Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 3
(1890)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 625]
| |
De huizing der Frankische vorsten
| |
[pagina 626]
| |
periodieke uitkeering. Dit vooropgesteld, zal de zin der oorkonde den Heer W. duidelijk worden, en elke gedachte aan eene vroegere geldleening zeer zeker voor goed zijn uitgesloten. Bij de onderwerpelijke oorkonde behouden de verkoopers zich ‘allen den ceins ende alle de vrome’ der verkochte goederen voor, welke vervallen waren en nog zullen vervallen tot 24 Juni 1341. Blijkens eene noot meent de Heer W., dat vrome hier ‘wellicht hetzelfde (beteekent) als vronte of vroente = heerlijk recht.’ Dit nu - het dient te worden gezegd - is in allen deele onjuist. Vroente beteekende nimmer heerlijk recht, maar werd slechts gebruikt in den zin van onontgonnen land, wildernis, zooals uit honderden oorkonden der 14e eeuw is te leeren. (Zie o.a. die, medegedeeld in ‘Belg. Mus.’ II, 417, waar de beteekenis van vroente zeer duidelijk uitkomt.) Vroente heeft bovendien hier niets te maken met vrome. Dit laatste is een in middeleeuwsche oorkonden veelvuldig gebruikt woord, dat nut, voordeel, opkomst, baten, vruchten, (zoo als bedoeld bij art. 808 van het tegenwoordig ‘Nederl. Burgerlijk wetboek’) beteekent, gelijk trouwens de zin der door den Heer W. medegedeelde oorkonde duidelijk aangeeft. De Heer W. zal mij zeker deze bescheiden opmerkingen ten goede houden. De jeugdige lezer, die uit dit tijdschrift leering wil putten, doe daarmede zijn ‘nutscap, bate ende vrome.’
Helmond. Aug. Sassen. |
|