Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 3
(1890)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
Nederlandsche en andere oudheden.
| |
[pagina 156]
| |
dat een aantal boektitels de aanduiding dragen per Venerabilem magistrum N.N. Maar niet alle venerabiles waren priesters, bij voorbeeld Joannes Vasqui in Toledo in 1401, die toch veelal tot de geestelijken gerekend wordtGa naar voetnoot(1). Wij hebben om dezelfde reden zulke drukkers niet als priesters beschouwd, die zich eenvoudig Clericus noemen, daar dit woord vóór onzen tijd ook den student in de godgeleerdheid, of wel schrijver, hulpschrijver aanduidt. Toch kan het wezen dat onder de clerici een aantal priesters schuilen; hetgeen mogelijk uit verdere vorderingen der bibliographie zal blijkenGa naar voetnoot(2). Het moge niet onbelangrijk schijnen, dat wij aan de opgesomde rij van drukkers die bij name bekend zijn eene lijst voegen van geestelijke gestichten waarvan voortbrengselen der drukkunst bestaan, hetzij deze door de bewoners van die inrichtingen zelven of door gehuurde arbeiders zijn in 't leven geroepen.
Eigenlijke kloosterdrukkerijen waren o.a. de volgende. In het Cluniacenserklooster van St. Albaan, drukte de zoogenaamde Schoolmaster van 1480-86 acht werken ‘maar men weet geene bijzonderheden van den drukker’ zegt de Caxton-Celebration, bl. 28. In deze drukkerij ontstond in 1485 het boek over valkenen vischvangst, opgesteld door Juliana Barnes, overste van het nabijgelegen nonnenkloosterGa naar voetnoot(3). Te Ascoli, in Italië, drukte broeder Johann van | |
[pagina 157]
| |
Teramo in 1496 de stedelijke verordeningen, ‘in de kerk van de H. Maria’. In 1477 werd in deze zelfde stad, in het huis van den pastoor van St. Venantius, met name Pascale, de kronijk van St. Isidorus door meester Giulielmo de Linis, eenen Duitscher, gedruktGa naar voetnoot(1). In het Benedictijnenklooster van SS. Ulricus en Afra, te Augsburg, legde abt Melchior von Stamheim eene drukkerij aan, om den monniken voortdurenden arbeid, met verbeteren, schikken, inbinden en herstellen der boeken te geven. Er bestaat zelfs eene kleine voorraadslijst van deze kloosterdrukkerijGa naar voetnoot(2). Wittwer, die eene kronijk van dit klooster schreef, bericht ons dat eenige monniken tegen de inrichting eener kloosterdrukkerij opkwamen, doch zijne beste vrienden hadden den abt niet van zijn voornemen kunnen doen afzien. Te Brussel, in 't klooster Nazareth, drukten de Broeders van 't gemeene Leven, omtrent 1476-1484. Zeventien werken uit die drukkerij zijn bekendGa naar voetnoot(3). Grotosolitos sive speculum conscientioe, van Arnoldus de Gheilhoven, was het eerste te Brussel gedrukte werk.
