| |
| |
| |
Inhoud van Tijdschriften.
Nieuwe tijdschriften.
Alleen van die tijdschriften welke kosteloos worden toegezonden, en niet meer dan maandelijks verschijnen kan de ‘Dietsche Warande’ den inhoud volledig afdrukken.
Vragen van den dag. Populair tijdschrift, onder hoofdredactie van Dr. Blink. Amsterdam H. Gerings, 6e jaargang, 1e aflevering. Dit tijdschrift is gewijd aan natuurwetenschappen, geneeskunde en volkenkunde, staatsinrichting en wetgeving, staathuishoudkunde, sociale vraagstukken en handelswetenschappen, levensbeschrijvingen, mededeelingen uit en voor de praktijk, beoordeelingen van wetenschappelijke werken. De 5e jaarg. bevatte 950 blz. en kost fr, 3,90. Daarbij wordt nog een Populair wetenschappelijk bijblad uitgegeven voor fr. 1,50.
In de eerste aflevering van 1891 wordt door Coronel gehandeld over Robert Koch, door Rijkens over halucinaties enz. door Andriessens over William Booth, door eenen ongenoemde over de Iersche quaestie, enz. enz.
Ons is verder vriendelijk terhand gekomen eene reisschets van Aug. Gittée Uit de belgische Ardennen, welke zeer zeker de lezers der Vragen hoogst welkom zal zijn.
Wat wij willen. Nieuw tijdschrift voor letteren, kunst en wetenschap, onder hoofd-redactie van J. Winkler Prins. Amsterdam, G.H. Priem, 1891.
Hiervan is ons alleen de 2e aflevering toegekomen. 't Is moeielijk daarnaar een tijdschrift wat zooveel omvatten zal - Wetenschap, Kunst, Letteren, - (waarom toch altijd de Letteren geene Kunst worden genoemd?) te beoordeelen. Wij moeten ons daarom bij de inhoudsopgave bepalen.
Mr. J.W. Spin: De dochter van den praeceptor (slot) J. Winkler-Prins: Een letterkundig natuurkind (IV, enz. Alphonse Karr). C.C. Koster: Westerwoldsche wandeling. Litt. Kron. Over magnetisme. J. Winkler-Prins: Over schilderkunst. Siebenhaar: Hedend. Eng. litteratuur. Ieder proeve en oordeele.
Das zwanzigste Jahrhundert, herausgegeben von Erwin Bauer, 1o Band, 1s Heft, Berlin, Hans Lüstenröder, 1891.
Dit tijdschrift wil een orgaan zijn voor sociaal leven, staatkunde, wetenschap en litteratuur, een heelal van kundigheden.
De aflevering opent met eene soort van omschreven Onze Vader, waarin de ondeugden gegeeseld worden.
De uitgever meent met de twintigste eeuw zal een nieuw tijdperk voor de wereldgeschiedenis aanbreken. Hij denkt aldus: Het is uit met de fransche omwenteling. Men vergiet geene tranen aan
| |
| |
haar graf... Wat nú komt, weet de geëerde redacteur natuurlijk niet; maar veranderen zal en moet de wereld klokslag middernacht(?) van 1899.
Die nieuwe eeuw zal niet meer gekenteekend worden door vrijheid, gelijkheid, broederschap, meent hij, maar door maatschappelijke, economische en artistische vrijheid.
Daarin zal dit nieuwe tijdschrift medegaan. Alles komt, dunkt mij, op de verklaring en toepassing dezer woorden aan.
De eerste aflevering geeft een artikel over Robert Hamerling, een over de Bulgaarsche vraag, een ander getiteld: Het letterkundig Berlijn, enz. Wij zullen het vervolg afwachten, dat wij niet ontvingen.
Illustrirte kunstgewerbliche Zeitschrift für Innen-Dekoration. - 2er Jahrgang, Koch, Darmstadt, 1891. In 6 afleveringen, jaarlijks verschijnende: 10 mk. (fr. 12,50).
