Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 8
(1895)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
Nog iets over de boekdrukkerij
| |
[pagina 229]
| |
‘Lytanien ende Ghebeden diemen sal lesen om deelachtich te worden aen den Aflaet vanden Heylighen Sacrament, inghestelt bynnen (de) Sint Jans-kercke tot Shartoghenbossche door den Alderheylichsten Vader den Paus Adrianus, door de ghedenckenisse Godts, den VI vandien naeme.’ 8o, 12 ongep. bladen. De titel is versierd met eene houtsnede, verbeeldende twee geknielde engelen, houdende eene monstrans. Het laatste onbedrukte blad draagt het drukkersmerk van Haeyen. Dit boekje zag het licht in 1523; in gezegd jaar verleende paus Adrianus VI een aflaat aan de broederschap van het H. Sacrament, gevestigd in de St. Janskerk. Broeder Albertus Cuperinus, een tijdgenoot, teekende daaromtrent in zijne ‘Cronicke van Tsertogenbosch’ aan: ‘Op den 28 Novembris 1523, op sint Andries avont na den vesperen, is met processiën ingehaelt den aflaet vanden heylighen Sacrament statelick uyt sint Anna capel mitten heeren vander stat als behoort, mit oprigtinghe vanden cruyce ende vanen voor den choore vanden heylighen sacrament inder kercken van sint Jans, nae uytwijsen der bullen’Ga naar voetnoot(1).
‘Passionis dominicae doctissimorum quorumdam aurea carmina, quorum cathalogum ob oculos subjectum vides. Cipriani epi, De ligno crucis. Philippi Beroaldi, Carmen lamentabile. Lactantii Firmiani, Pia nenia. Aeneae Silvii, Carmen sapphicum. Guilielmi Gandavensis, Elegia. Guilielmi Goudani, Pia expostulatio. | |
[pagina 230]
| |
Excudebant fratres domus S. Gregorii in Buscoducis.’ 4o, 18 ongep. bladen. De titel, regel om regel met roode letters gedrukt, is omlijst door eene fraaie houtgravure. Deze prijkt aan weerszijden met twee beelden: de H. Maagd en de H. Gregorius ter eene, de H. Maria-Magdalena en de H. Hieronymus ter andere zijde. Het bovenstuk bevat het wapen van 's Hertogenbosch (met den dubbelen adelaar), omgeven door een band, waarop deze woorden: ‘Reddite que sunt cesaris cesari et que sunt dei deo’. Het benedenstuk wordt gevormd door een schild, beladen met een kruis; om dit schild slingert zich een band met de woorden: ‘Domus fratrum sancti Gregorii In buscoducis.’ Op de keerzijde des titels eene houtsnede, verbeeldende Christus aan het kruis met Maria en Johannes. In het boekje is geen jaartal te bespeuren, maar het wapenschild der stad met den dubbelen adelaar in het hoofd, - welk laatste een gunstbewijs is van keizer Maximiliaan haar den 27en Juli 1508 geschonkenGa naar voetnoot(1), - bewijst, dat het in de 16e eeuw en in genoemd jaar of later van de pers gekomen is. Mijne meening, dat de drukkerij der Fraters eerst in 't begin der 16e eeuw tot stand kwam, wordt door dit schijnbaar klein geval nog nader bevestigd. De Fraters toonen daardoor mannen van groote nauwgezetheid te zijn geweest, daar hunne vakgenooten Laurens Haeyen en Gerard van den Hatart, die het stadswapenschild nog wel als drukkersmerk | |
[pagina 231]
| |
gebruikten, het hoofd met den dubbelen adelaar weglieten. Het merk van van den Hatart werd door zijn opvolger Jan Schoeffer of Scheffer onveranderd nog tot 1565 gebezigd. Waar berusten nog meer van deze boekjes?
Rotterdam, 1894. |
|