Hertog Georg, wiens vader in 1485 het klooster Cetinje, in Montenegro (zooeven door ons genoemd), gesticht had, liet hier, in 1494-1495, op eigen kosten, door den monnik Macarius, twee gebedenboeken met voortreffelijke, waarschijnlijk venetiaansche letteren drukkenGa naar voetnoot(4). | |
[pagina 158]
| |
In het St. Petersklooster te Erfurt, werd onder den ijverigen abt Gunther, met toestemming en ondersteuning van vele andere kloosters, eene drukkerij aangelegd, bijzonder ten behoeve der Benediktijnen-congregatie van Biersfeld. Het eerste werk was een Lectionarium of Leesboek van Epistels en EvangeliënGa naar voetnoot(1). Te Ferrara in het Karthuiserklooster drukten de monniken, in het jaar 1503, een Missale, zooals op den titel daarvan te lezen staatGa naar voetnoot(2). In de jaren 1476 tot 1483 drukten te Florence, in het Dominikanenklooster de ordebroeders Dominico da Pistoja en Pietro da Pisa, gelijk zij zelven in de Legenda der h Katharina van Siena nauwkeurig opgevenGa naar voetnoot(3). Meer dan 70 drukwerken kwamen tot het jaar 1484 uit deze Predikheeren-pers te voorschijnGa naar voetnoot(4). Geene enkele kloosterdrukkerij leverde zoovele boeken. De Collatiebroeders te Gouda, geven sedert 1496 duidelijk aan, welke werken bij hen gedrukt zijnGa naar voetnoot(5). Dr. Faber, stedelijke geneesheer van Heilbron (in Wurtemberg), welke omtrent 1700 eene nog ongedrukte geschiedenis zijner stad schreef, bericht ons, dat in het 1444 gestichte, en in 1525 verwoeste Carmelietenklooster Zur Nessel (De Netel) zich op zekeren tijd 24 doctoren en professoren der rechten en godgeleerdheid, en eene eigene boekdrukkerij in het klooster bevondenGa naar voetnoot(6). Doch geen enkel werk is daarvan tot ons gekomen. | |
[pagina 159]
| |
De Karthuisermonniken te Keulen, drukten sedert 1490 een aantal boeken, waarvan het Karthuiserklooster te Buxheim er velen bezat. In het jaar 1883 werd de boekerij van Buxheim te Munchen openlijk verkocht; eerst hierdoor werden eene menigte uiterst zeldzame drukken uit de Karthuiser-drukkerij bekendGa naar voetnoot(1). Zooals te Brussel zijn het ook te Marienthal in de Rijnprovincie de Broeders van het gemeene Leven, die in 't drukken een voorbeeld geven. Zij hebben de eerste aller kloosterdrukkerijen geopend. Marienthal is buitendien van alle oorden waar gedrukt werd het zesde. De Broeders begonnen daarmede in 1468, en drukten zoowel duitsche als latijnsche en liturgische werken. Het beroemde biechtboekje ‘für die anhebenden Kinder,’ opgesteld in 1478, door den Frankforter kapelaan Lupi, was eene vrucht der Mariendaalsche drukkerijGa naar voetnoot(2). Behalve den ijverigen Koberger en andere drukkers, te Neurenberg, houden zich de heremieten van S. Augustinus met de drukkunst bezig, zooals wel op het einde hunner werken gezegd wordtGa naar voetnoot(3). Het klooster der Benedictijnen te Ottobeuern bezat eene in meer dan een opzicht belangrijke drukkerij. Maurus Feyerabend zegt in de JaarboekenGa naar voetnoot(4) van deze rijksstichting: ‘Nu grondde de onvergetelijke abt Leonhard, bijgestaan door den geleerden Ellenbog, die reeds toenmaals prior der kloostergemeente was, in zijn klooster eene boekdrukkerij, waarin, behalve Marc Elend, een monnik uit Füssen, die de vormen reinigde, uitsluite- | |
[pagina 160]
| |