Het streven door de schoone kunsten het leven te verfraaien is een edel doel.
Men moet beginnen met huis en haard. Daar moet de grond gelegd worden voor de ontwikkeling van dien gezelligen schoonheidszin bij de kinderen, die later een deel van hun geluk uitmaakt.
Doch wat gebeurt er? Jonggetrouwden hebben wel wat anders te doen, dan aan fraaie huiselijkheid te denken.
Une chaumière et un coeur zijn genoeg,... behalve eenen dikken geldzak. Terwijl zij hunne huwlijksreis maken moet schoonmama den behanger laten komen, die alles naar eigenen schablonensmaak inricht en ordent.
Moet er een schoolgebouw voor kinderen worden gesticht: als het leerprogram maar recht uitvoerig is, als (in een ander land) de leeraars maar zedelijk zijn, dan komt het er niet op aan of de kinderen zich doodelijk vervelen door de eentoonigheid, de onbezieldheid, de naaktheid van de wanden waaitusschen zij de helft hunner jeugd moeten doorbrengen.
Elke poging gedaan om te toonen hoever de maatschappij nog terug is in de bekwaamheid, den zin het leven te tooien, door aanwending van alle middelen die ons ter beschikking zijn gesteld, verdient ondersteuning. Daarom begroeten wij dezen meer dan alleer. op de keuken gerichte Ha͘usliche Ratgeber, (want ook dien naam ware verdiend!) met groot genoegen.
In het eerste artikel der maart-afl. Das Scho͘ne im Kunstgewerbe, door G.B., stelt de schrijver aan 't licht, hoe het niet genoeg is links en rechts allerlei zaken te versieren, zonder naar hare bestemming te vragen. (In onzen tijd brengt men gaarne porseleinen bloemen, vogels, enz. enz. op melkpotten en botervlootjes aan - eene afschuwelijke gewoonte!)
| |
| |
Hofmann schildert verder in zijn Wohnungs-Ideal de versierde huiselijkheid door een beeld der 18e eeuw. Botticher beschrijft het goede gebruik van linoleum en kurktapijten.
Op het voorbeeld van de Japanneezen wordt niet zonder grond gewezen, want dat oostersche volk verstaat in zekeren zin beter de veredelde huiselijkheid dan wij in 't Westen.
Ik zou den uitgever slechts op eene groote zaak opmerkzaam willen maken.
Wanneer men de afleveringen van 1891 doorbladert ontmoet men menig treffelijk voorbeeld van kamerversiering of inrichting, doch waarvan de nabootsing hemelhoog boven 't peil staat der beurs van de meeste lezers.
Of wordt hier alleen op beschaafde lieden van buitengewoon groot vermogen gerekend?
Zulke illustratiën schrikken den lezer van den besten wil af, en doen den schrijver zijn doel missen.
Bovendien zijn er vele daaronder die menig behanger kan nabootsen, wanneer hij eene toereikende som ter beschikking heeft.
Men leere de huismoeders, de dochters, ja alle lezeressen in de eerste plaats eigene vinding, eigen initiatief gebruiken, om met geringe middelen stap voor stap eene kamer te doen behangen of beschilderen, licht en ligging raadplegende, de keus der gordijnen, der zetels, der tafels, enz. te doen, en aldus langzamerhand uit kale wanden een bezield geheel te scheppen. Men geve lessen van perspectief en polychromie of kleurenzin, van harmonie der lijnen, enz. enz. Aldus voede men de kinderen der 20e eeuw tot iets beters op dan die der 19e, die altoos nog onder den indruk van den vervalschten smaak der 18e en vroegere eeuwen geweest zijn.
Zoo zijn dan ook de voorbeelden uit die eeuw, welke men rococo pleegt te noemen, bij lange na niet het meest practisch voor de geldbeurs. Bovendien ligt de huiselijkheid, de inuigheid, het leven eener kamer niet aan de overlading met rococo-fantaisiën, menigmaal zonder verstand maar vol van grillen.
