Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 4

[p. 401]

Nog iets over Mr. Gerard van Loon⁽¹⁾.
Huisverkoop. Verwanten.
door Ch.C.V. Verreyt.

DEZER dagen kwam mij in handen een Rotterdamsche schepenbrief van den 8ⁿ Mei 1709, waarin de naam van den vermaarden penningkundige wordt genoemd en eenige bizonderheden betrefende zijne familie voorkomen.

Men leest daarin het volgende:

‘Wij Philips van der Hoeven ende Leonard van Hersele, schepenen der stad Rotterdam. Oirconden dat voor ons ter Vyerschare gecomen ende gecompareert is geweest de Heer Mr. Gerard van Loon, als last ende procuratie hebbende van zijn vader Mr. Anthonij van Loon, woonende tot Delft, zijnde gepasseert op den 5ⁿ Mey 1709 jongstleeden voor den Notaris Pieter van Steeland ende seeckere getuygen tot Delft.

In qualiteyt als Voogd over de kinderen van Magtildus van Loon verweckt aen Johan Meijers, Commandeur van 't Fort St-Michel, (aen welcke Magtildus van Loon bij testament van haer moeder Hillegonda van Kempen, die een eenig kind was van Anthonij Jansz. van Kempen, op den 3ⁿ Juli 1682 voor Philips

(1) Zie Dietsche Warande: Edw. Van Even, blz. 97, 1871 en id. bl. 417, 1890.

[p. 402]

Casteele in zijn leven Notaris ende seeckere getuygen alhier, is gemaeckt het naervolgende huys ende erve), ende als bij de Ed. Groot Achtb. Heeren Van de Westh deser stad op den 5ⁿ December 1708 geauthoriseert tot het navolgende, Ons Schepenen verthoont ende gebleecken, ende gaff in die qualiteyt aen Samuel Neau, burger deser stad, Gifte ende Eygendom van een huys ende erve staende ende gelegen aen de westzijde van de Delftzevaert omtrent Stads-Doele binnen dese stad.’

Samuel Neau betaalde als kooper van dit eigendom aan Mr. Gerard van Loon de som van 2,230 gulden, 12 stuivers en 8 penningen in ‘gereet geld’ en eene schuldbekentenis van 4,300 gulden.

Gevecht van Breauté⁽¹⁾.

Aan onze lijst van schilderijen betreffende het gevecht van Breauté en Lekkerbeetje, geleverd in het jaar 1600, veroorloven wij ons, bij deze gelegenheid nog de volgende toe te voegen:

XXIII. - Schilderij op paneel, hoog 1,25, breed 1,75 M., toegeschreven aan S. Vrancx.

XXIV. - Schilderij op paneel, hoog 0,86, breed 1,20 M.

XXV. - Schilderij op doek, hoog 0,85, breed 1,26 M.

Beide laatsten worden (zeer waarschijnlijk verkeerd) toegeschreven aan P. Van Hillegoert.

Deze drie zijn verkocht in De Brakkegrond, te Amsterdam, op 15 Nov. 1881, 31 Jan. en 26 Sept. 1882, onder de n^os 107, 119 en 25.

Ch.V.

(1) Zie D. War. 1891, bl. 154.