Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 3
(1890)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
Nieuwe bijzonderheden over den Stempelsnijder Theodorus van Berckel,
| |
[pagina 104]
| |
Gelijk wij in ons vorig artikel mededeelden werd van Berckel na afgelegde proef, benoemd tot graveurgeneraal aan de Munt te Brussel. In die hoedanigheid werd hem opgedragen het vervaardigen der stempels voor de nieuwjaarspenningen, welke men gewoon was onder de voornaamste ambtenaren uittedeelen. De door den heer Cumont beschreven nieuwjaarspenningen ten getale van elf, zijn in de jaren 1781, 1782, 1783, 1784, 1785, 1786, 1787, 1788, 1789, 1791 en 1792 uitgereikt geworden, en herinneren, door opschriften op de keerzijde, eene belangrijke gebeurtenis in het verloopen jaar voorgevallen, zij dragen dientengevolge ook dat jaartaal, en niet dat van het jaar waarin zij zijn uitgegeven. De Brabantsche omwenteling was oorzaak dat er geen nieuwjaarspenning met het jaartal 1789, om in 1790 te worden uitgereikt, vervaardigd werd. Bedoelde penningen zijn achtkantig en voeren allen de elkander aanziende borstbeelden van aartshertogin Maria-Christina en van haren gemaal, Albert van Saksen-Teschen, gouverneurs generaal van België. Zij zijn evenwel allen verschillend; voor elken dier elf penningen vervaardigde van Berckel eenen afzonderlijken stempel, en ofschoon hij daarop nog naam nog naamcijfers heeft gesteld, verraden zij zijnen smaak- en kunstvollen arbeid. Overigens blijkt uit de rekeningen van den raad van financiën dat het maken dier stempels aan hem was toevertrouwd geworden. Bij het aanschouwen dezer keuige serie, kan men niet genoeg bewonderen hoe de verdienstelijke graveur elk jaar de geringste wijzigingen in de gelaatstrekken des vorstenpaars bespeurd, op zijne penningen teruggeeft. Wijders heeft hij zorgvuldig achtgeslagen op de kleinste bijzonderheden der kleederdracht en op de veranderingen | |
[pagina 105]
| |
in de modes voorgevallen, zoowel met betrekking tot kapsel als gewaad. Het zijn even zoo veel verschillende keurige en uiterst uitvoerig en meesterlijk bewerkte portretten van de aartshertogin en haren gemaal. De heer Cumont behandelt nog eenen twaalfden penning van gelijke grootte en vorm. De voorzijde is dezelfde als die des nieuwjaarspennings uitgereikt in 1786. Hij voert het jaartal 1786 en is geen nieuwjaarspenning, maar, gelijk de heer Cumont het uit officieele documenten bewijst, geslagen ter herinnering aan het door Maria-Christina en Albert gevraagd en op 27 Mei 1786 verkregen inboorlingsrecht van Brabant. Eindelijk beschrijft de geleerde schrijver nog eenen ronden gedenkpenning met dezelfde borstbeelden, eveneens door van Berckel gegraveerd, en geslagen bij de terugkomst van dat vorstenpaar in België, in 1791. In de tweede brochure geeft de heer Cumont de beschrijving en de geschiedenis van het ontstaan en de vervaardiging van den presentiepenning der keizerlijke en koninklijke Academie van wetenschappen en schoone letteren te Brussel, met het borstbeeld van keizerin Maria Theresia, mede door van Berckel gegraveerd, en ditmaal geteekend T.V.B. Die penning is voor het eerst in het jaar 1779 uitgedeeld geworden. In beide geschriften vindt men belangrijke historische bijzonderheden uit documenten geput, en de begaafde schrijver drukt in welsprekende taal zijne warme bewondering uit voor van Berckels bezielend graveerstaal. De platen waarop de medailles zijn afgebeeld zijn uitmuntend op steen gegraveerd door den heer G. Lavalette. Als dit stukje ter pers lag, verscheen in voren aangehaald penningkundig tijdschrift (1889) een nieuw artikel van den heer Cumont, tot titel voerende: | |
[pagina 106]
| |
Nouveaux documents relatifs à l'histoire du concours auquel fut soumis Théodore van Berckel pour obtenir le titre de Graveur général de la monnaie à Bruxelles. Daarin wordt hoofdzakelijk gehandeld over de voorwaarden door van Berckel gesteld bij de aanvaarding zijner betrekking van Graveur-generaal aan de Munt te Brussel. |
|