Daardoor is de tekst van het tijdschrift nuttiger dan de illustratiën, en is het als of de schrijvers uitroepen: Lezer, doe naar mijn woorden, maar niet naar mijn werken.
| |
België.
Annales de la Soc. d'archéologie. Mars. Paul Saintenoy: Filiation des fonts baptismaux. Bon de Loë: Cimetière à Archennes. Cte de Nahuys: L'écriture musicale ancienne. Cte Goblet d'Alviella: Ouvrage en terre. Cumont: Balances. de Behaud: Les Francs Saliens (suite). Schliemann: Fouilles d'Hissarlik. Bon de Loë: Congr. arch. en Fr. Baes: La similitude de forme etc. (Planches).
Art moderne. Févr.-Avril. Kahn: Oberländer, caricaturiste de Münich. Evenepoel: Le Wagnérisme hors d'Allemagne. Kahn:
| |
| |
Le vers libre. Du paysan en peinture. Walter Crane. La Flûte à Siebel. Théâtre libre à Bruxelles. Les Fastes, p. Stuart Merril. Les Revenants, p. Ibsen. Les dernières fêtes, p. Giraud Les Fusillés de Malines, p.G. Eeckhoud. Mirbeau: Paul Gauguin. † L. de Banville. Seurat. Le Barbare, p. Jenart. Femmes et paysages, p. Ajalbert. La mus. en Belgique L'argent, p. Zola. Xavière, p. Fabre. Monticelli.
Belfort (Het). Rogiers: Gr. en Latijn in 't Vl. onderwezen. v. Mierlo, S.J.: Sterrekunde der Chaldeers. Erica: Gedachten. Scheerlinck: Galileï. S.P.: Driemaand. overzicht. De N. Vl. Kath. Landsbond. Wenken. Loosen, S.J.: Amor. Juris Doctor: Jongste taalwet. Quaedvlieg: Klaagz. v. Jeremias.
Biekorf. No 4. Eertijds en nu. Eertijds: Boodschap (Hollandsch); nu: Commissie (Vlaamsch); eertijds Boden (hollandsch); nu: facteurs (vlaamsch); eertijds: Vlamingen (hollandsch); nu: Flaminganten (vlaamsch). Van Robays: Over drie honderd jaar. No 5. Jan Craeynest: Hernisse. Lampernisse. Verwaetermeulen: Van 't hondsdeel eten. No 6. Skiermonts-each. Ter streep.
Echo Musical. Févr.-Avr. Wagner et les ‘Leitmotive’. Van Aalst: Exposé d.l. Musique des chinois. Miettes d'hist. mus. Prix des instrum. d. mus. il y a 2 sièc. Napol. musicien Litt. mus. en Russie. De l'orgue à tuyau de dimens. restreintes.
Fédération artistique. No 21. Verdavainne: Van Cutsem. Meerens: Acoustique. No 22. Verdavaine: L'Essor. Du Jardin: Secret du coloris dévoilé. Vivier. Acoustique. Victor Reding: Théâtre. 23. Verdavainne: Van Cutsem. Id.: Verstraete. v. Ryn: Monnaie. Du Jardin: Cercle art. No 25. Du Jardin: Les pigments en peinture. 26. Van Duyse: Les Memlinc de St.-Jean (restaurés). Du Jardin: Le Rubens-Club. 27. Wallner: Les mathématiques dans l'art musical.
Guide musical (Le). 14 Mars. Bailly: Le monde sonore. 22 Mars. De St-Laurent Symph. fant. de Berlioz. 12 Avril. Léonce Mesnard: Affinités naturelles ou électives en fait d'idées musicales.
Loquela. No 2. Afrijden = afvaren. Rijden = varen. Een gedraarde koe. Bezettig = gedienstig. De kanarie prazelt. Vaste = bijkans.
