Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 7(1894)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 642] [p. 642] ... den ouden brevier. Door Guido Gezelle. Als zorgen mijn herte verslinden, als moedheid van 's werelds getier; dan zoeke ik weêrom den beminden, dan grijpe ik den ouden brevier. o Schat ongevalschter gebeden, brevier, daar, in 't korte geboekt, Gods woord, en Gods wonderlijkheden, nooit een ongevonden en zoekt! o 't Werk van gezetelde Pausen, wat zegge ik, Gods eigen beworp; o sterkte, als het lijden doet flauw zijn, onsterfelijk lavend geslorp! o Weldaad wellustiger koelheid, o schaduwomschietende troost; als 't vier, en de onmachtige zwoelheid, gestookt door den Vijand, mij roost; dan zuchte,... dan zitte ik alleene; dan biede ik den Booze: ‘Van hier!’ Dan buige en dan bidde ik, en weene,.. dan grijpe ik den ouden brevier! Kortrijk, 23sten in Zaaimaand, 1894. Vorige Volgende