Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 7

[p. 233]

Schilder- en borduurkunst.
Tentoonstelling van kant- en andere, oude kunstwerken.

Graaf Maurin Nahuys, welke zich ongelooflijk veel moeite heeft gegeven voor de opbeuring en bloei der Société d'archéologie te Brussel, waarvan Z.M. Leopold II beschermer en de graaf van Vlaanderen eerevoorzitter is, heeft in de verleden maand eene verzameling van meest oude kantwerken bijeengebracht, die de bewondering van allen heeft verwekt, welke eenigszins in deze kunstuiting belang stellen.

Kunst noemen wij ook die naaldwerken; want aan het begrip van kunst, van uitdrukking der schoonheid, ontsnapt geen voorwerp, geen klank, geen letter, die door den menschelijken geest is geschapen of omgeschapen.

Doch niet alleen heeft de commissie zich tevreden gesteld met het bijeenbrengen van kantwerken.

In de oude, hoogst schilderachtige huizing van Ravensteyn, waar zich tegenwoordig de Société verzamelt en waarvan de aanblik den binnentredende reeds met vreugde vervult, waren die kantwerken, omgeven van oude schilde-

[p. 234]

rijen (heerlijke portretten), kleine werken van oude beeldhouwkunst en miniatuurschildering, tentoongesteld.

Wij vonden er portretten uit de familiën Cadot, Chevalier, Copette, De Neufforge, Deroo, De Ruffo, De Soignies, Faure, statuetten en miniaturen van Mej. Helena Godschalk, schilderijen van de familie Hiernaux, Lebon, Legrand, Saintenoy, Somzée, T'Serstevens, Van Mons, enz., het eene portret nog schooner dan 't andere.

In 't geheel vond men er 1200 nummers, ingezonden door 160 personen - eene geheele geschiedenis van het kantwerk, van de hoogste oudheid tot heden; italiaansche, belgische, fransche, duitsche, zwitsersche, spaansche kantwerken van onzen tijd en zelfs zulke uit Congo.

Eere zij aan de inrichters die ons dit hooge genot hebben bereid en bijzonder aan graaf Nahuys, die zich, naar wij vernemen, maar niet hopen, aan de leiding der Société, heeft onttrokken.

A.T.