Magasin littéraire. No 3. Bloy: Le Chevalier de la Mort. Bordeaux: La fin du monde d'après les Propheties. Wauwermans: Contes de la Roulette. Maeterlinck: L'Ornement des Noces spirituelles. Casier: Vers de jeunesse. Bachelin: Un symboliste Suisse (Louis Duchosal). De Baets: A propos d'un livre (Maus, justice pénale) Racot: Au temps passé (La Commune). M.D. et C.N.: Petite chronique.
| |
| |
Museum (Nederlandsch). No 11 en 12. De Cock: Busken Huet. Gittée: Primitieve voorstellingen. De Vreese: Z. Ned. taal- en lett. Stijns: ‘Grootvaders vertellingen’.
Ons Volksleven. No 2. Volksdichtveerdigheid. Lehemberg: Sage. Verkleinwoorden. 3. Beeldspraak. Liederen. Boom-legenden. Spreekwoorden. Wangeloof. 4. Bouwstoffen gebruikt bij het stichten van kerken, kasteelen, enz. Woordenzange. B.v.: Agger = handboor; gillen = gelden. Vervliet: Hoe de Schelvisch dien naam kreeg. Joz. Cornelissen: De Hazenmond. Grafschriften te Brecht. Sagen. 5. Uitgangen der verkleinwoorden. Harou: Wapenschilden. Vervliet: Sagen. Cornelissen: S. Elooi. Spotrijmen. Rechtsgebied in Brabant.
Revue de l'art chrétien. 2e livr. De Mely: Les vêtem. d.S. Thomas de Canteloup à Lisieux. Laroche: Iconogr. de St. Nicolas. Helbig: Fr. Schmidt.
Revue générale. Avril. Fleuriot: Papillonne. Francotte: Homère. Delvigne: Les persécutions des chrétiens. Woeste: Napoléon et Alexandre I.
Toekomst (De). No 3. H.T.: De verbeelding. Bij zusters afscheid. De Mont: Reimond Styns.
Vlaamsche School (De). Bl. 43-63. De Mont: Emiel Claus. Rooses: De Kring der XIII. P.B.: Carl en Francis Nys. Joseph Lier. De Antwerpsche academie. III. (3 platen). De tooneelmaatschappijen in Vlaanderen.
Volkentaal. No 9. Van Heuverswyn: Kinderspelen. Bijzeliedjes, Weerwolven, Dante en Wante, enz.
| |
Nederland.
Caecilia. No 7. De Jong: Chopiniana XI. 8. Id. Chopiniana XII. 9. Id. XIII. Dr. P.: Brief uit België.
Dompertje (Het). No 13. P.v. Hoogstraten (Studien). H.M.T. Oud-Katholieke hervorming. No 14. Geen God, noch Meester. Herman: De wereldmacht der Pausen.
Familieblad (Alg. Ned.). No 2. Oude kerkregisters Brielsche vroedschap, 1618-1794. Polvliet: Ravallet. Beckman. Griesheim. Wildeman: Trouillé. v. Epen: Methodeleer. No 3. De oude kerkregisters. Letter W. De Brielsche vroedschap, 1618-1794. Polvliet: Genealogie Ravallet. Brucken Fock: Beuningh, Alberthoma. Martens: Hoynck v. Papendrecht. Wildeman: Hallungius. Wildeman: Criellaart Verreyt, ‘Te Deum’(?) voor Willem v. Or. in 1584. Archief te Leiden. Rietschoten. Maandblad: Het grootzegel des Rijks. Kinderen van Lanschot.
| |
| |
Gids (De). Polak: Potgieter en Huet. Simons: N. Duitsche tooneelschrijfkunst. Pierson: Gesprekken III (wereldontwikkeling, eeuwigheid, enz.) Van Hamel: Fransche verzen. H. Swarth: Verzen voor mijn liefste. Van Hall: Dram. overzicht. Zola: L'Argent. J.C. Alb. Th. en J. Sterck (Almanak). Van Koetsvelds Lijkrede.