lijk de monniken des kloosters zelven werkzaam waren.’ Het eerste werk wat de pers van Ottobeuern in bovengenoemd jaar leverde, was de Studie over de Drieëenheid en de Menschwording Christi van Alcwyn. In de voorrede van dit werk schrijft de abt: ‘Laat dit kunsthandwerk toch door onachtzaamheid of nalatigheid nooit verloren gaan; daarom smeek ik u. Onderhoudt het wel, ondersteunt het en maakt het volkomener. Dan zal het u, binnen de muren des huizes nooit aan arbeid ontbreken, en daarbuiten zullen eer en hoogachting u niet falen.’Ga naar voetnoot(1) De Karthuisers te Parma drukten tot in het jaar 1477Ga naar voetnoot(2). De Broeders van 't gemeene Leven in het klooster van S. Michiel te Rostock gebruikten de zinrijke, bovengenoemde uitdrukking: ‘Wij prediken niet alleen door woorden, maar ook door schrift.’ Zij noemen de drukkunst ‘de meesteres aller kunsten ten nutte der heilige Kerk’. Te Savona, bij Milaan, in 't klooster van S. Augustinus, drukte een broeder H. Augustinus, Bonus Joannes genaamd, de Consolatio philosophiae van Boëtius. De prior Venturinus verbeterde de proevenGa naar voetnoot(3). De Broeders van 't gemeene Leven te Hem, bij Schoonhoven, vermelden dat de latijnsche en dietsche ‘vruchten hunner vlijt’, gedrukt zijn in het convent hunner congregatie (1495). Te Straatsburg drukten de Karthuisers voor eigen | |
[pagina 161]
| |
gebruik een psalmboek op perkament, zooals op de lijst hunner boekerij staat vermeldGa naar voetnoot(1). In het Minorietenklooster te Venetië vond men eene drukpers, omtrent 1477Ga naar voetnoot(2). Te Gorazdie in Herzegowina drukte de monnik Theodor in 1529 tot 1531. Te Uziza, in Servië, drukte een kloosterling van Rujani, met name Theodosius, in 1537. Te Mileschewa, almede een klooster in Herzegowina werden omtrent 1544 twee psalmboeken gedrukt. Verder vinden wij nog kloosters vermeld, waarvan de drukkerij door handwerkslieden, buiten het convent levende, werden bestuurd. Wij vinden daaronder de namen van vele bekende meesters. Gedeeltelijk waren het ook zulke drukkers die van het eene oord naar het andere trokken om hun brood te verdienen. Aldus vinden wij dan, gelijk ‘reizende scholieren’, ook reizende meesters, of althans ‘reizende drukkers’. Te Bamberg in het St. Michaelsklooster beriep abt Ulrich III Johann Sensenschmied uit Eger. Deze drukte in de proostij, nevens het klooster, een missaal voor het conventGa naar voetnoot(3). Te Cluny werd, tijdens abt Jacob d'Ambroise, in 1493 een missaal gedrukt, door Michael Wenszler, eenen burger uit Bazel, ‘meer uit vroomheid, dan om winst’Ga naar voetnoot(4). In het Cucufates-klooster, bij Barcelona, bevond zich in 1489 eene drukpers, die waarschijnlijk door burgers der stad bediend werdGa naar voetnoot(5). | |
[pagina 162]
| |
Beat Murner, de broeder van den bekenden hekeldichter Thomas Murner, drukte in 1511 en 1512 een aantal schriften van zijnen broeder, zoowel als van zich zelven. De pers stond hoogstwaarschijnlijk in het klooster der barrevoeters te Sontheim, bij Frankfort, aan de Main, alwaar Thomas geherbergd was. In het groote Karthuizerklooster te Lyon was in 1517 eene drukpers in werking. Meester Simon Bevelaqua drukte er voor 't convent een missaalGa naar voetnoot(1). In het Premonstratensenklooster van Onze lieve Vrouw, te Maagdeburg vond men in 1504 den drukker Brandis die een brevier voor het klooster drukteGa naar voetnoot(2). Op het eiland Malloria in het klooster der h. Drievuldigheid te Miramar, werd in 1485 in 't spaansch en in 't latijn gedrukt, door meester Nicolaas Calefat, een Baleaar. In S. Eusebio te Rome werd omtrent 1470 de drukkunst uitgeoefend, vermoedelijkGa naar voetnoot(3) door Georg Lauer van Würzburg. De duitsche drukkers Pannartz en Sweinheim werden in 1465 vriendelijk opgenomen in het Benedictijnenklooster te Subiaco. In de beroemde abdij van Westminster stelde William Caxton, die het eerst de drukkunst naar Engeland overbracht, zijne persen. Wij kennen van zijne werken tot in 1481, b.v. Reinhard FuchsGa naar voetnoot(4). St. Yrier de la Perche is de naam eens Bene- | |
