Ter hoogte van den aanzet der bogen zijn ankers in een aaneengesloten ketting met lange schieters in alle hoekpunten gelegd, zoowel in de muren der zijbeuken als in die van 't middenschip en in den toren. Deze kettingen zijn van 't middenschip naar de zijbeukmuren weder verbonden door dergelijke ronde stangen.
De onderdorpels der vensters, de dorpels, de treden der ingangen en eindelijk de basementblokken van de pijlers zijn van hartsteen: de weinige kapiteelen en kraagsteenen van zandsteen; alle afdekkingen onder de vensters en de kordonlijsten van roodverglaasde Waalsteen; de banden uitwendig van machinale Friesche steen.
De pastorie, zeer eenvoudig afgetimmerd, heeft op den beganen grond, nevens de woonkamer, twee zeer ruime ineenloopende vertrekken, bestemd om na huwelijksinzegeningen en jaargetijden, op oud-nederlandsche wijze, een talrijken familiekring te bevatten.
Het gansche werk, met de houten fundeering, de pastorie en de torenspits inbegrepen, werd aangenomen door den heer J. van Groenendael, te Nieuwer-Amstel, voor de som van 145 duizend gulden en binnen den gestelden tijd tot algemeene tevredenheid opgeleverd.
Dit sober behandelde kerkgebouw, van binnen indrukwekkend in al zijn eenvoud, getuigt opnieuw van het meesterschap zijns ontwerpers. Met de meestbescheiden grondstoffen is hier, dank zij oordeelkundige indeeling en afmetingen, een werk tot stand gebracht, dat dezer nieuwe wijk tot sieraad strekt en weer een schoon getuigenis aflegt van de offervaardigheid onzer katholieke stadgenooten. Pastoor G.W. Konings, die den bouw ondernam