Heraut (De Nederl.). No 3-4. Van de Velden: Max. Guil. Adolphe, en Ch. Henri Nic. Othon, pretendent. op bezitt. en titels v.h. Huis Oranje-Nassau. Van Breugel-Douglas: Karel v. Heraugières' geslacht. v.d. Velden: Wapen en zegel van 's Gravenhage. Schimmelpenninck: Wapen van Renkum en Oosterbeek. Frederiks: Alberding, - ink, - ingk, - ingk Thijm te Amsterdam. Crookewith: Wapen van Feléhite. van Meurs: Geslacht van Muylwijk en zijn wapen. Van Breugel-Douglas: Grafschriften in Friesland.
Katholiek (De). April. De Rijk: Jubilee Mgr. Snickers. Resemans: Ds. Snijder over Rome's leer. Mutsaers: Oppenraay's Amor.
Katholieke Illustratie. No 32-40. Stratenus: Berlaymont. Banning: Leid ons niet in bekoring. Mathilde: In den vreemde. Van der Lans: Lijdensdrama. B. van Meurs: Winter-kroniek. De fat in verschillende tijdperken. Een eigenhandige brief van Napoleon I. - Overvloed van schoone platen. Portretten: Windhorst, Jérôme Napoleon, Mgr. Borret.
Maandblad (Heraldisch). Adelsrechten. Helmteekens van Freydal (plaat).
Navorscher (De). No 8. De Raadt: Jacques Le Roy. Hollewijn en Sterck: Bilderdijkiana.
Noord en Zuid. No 1. Nahuys: Vosmaer's Amazone. Stoett: Spreekwijzen. De Beer: Het Drama. Vierhout: Overgangen in de wcordbeteekenis. Den Hertog: Samengestelde zin.
Studiën op godsd., wetens. en lett. gebied. No 3. P.A.: Onze inrichtingen voor hooger onderwijs, van de XIe tot op het einde der XIVe eeuw. Van Meurs: Pesemah Oeloe Manna op het eil. Sumatra.
Spectator. (Ned) No 10-16. Moltzer: Bapstesel, Pape-âne (slot). Slothouwer: Hedda Gabler. Tegen grafmonumenten. Byvanck: Talleyrand. Margadant: Hondententoonstellingen. Muntz'Tapisseries. van Nauhuys: Huet en de Kansel. Uhlenbeck ‘Ic stont op hoghe berghen’.
Tijdschrift voor Ned. taal- en lett. 2e afl. 1891. Worp: Joan. v. Broeckhuizen (vervolg), Stoett: Slapende honden. Bolte: Een Antw. Cluchtboeck v. 1576. Kluyver: Juchtleer. Enz.
Tijdschrift voor Geschiedenis. No 1. Van Dalen: Het Stapel- en Maasrecht v. Dordrecht. Zuidema: Aloude Friesche Vrijheid.
| |
| |
| |
Duitschland.
Anzeiger des germ. Nat. Mus. Jan. u. Febr. Rembrandts Paulus im Gemache, met plaat.
Archiv. f. christl. Kunst. 91. No 1-4. Zwei Entwürfe zu Gottesacker-Kapellen. Oberschw. Holzschn. u. Kupferst. im 15. Jahrh. St Georg. Legende u. bildende Kunst. Mittelalterl. Corporalien Kästchen. D. mittelalt. Physiologus. Beitr. z. Frage d. Caselform. Entw. eines Tabernakels i. Renaissancestil. Kreuzigungsgruppe als Grabmonument. Phant. Scherz-. u. boshafte Gebilde mittelalt. Kunst. Pieta aus der St. Jakobskirche i. Nürnberg.