[pagina 163]
| |
dictijnenklooster bij Limoges, waar zich in de 15e eeuw eene drukpers bevondGa naar voetnoot(1). Bij de Benedictijnen te Zinna of Cenna werd in 1492, vermoedelijk door eenen Maagdeburgschen drukker gewerkt, waarvoor groote kosten werden gedaan. Te Fonte buono, een klooster der Camaldulensen in Lombardije, stond in 1520 eene pers, waarop onder anderen de Regels der congregatie werden gedruktGa naar voetnoot(2). Te Lantenai, een Benedictijnen-abdij in Bretagne was Johann Crez of Cres de drukker. Wij kennen van hem alleen Le Doctrinal des jaars 1480, waarvan nog een unicum bestaatGa naar voetnoot(3). In S. Maria de gratianum te Milaan verscheen 1499 een godgeleerd werkGa naar voetnoot(4) waarschijnlijk door eenen leeken-meester gedrukt. Zoo verscheen ter zelfder plaatse, in het klooster van den heiligen Ambrosius een brevier, en in dat van S. Augustinus, of S. Maria de Passione, een werk van dezen bisschop, gedrukt door meester Antonius Zarotus, ten jare 1486Ga naar voetnoot(5). Te Namen, in het Karthuizerklooster, werden in 1485 in nederlandsche taal verschillende werken gedrukt, met het toevoegsel ‘Gheprent Chartreusen theerne’Ga naar voetnoot(6). In het klooster der Premonstratensen te Schus- | |
[pagina 164]
| |
senried in Zwaben bestond eene drukkerij, in 1478 in werkingGa naar voetnoot(1). Eene der eerste drukkerijen in Lotharingen werd ingericht in het jaar 1490, te St. Dié (Deodati), door Walter Lud, uit Pfaffenhofen, in den Elzas, na 1490 kapelaan en geheimschrijver van koning Renatus II. In 't algemeen toonde deze geestelijke eenen grooten ijver in 't verbreiden van drukwerken. Te zamen met Martijn Waldscemuller (?) en Ringmann, gaf hij in 1507 de inleiding uit der Cosmographie van Ptolomaeus, alsmede de brieven van Amerigo Vespucci, verder Gnidius, Defensio Christianorum, enz. Hij schijnt echter niet in een klooster gedrukt te hebbenGa naar voetnoot(2). In Valladolid bij de Hiëronymieten, brachten de persen, door reizende drukkers bestuurd, een aantal werken voort, evenals te MontserratGa naar voetnoot(3). In 't Karthuizerklooster van St. Andreas in littore te Venetië, werd in 1508 een lijkzang op den dood van Antonio Surano gedrukt. Men vindt ook nog drukken van boetzusters (moniales poenitentes) te Venetië vermeldGa naar voetnoot(4). Eindelijk vinden wij nog in het beroemde Zweedsche klooster van S. Brigitta te Wadstena, omtrent 1491, drukwerken genoemd, die zeldzaam geworden zijn, ten gevolge van eenen kloosterbrand des jaars 1495Ga naar voetnoot(5). Uit ons overzicht blijkt dat de geestelijkheid in | |
[pagina 165]
| |
de 15e eeuw vlijtig deelnam aan 't verspreiden der nieuwe uitvinding. Zoo schreef de beroemde drukker Antoni Koberger te Neurenberg aan zijnen niet minder bekenden ambtgenoot Amerbach, in Bazel, ten jare 1503: ‘Men heeft de papen so geheel uitgezogen, zooveel geld van hun weggenomen, dat zij niet meer willen bijdragen’Ga naar voetnoot(1). In het feestschrift der vereeniging voor geschiedenis en wijsbegeerte, uitgegeven ter gelegenheid van het 50jarig jubileum der heidelbergsche hoogeschool, zegt HartfelderGa naar voetnoot(2): ‘Het is eene valsche bewering, waarvan de uitvinding aan Erasmus en zijne aanhangers moet worden toegeschreven, dat de ordensgeestelijkheid de gezworen vijand van alle uitbreiding der wetenschap (door de drukkunst) was.’ Wij weten immers dat eene lange rij van boekenkenners - Sprengel, Seemüller, Hupfauer, Gras, Placid Braun, Würdtwein, Audiffredi, Denis Exjesuit, Mercier, Ruland en vele anderen tot den geestelijken stand behoorden. In onzen tijd zijn echter de meeste kloosterboekerijen in andere handen overgegaan; daarom is de aloude liefhebberij voor dergelijke verzamelingen niet meer in de herinnering der nieuwe bezitters. Men denkt niet meer aan eene voldoende bevordering der boekenkennis. | |
