Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 8(1895)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Tot eene wolk! Vanwaar toch, uit de zee gestegen, Gestegen uit het zilte meer, Besproeit ge de aard met zoeten regen, Lacht ge aan de kim ons gloeiend tegen Of zijgt ge, blanke sneeuwvlok, neer? Omdat ge boven de aard gedreven, Aleer ge in parels waart gestold, Uw gazen sluiers lang liet zweven In 't ruim der heemlen, hoog verheven, Waar al uw bitterheid versmolt. Zoo gaan de rampen van dit leven, Als wolken uit de onpeilbre pijn, Met louter bitterheid doorweven, Zoolang ze in lager kringen zweven En enkel dampenwasem zijn. Doch zijn ze, o Hoop, eens opgestegen, Gestegen in uw hooge sfeer, Dan lachen zij ons troostvol tegen En zijgen neer in zoeten regen, In hemelzoete tranen neer. O. Loosen, S.J. Turnhout. Vorige Volgende