Fliegende Blätter fr. kath. Kirchen-Musik. No 3. Dr. W.: Orgel-bau Revisoren. Fr. Muller: Angelus (3 st) Id: Laudate Dominum (3 st.).
Hist. Taschenbuch. 91. Jahrg. 10 No 6. Huber: Joh. Tichtel, prof. d. Medecin i. 15. Jahrh.
Hist. Zeitschrift, 91. Nos 1-2. Wittich: Magdeburg als kath. Marienburg. Forst: Beitr. z. Gesch. der Maria Stuart.
Magazin, (Das). No 12. Marie v. Ebaer-Eschenbach: Margarete. Thal: Kunstwissenschaft. Servaes: Tino Moralt. Mauthner: Oenone 13. Margarete (2). Servaes: L'Argent. Reimann: Bülow als Erzieher. Mauthner: Rossi als Richard II. 14. Id. Margarete. Müller: Berlin als Musikstadt. Ola Hansson: Die dänische Erotik und ihr Herold. Sudermann: ‘Excellenz Onkel’. 15. Id. Margarete. Id. Berlin. Id. Erotik. Id. Sudermann: ‘Onkel’. 16. Id. Margarete. Pluim: Jungholland. 17. Id. Margarete. Mauthner: Sardou.
Mittheil. aus d. hist. Litterat. 91. No 1. Martens: Femgericht u. Inquisit. (von Thudichum.) Stein: Die Genossenschaft d. Deutschen Kaufl. zu Brügge (Stein). Hoogeweg: Westfalen u. Rheinland i. 15. Jahrh. (Hanses). Berner: Beitr. zu einer Fam -gesch. der Freiherren von Uslar-Gleichen (v. Uslar-Gleichen). Döbner: Darstellung d. älteren Bau u. Kunstdenkmaler der Stadt Nordhausen (Schmidt).
Repertorium für Kunstwissenschaft. B. 12. Nos 3-4. Meyer: Griech. Mythus i.d. Kunstw. d. Mittelalters. Lehrs: Deutsche u. niederl. Kupferstiche d. 15. Jahrh. i. kleinen Samml. Schmarsow: Antonio Flederighi de Tolomei. Schmidt: Wolf Traut (Nürnberg. Künstler). Czibak: Daniel Specklin als Architect. Nordhoff: Corvei u. d, westf.-säch. Früharchitektur.
| |
| |
Stimmen aus Maria Laach. 4. Windthorst. Pesch: Die geistigen Waffen der Socialdemokratie. 1. Pfülf: Erzbf. Mac Halle. Wasmann: Dü Fühler der Insekten IV. Hoensbroech: Das Wunder von Tiposa (2). Baumgartner: Verdaguer.
Zeitschrift für christliche Kunst. Schnüttgen: Rückschau (over drie jaren). Plaat: Zwei altköln. Flügelgemalde (1400). Hecker: Die neue kath. Pf. Kirche z. Homburg v.d. Höhe (met 5 afb.). Schnüttgen: Kirchenausstattung. Mengelberg: Muster fr. d, inn. Ausstattung einer Sakristei. (met vele afb.). Munzenberger: Polychromie der goth. Altarschreine. Keppler: Frühgoth. Wandmalerei in Pfullingen. † Münzenberger.
Zeitschr. f. vrgl. Litteraturgesch. u. Renaiss. Litt. 91. B. 4. Dessof: Span. ital. u. franz. Dramen in den Spielverzeichn. deutscher Wandertruppen. Rotteken: Darstellungsmittel i.d. Poesie. Fränkel: Zum Stoffe: Romeo u. Julia. Herzmann: Lessings Nathan in Ungarn. Wlislocki: Zu Bürgers: Kaiser u. Abt. Landinann: D. goldene Vliess u.d. Ring des Nibelungen. Huth: De Reisen d. drei Söhne d. Köning v. Serendippo. Hartfelder: Fried. d. Weise v. Sachsen u. Des. Eiasmus v. Rotterdam. Geiger: Biogr. d. Pomp. Laetus. Geiger: Ungedrucktes von u. über Reuchlin.