[pagina 166]
| |
Bijlage
| |
[pagina 167]
| |
een dubbel belang op; van den eenen kant leert men eruit, dat er te Bethanië, vóór 1465, eene pers bestond tot het drukken van schriften en platen, en van den anderen kant dat de steendruk, die men aanziet als eene ontdekking van onzen tijd, reeds toen bekend was. Nihil novi sub sole! Wat er ook van zij, stellig weten wij dat er in het klooster van Bethanië, in die dagen, prenten gedrukt zijn geworden. Een afdruksel van eene dezer platen is tot ons gekomen. Zij vertoont het slot van Martha en draagt het volgende opschrift: Ex Bethania prope Mechliniam traditur pressa. Het afdruksel behoort tot de nalatenschap van wijlen Heer Aug. De Bruyne, oudheidsliefhebber onlangs overleden te Mechelen. In 1473 drukten, te Aalst, in Vlaanderen, met beweegbare letters, Jan van Westfalen en Dierik Martens. Jan van Westfalen, geboren te Aken, bij Paderborn, in Westfalen, vestigde zich te Leuven, in 1474, en werkte er tot in 1496. Tamelijk vroeg bezaten de Broeders van het gemeene leven, van het huis van Nazareth, te Brussel, eene wel ingerichte drukkerij. Onderscheidene hunner uitgaven dragen tot opschrift: In famosa civitate Bruxellensis per fratres comis vite, in Nazareth. Het eerste boek dat bij hen van de pers kwam, is hierboven reeds genoemd. Het verscheen twee jaren na de opening der drukkerij van Jan van Westfalen, te Leuven, bij wien zij schijnen te hebben geleerd. In 1478 gaven zij een werk aan 't licht van Gillis Charlier, doctor van de Sorbonne, deken van Kamerijk, getiteld Sporta fragmentorum; in 1480 Postilloe evangeliorum van Johannes de Santo Laurentio; ten jare 1487 drukten zij de Sermoonen van Sint Bernard. Deze kloosterlingen hebben ettelijke andere werken van | |
[pagina 168]
| |
godgeleerdheid uitgegeven; doch, deze boeken werden zonder aanduiding van drukplaats of jaar in de wereld gezonden. De meeste voortbrengsels der persen van het huis van Nazareth zijn opgegeven in de bekende werken van Lambinet, de la Serna Santander, Holtrop en Campbell. In die dagen nam de drukkunst in Leuven eene ongemeene uitbreiding. Men telde er de volgende kunstenaren: Jan van Westfalen (1474-1496); Jan Veldeneer (1475-1478); Coenraed Braem (1475-1481); Coenraed van Westfalen (1476); Rudolf Loeffs van Driel (1484); Gillis vander Heerstraten (1486-1488); Lodewijk van Ravescot (1488); Herman van Nassau en Dierik Martens (1498-1501). Het klooster van Sint Maarten, te Leuven, gesticht in 1433, was in den beginne eene vergadering van Broeders van het gemeene leven, uit Deventer herwaarts gekomen, die hunnen kost wonnen met het afschrijven van handschriften. Ten jare 1447 werden zij kanunniken-regulier der Congregatie van Windesheim; doch gingen voort met het afschrijven van boeken. Vroeg schijnen deze kloosterlingen de drukkunst beoefend te hebben. Dr Johannes Molanus, in zijne geschiedenis van Leuven, zegt het volgende: ‘De drukkunst ontdekt zijnde, hebben de Martinisten, naar het voorbeeld van eenige andere regulieren, eenige boeken begonnen te prenten. Daar zulks hun te groote kosten veroorzaakte, lieten zij weldra het drukken varen, zich tevreden houdende met het afschrijven van kerkdienstboeken, uit hoofde dat de prenters overal de andere werken uitgaven’Ga naar voetnoot(1). | |
[pagina 169]
| |
Zeer waarschijnlijk zijn de drukken van dit klooster naamloos verschenen, gelijk zulks dikwijls het geval was met de uitgaven der broeders van Nazareth, te Brussel. Tot dusverre hebben de bibliophilen geen enkel dezer boeken teruggevonden. |
|