. Hoop. Rott. 1864. De oevers van een meer. Waterverw. Item. Gezicht in Zwitserland. Waterverw. Item. | |||||||||||||
Judocus Jonkherten.Vermaard beeldsnijder te 's Hertogenbosch in de eerste helft der 16e eeuw. Hij vervaardigde eenige beelden voor het stadhuis dier stad. De vlucht van Jozef en Maria met Jezus naar Egypte. Groep in hout. Onderaan: Judocus Jonkherten Fecit 1523. Tent. v. Oudheden. Delft 1863. Dit is het eenige werk van den kunstenaar, hetwelk ik in de catalogussen aantrof.
(Vervolgt.) |
|