Zeitschrift fr. Innen-Dekoration. April. Bodenschatz: Die Tapeten Hofmann Reichenberg: Mein Wohnungs-Ideal. Gesundes Wohnen Reichstagsgebaude. Gobelin-Tapeten Botticher: Japanische Dekoration. Persische Weberet. Motten. Dis Bohnen. Kitt. Preisausschreiben: Men vraagt: Entwürfe fr. Wohnraume 3 pramien te zainen uitmakende mk. 640.
Zeitschr. f. Kirchengesch. 90 B. 11. No 3. Meyer: Die Athoskloster. I.
Zeitschrift für Bildende Kunst. Jan.-April. Köhler: Fried. Jüngling u.d. mod. Holzstich. Leighton, Präs. d. kön Kunstakad. i. London. Geiger: Unbekannte Aufsätze Gottfr. Schadows. Kisa: Schatz i. Schlosse zu Detmold. Diner: Ungar. Fayencen u. Töpferwaren. Justi: Venetianische Bildnisplastik im Westen. Vogel: Leipziger Kunstsamml des vor. Jahrh. Czihak: D Schlesische Glasindustr. früherer Zeiten. Kunstgew. Mus i. Karlsruhe. Lübke: Fra Bartholommeo's Madonna Carondelet. Rosenberg: J. Kaffsack. Feuchtwang: D. Tempel z. Jerusalem. Justi: Murillo. Frissoni: Neugeworb. Gemälde i.d. Breragalerie z. Mailand. Schmitt: D. Dom z. Mainz. i. frührom. Zeit. Maes: Rembrandts Ruth u. Boos.
Mitth. d. kais. deut. archeol. Instituts, athen. Abthlg. 90, B. 15. Szanto: D. Kabiren Heiligthum bei Theben. Dörpfeld:
| |
| |
D. alte Athena-Tempel auf der Akropolis. Graef: D. Gruppe d. Tyrannenmörder u. stilist. verwandte Werke i. Athen. Meier: Gladiatoren Relief zu Triest.
Id. röm. Abthlg. 90. B. 5. Pernice: Creduti Pesi di Pompeie Napoli. Hülsen: Piante iconografiche incise in Marmo. Keller: Wandbild der Villa Pomfili.
| |
Oostenrijk.
Archiv. f. österr. Geschichte. Bod. 76, No 2. Furba: Zug Kaiser Karls des 5. gegen Algier. Fangl: D. Stiftungsbuch d. Klosters Zweettl. von Jahoch: Einführung d. Johanniter-Ritterordens in Kärnten.
Mitth. d.K.K. Oest. Mus. f. Kunst u. Industrie. No 1-3, 91. Galiz. Thongefässe. Feldegg: Stellung d. Kunstgewerkes z. Fabriksbetrieb.
Mittl. d. Instit. für oest. Geschichts forschung. Bnd. 11. Donabaum: Beitr. z. Kenntniss der Kladdenbände des 14 Jahrh. im nat. arch. Winkelmann: D. Legat. des Kardinaldiak. Otto in Deutschland. Z. Gesch. d. Ital. Universitaten, v. Ebengreuth. D. Gesch. d. Deutsche Universitäten, v. Kauffmann.
| |
Engeland.
English Historical Review. 91. Jan.-Apr. Holland: Origin of the University of Oxford. Parnell: Dean Swift a.th. Memoirs of Captain Carleton.
The Portfolio. Jan.-Apr. Hamerton: The pres. state of the fine artes in France. Stephens: William Hunt. Graham: A Corner of Paris. Armstrong: Joh. Vermeer of Delft. Seyland: Haddon Hall. Stephens: Beata Beatrix by Dante G. Rossetti. Church: Cleaning a Fresco. Portrait of a man, by Hals. The shepherds at Bethlehem, by Maneese. Seyland: Chatsworth a.th. Deruent. Th. Masters of Wood-Engraving, by Linton. Beale: El. Louise Vizée-Le Brun.
