Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 9
(1896)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 312]
| |
Gedachtenis.W.F.G. Nicolaï.De betrekkelijk nog jonge en voorwaar zeer frissche, verdienstelijke toonkunstenaar, directeur der koninklijke muziekschool te 's Gravenhage, is door den dood aan de kunst, aan zijne geliefde echtgenoote, aan zijne goede vrienden ontrukt. Eene ziekte der ingewanden, welke hem al vroeger aan het bed kluisterde, heeft hem thans onverwachts ten grave gesleept. In den jaargang 1891 der D. Warande bl. 81, gaven wij zijne beeltenis en levensbeschrijvingGa naar voetnoot(1). Sedert dien tijd werkte de overledene als componist, directeur, leeraar en hoofdredacteur van het muzikaal tijdschrift Caecilia steeds onvermoeid voort en verwierf zich op dat verschillend gebied een aantal lauweren. Zijne jongste groote compositie was het Oratorium Javeh's wraak, voor soli, koor en orkest. Moge hij in een ander leven het volle loon genieten van een bestaan, wat gewijd is geweest aan de edelste kunst, den liefderijksten familiezin, de trouwhartigste vriendschap! Hij ruste in vrede.
Ds. Hasebroek is gestorven; hij was eenigen tijd ziek geweest en had in November den 83-jarigen leeftijd bereikt. Hij werd te Leiden geboren, waar hij zijn theologische stu- | |
[pagina 313]
| |
diën voltooide, onderbroken door zijn deelneming aan den tiendaagschen veldtocht. In October 1836 werd hij predikant te Heiloo, stond achtereenvolgens te Breda en te Middelburg, deed in 1851 te Amsterdam zijn intrede en werd in 1883 emeritus. Door zijn Waarheid en Droomen, die hij onder het pseudoniem Jonathan (ontleend aan Charles Lamb) uitgaf, heeft hij een hooge eereplaats in onze letteren veroverd; negen drukken getuigen voor de populariteit van dat werk. Hasebroek's borstbeeld prijkt terecht in het rijksmuseum.
C. Honigh, de geachte letterkundige en jarenlange medearbeider aan de Dietsche Warande, vervolgens een der redacteurs van den Gids, is plotselijk gestorven. Op een rijwiel gezeten schoot hij van eene helling in het water en verdronk. |
|