Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 6

[p. 478]

Een Drietal Kunstenaars,
door J.H. Hofman.

ONLANGS nazoekende in de zoogenaamde Puiboeken der stad Amsterdam, vond ik in het voorjaar van 1693 daar ten huwelijk ingeschreven een drietal kunstenaars, die, naar mij voorkomt, aanspraak erop hebben, dat hunne geschiedenis meer en meer in het licht worde gesteld. - Voor heeren commissarissen tot de echtzaken verschenen namelijk:

a.	17 Januari 1693 ‘Michiel van Musscher, van Rotterdam, konstschilder, wed^r (van) Eva Visscher, op de Keysersgracht, - ende Elsie Klanes, van Amsterdam, wed^e Jan de Jager, woont op Zingel.’ - Van P. Scheltema, ‘Aemstels Oudheid’, IV bl. 67 vernemen we nog, dat M.v. Musscher op 15 Maart 1688 te Amsterdam het burgerrecht verwierf. Zie verder Immerzeel, ‘Levens en Werken der Holl. en Vlaam. schilders’ II bl. 249.
b.	17 Januari 1693 ‘Hendrik Wellink, van Munster, konstschilder, wed^r (van) Matia Bex, in de Kalverstraat, - ende Lucretia Prot, van Amsterdam, wed^e Joris Poll, op de Uytrechtse straat.’
c.	24 April 1693 ‘Andries Karstensz. de Let, van Amsterdam, plaatsnijder, oud 30 jaren, in de Amstelkerckstraat, geassisteert met sijn swager Lam-

[p. 479]

bertus de Lange, de moeder impotent, - ende Nelletie Hendricx Middenheespen, van Amsterdam, oud 23 jaarn, op de Keysersgracht, geassist. met haar voogden Cornelis Verseyl en Leonard Verseyl.’ - Vermoedelijk onmoeten we in hem den vader Hendrik de Leth die in 1729 de platen sneed voor ‘Het Zegenpralent Kennemerlant’. Zie verder Immerzeel, a.w. bl. 171.