Proceedings of the society of biblical archaeology. 90. Vol. 12. Brown: Remarks on the Tablet of the Thirty Stars. Ball: The New. Accadian.
| |
Italië.
Giornale storico della Litter ital. Vol. 13-14 D'Ancona: La leggenda di Maometto in occidente. Sforza: Un episodio della vita di aonio Paleario. Valmaggi: Por le fonti del ‘Cortegiano’. Solerti: Dei manoscritti di Torqu. Tasso falzificati dall' Alberti. D'Ancona: Misteri e sacre representazioni.
| |
| |
Rivsta storica Italiana. 91. No 1. Raulich: La cronaca Valis on e il suo autore. Merkel: Adelaide di Savoia, Elletrice di Baviera. Gaetano: L. corresp. de Michel Ange, p. del Piombo. Melani: Arte italiana del Rinascimento, p. Frissoni. Roberti: Z. gesch. d. Florent. Musiklebens von 1570-1630. p. Vogel. Morsalin: Mad. de Staël et l'Italie, p. Dejob.
| |
Frankrijk.
Artiste (L'). Janv. Hédiard: Paul Huet. Leprieur: Le portrait en France au 13e-15e s. Jouin: La marquise du Plessis-Bellière. Durand-Gréville J.-B. Laurens.
Bulletin Monumental. F. 6, 90. Schlumberger: Sceaux et Bulles des emp. lat. de Constantinople. Taillebois: Objets d'art ibériens (I. Statuette de Gulina). Traiers: Les Sceaux, p. Lecoy de La Marche. de Don: Eglises de la Corrèse. Fravaux: arch. dans le Gard. de Baye: Epées en Suède et Norwège. Le Blont: Inscr. chrét. en Gaule. Lair: Repos de Jésus, et 1. berceaux reliqu. Lefort: L. sculpt. et l. travail d.l. pierre au 16 et 17 s. Découvertes de l'Eglise de Savigny. Barthélemy: Cancaux historiés et vernissés du 13e s.
Bulletin de corresp. hellén. Mai-Déc. 90 Th. Homalle: Des Temples déliens en l'année 279. Lechat: Statues archaiques de l'Acropole.
Bulletin hist. et littéraire, 91, Jan.-Mars. Dannreuther: L. martyr Aug. Marloret et son frère Martin. Weiss: Le poète Germain Colin et la réforme à Angers. Marchs: Cath. de Méd. et l'assassinat de Fr. de Guise.
Gazette des Beaux-Arts. Janv. Yriarte: Véronèse au Palais duc. de Venise. Hymans: Pierre Breughel le Vieux. Münt: Musée de l'Ecole des Beaux-Arts. Ephrussi: Franc. Gérard, d'après ses lettres. Gerspach: Répartition des Tapisseries.
Le Moyen-âge. Sept. 90.-Févr. 91. Prou: Numismatique de la princip. de Liége, p. de Chestret. Wilmotte: Fragment du roman de Troie.
Polybiblion. No 3. Piolon: Viaggio in... Flandra (1761-63). Diario del card, Guiseppe Garampi (beoordeeld).
Revue Archéologique. Nov.-Déc. 90. Reinach: Tête en bronze de chien cornu. Deloche: Cachets et anneaux de l'époque mérov. Reinach: H. Schliemann et Autel de Mavilly. Le Blont: Grav. sur bois du Térence. Munay: Bas-reliefs de Cyzique. Weber: Monument circulaire à Ephèse (Tombeau de S. Luc?) Berthelot: Orn. du nom de bronze. Müntz: Mosaique chrét. de l'Italie. Engel: Touilles à Séville. Chipier: Théâtie de Polyclète.
|
|